Brugge

Parlementsleden hebben vragen bij plannen van Vlaams Energiebedrijf

Het Vlaams Energiebedrijf (VEB) heeft woensdag zijn toekomstplannen toegelicht in het Vlaams Parlement. Het VEB lijkt klaar om echt van start te gaan, maar bij de parlementsleden blijven er nog heel wat vragen en onduidelijkheden over de rol van het VEB: kunnen de taken van het VEB bijvoorbeeld niet door bestaande instellingen gebeuren? Moet het wel de hoofdtaak zijn van het VEB om te investeren in energieproductie? En is het echt nodig dat er 30 tot 40 voltijdse werkkrachten worden aangeworven? Van Volcem (Open Vld) pleit ervoor dat het Vlaams Energiebedrijf zich bezig houdt met energiezuinigheid van overheidsgebouwen, in plaats van het realiseren van energieproductie.” 

Bijna anderhalf jaar na de officiële oprichting van het Vlaams Energiebedrijf kwam voorzitter Andries Gryffroy in het Vlaams Parlement de plannen van het VEB toe te lichten. Het VEB heeft vier taken: overheidsgebouwen energie-efficiënter maken, via groepsaankopen (goedkopere) energie leveren voor de Vlaamse overheid, investeren in milieuvriendelijke en decentrale productie, en investeren in innovatie.
Wat het energiezuiniger maken van de overheidsgebouwen betreft, wil het VEB eerst het energieverbruik van de Vlaamse overheidsgebouwen in kaart brengen en nadien investeerders zoeken voor energieverbeterende ingrepen. De investeerder verdient zijn investering terug met de uitgespaarde energie-uitgaven en de eigenaar van het gebouw betaalt later (na gemiddeld zes jaar) een pak minder voor zijn energiefactuur.
Volgens VEB-voorzitter Gryfrroy bedraagt de energiefactuur voor de circa 3.600 Vlaamse overheidsgebouwen (uitgezonderd de gebouwen van het gemeenschapsonderwijs) momenteel zo’n 300 miljoen euro. “Als één derde of 100 miljoen euro daarvan op de markt kan geplaatst worden, is het besparingspotentieel 25 procent of 25 miljoen euro per jaar”, aldus Gryffroy, die verduidelijkt dat het eerste project er eind 2013 of begin 2014 zal zijn. Daarnaast wil het VEB voor de overheidsentiteiten optreden als aankoopcentrale voor de levering van elektriciteit en aardgas. Als de helft van de Vlaamse overheidsentiteiten meedoet, kan dat volgens Gryffroy een besparing opleveren van 10 miljoen euro per jaar. De eerste leveringen zouden starten in 2015.
Een derde opdracht is het investeren in milieuvriendelijke en/of decentrale productie. Hoewel er voor die opdracht 55 procent van het budget gereserveerd is, blijft het nog vrij onduidelijk waar het VEB precies in zal investeren (bv. participaties in windparken, biomassacentrales,…).
Tot slot is het de bedoeling dat het VEB ook investeert in innovatieve technologieën. Via een rollend fonds wil het VEB innovatieve projecten steunen die een duwtje nodig hebben om vermarkt te kunnen worden. Bedoeling is dat de eerste projecten in 2013 van start gaan, maar voorlopig kan Gryffroy nog niet zeggen om welke projecten het gaat.
Een aantal parlementsleden bleef achteraf met vragen zitten. Voor LDD-parlementslid Lode Vereeck blijft het VEB zelfs een overbodige instelling. “De taken van het VEB kunnen perfect door andere, bestaande instellingen worden uitgevoerd”, klonk het.

Voor Groen-parlementslid Hermes Sanctorum blijft er veel onduidelijkheid bestaan over de rol van het VEB. Hij stelde zich ook de vraag waarom “eigen energieproductie de hoofdtaak van het VEB moet zijn”. Ook volgens Mercedes Van Volcem mag dat niet de kerntaak zijn. “Men zou bijvoorbeeld beter meer investeren in het energiezuiniger maken van de overheidsgebouwen”, klonk het.

Ook CD&V-parlementslid Robrecht Bothuyne had enkele kritische bedenkingen. “Ik heb de indruk dat het VEB wat te veel hooi op de vork aan het nemen is. Er was bijvoorbeeld niet voorzien dat leveren van energie aan de eigen entiteiten een opdracht moest worden”. De CD&V’er stelde zich ook de vraag waarom het VEB op kruissnelheid tot 40 voltijdse equivalenten zal tellen. “Dat zijn meer mensen dan er nu bij de VREG werken. Is dat wel nodig?”.

Bron: Belga