Brugge

1 september legt moeilijke verhouding Islam en Staat terug op tafel

Het islamitisch Offerfeest valt dit jaar uitzonderlijk op 1 september. Praktisch heeft dat tot gevolg dat in veel scholen in centrumsteden maar 1 op 3 leerlingen aanwezig zullen zijn.

60.000 leerlingen volgen islamonderwijs, maar daarin zitten niet de moslimleerlingen van de katholieke scholen. Via steekproeven (KUL) weten we dat in de katholieke scholen gemiddeld 10% van de leerlingen moslim is, met uitschieters van 90% in Brusselse scholen. Dat is een significante proportie van de Vlaamse schoolgaande jeugd.

Islamitische feestdagen zijn in ons land geen wettelijke feestdagen, wel kunnen kinderen wettig afwezig zijn op feestdagen van hun – wettelijk erkende – religie. Een briefje van de ouders volstaat daarvoor.

Ergens is het de logica zelf dat wanneer door omstandigheden (stakingen, noodweer, uitzonderlijke werken) een groot deel van de klaspopulatie niet afwezig kan zijn, we daar pragmatisch mee omgaan. Uit efficiëntieoogpunt heeft het geen zin les te geven aan een aanwezige minderheid, wanneer het de volgende week toch opnieuw herhaald moet worden voor de afwezige meerderheid.

In een open samenleving lijkt het dus vanzelfsprekend om in dit geval de eerste schooldag naar de volgende schooldag te verleggen, namelijk 4 september, en de vraag van het katholiek onderwijs te volgen.

Echter kunnen we nu al voorspellen dat dit debat niet pragmatisch gevoerd zal worden. Neen, want het gaat over de Islam. Dus net zoals elk debat dat een raakvlak heeft met deze religie zullen we mogen zoeken naar nuance zoals naar een speld in een hooiberg.

Want waar wringt het schoentje zich? Deze kleine pragmatische aanpassing zal weer gezien worden als een overwinning van religie op de staat, een erg heikel thema dat ook bij hoofddoeken en rituele slachtingen speelt. Het zoveelste privilege dat religie verkrijgt ten opzichte van de staat. En dan nog in het domein van het onderwijs – dat heilige huisje waar men het eerst naar kijkt als het gaat om samenleven, integratie, inburgering en sociale mobiliteit te bevorderen.

Het is een trieste realiteit dat door de samenlevingsproblemen die er momenteel zijn en die momenteel ook benoemd worden, we in een kramp schieten vanaf we – ogenschijnlijk – maar een toegeving zouden doen naar die religie, Islam genaamd.

Beter kunnen we kijken naar wat wij van ons onderwijs verwachten, en of instituties die tot doel hebben kennis en vaardigheden bij te brengen wel nood hebben aan religie. Zingeving is belangrijk, maar daar heeft religie al lang niet meer het monopolie op. Vakken die werk maken van verbinding – over culturen heen – zouden voorrang moeten krijgen op religie.

Problemen die we nu kennen komen voort uit segregatie en polarisatie. Uit het naast elkaar leven van culturen. Het is geen goed idee om scholen op te delen naar religie en al zeker niet naar religie en geslacht. Islamitisch onderwijs waar jongens en meisjes in aparte scholen zitten, lijken eerder volwaardig burgerschap voor meisjes tegen te gaan dan te bevorderen. Iedereen laten deelnemen aan hetzelfde kwalitatieve onderwijs lijkt voor mij de beste garantie om van een gesegregeerde samenleving naar een volwaardige open samenleving te evolueren. En daarin gaan we moeten geven en nemen – pragmatisch zijn als het ware.

Uit het niet naar elkaar toegroeien en in dialoog gaan met elkaar, kwamen al te veel onderhuidse conflicten voort. Ons onderwijs is te belangrijk om een significant deel van onze jongeren (ca. 110.000 moslimleerlingen) een slechte start te laten maken. Ons onderwijs moet er net voor zorgen dat jongeren met verschillende achtergronden met elkaar in contact komen, elkaar leren begrijpen en respecteren. Ons onderwijs moet divers zijn, en moslimmeisjes in contact brengen met Westerse meisjes. Deze twee groepen hoeven niet van elkaar gescheiden te worden en naast elkaar te leven. Dit zou nefast zijn voor de emancipatie van jonge meisjes met een diverse achtergrond.

Op 1 september wordt immers kennis gemaakt met de school, de titularis en je medeleerlingen.

Dus laten we de polemiek niet op de spits drijven en pragmatisch omgaan met wat zich momenteel stelt op 1 september. Overigens een vrijdag, wat betekent dat ook het luxe-verzuim (families nog op reis) enorm zal zijn.

Bovendien, is de islamitische kalender een maankalender en geen zonnekalender, daarom schuift de datum waarop het Offerfeest gehouden wordt, elk jaar ongeveer met tien dagen op. Dus berekent u zelf maar eens wat de kans is dat het Offerfeest nog eens op 1 september zal vallen tijdens uw leven? De polemiek waard?