Brugge

Ziekteverzuim bij Vlaamse Overheid in stijgende lijn

Het ziekteverzuim bij de personeelsleden van de Vlaamse Overheid is in stijgende lijn. Zo blijkt uit een antwoord van minister Homans (N-VA) op een parlementaire vraag van Mercedes Van Volcem(Open Vld). “Uiteraard kunnen we moeilijk voorkomen dat mensen ziek worden. Toch slagen bepaalde landen er in om hun ziekteverzuim terug te dringen. Helaas is dat bij ons nog niet het geval.  Daarom roep ik de Vlaamse Regering op om van het counteren van ziekteverzuim een prioriteit te maken. Een goede, gezonde werkomgeving is belangrijk.” aldus Van Volcem. Naarmate mensen minder hoog opgeleide functies bekleden en naarmate de leeftijd, zijn er aanzienlijke verschillen.  De grootste oorzaak van de ziekteafwezigheid bij de Vlaamse overheid  blijken ‘algemene psychosociale disfuncties’.

Uit de cijfers blijkt onder andere dat het ziekteverzuim van minder dan een maand een stuk lager ligt in de privé dan bij de Vlaamse Overheid.  Het omgekeerde geldt echter voor afwezigheden door ziekte gedurende meer dan een maand. In de privé zijn meer mensen langduriger ziek dan bij de overheid.  

 

Diensten Vlaamse overheid

 

Securex

0-1 maand

(incl. 1 dag)

Meer dan 1 maand (incl. >1 jaar)

 

 

0-1 maand

(incl. 1 dag)

Meer dan 1 maand

(incl. >1 jaar)

2010

2,57%

3,44%

2,19%

3,49%

2011

2,43%

3,36%

2,20%

3,62%

2012

2,50%

3,56%

2,14%

3,80%

2013

2,69%

3,51%

2,12%

4,13%

Kijk je naar de historische evolutie van het ziekteafwezigheidspercentage voor de Vlaamse overheid dan kan je vast stellen dat deze bijna elk jaar toeneemt van 6,37% in 2008 tot 6,76% in 2013. Deze toename doorheen de jaren wordt ook vastgesteld bij de federale overheid (6,88% in 2013) en in de private sector (6,26% in 2013). De federale overheid kon in 2013 het tij keren.

Indien het ziekteafwezigheidspercentage van de Vlaamse overheid opgedeeld wordt volgens de duur van de afwezigheid blijkt dat in 2013 6,5% van de afwezigheidsdagen ten gevolge van ziekte 1-dagsafwezigheden waren, 33,3% van de afwezigheidsdagen waren kortdurende ziekteafwezigheidsperiodes, 51,9% van de afwezigheidsdagen waren langdurige afwezigheden en ten slotte was 6,2% van de afwezigheidsdagen ten gevolge van deeltijdse ziekte.

Afhankelijk van het administratief niveau waarin een personeelslid tewerkgesteld is, verschilt het percentage beschikbare tijd dat verloren gaat wegens ziekteafwezigheid. Het ziekteafwezigheidspercentage van personeelsleden in niveau A bedroeg in 2013 3,55%, in niveau B 5,87%, in niveau C 7,54% en in niveau D ten slotte 9,43%.

Ook leeftijd is een belangrijke variabele, waarbij geldt dat het afwezigheidspercentage stijgt naarmate de leeftijd stijgt. Factoren als statuut en geslacht hebben een eerder beperkte invloed op het percentage.

Deze factoren zorgen ervoor dat een vergelijking tussen verschillende entiteiten slechts mogelijk is als daarin rekening wordt gehouden met bovenstaande variabelen. Het afwezigheidspercentage kan bijvoorbeeld hoger liggen in entiteiten met veelal uitvoerende functies of bij een entiteit met een wat oudere personeelspopulatie.

Uit de cijfers van de drie ziekte-indicatoren blijkt dat personeelsleden bij de Vlaamse overheid zich in 2013 even vaak ziek melden als in het verleden maar dat, wanneer ze zich ziek melden, ze langer afwezig zijn. Uit de gegevens over ziektebeelden, de oorzaak van ziekte, blijkt dat de grootste oorzaak van de ziekteafwezigheid bij de Vlaamse overheid ‘algemene psychosociale dysfuncties’ zijn. De veronderstelling is dat deze oorzaak van ziekte een langere herstelperiode vraagt en dus een langere gemiddelde ziekteduur met zich meebrengt.

De indicator ‘ziekteafwezigheidspercentage’ geeft het aantal dagen op 100 weer dat een werknemer afwezig is wegens ziekte. Het percentage wordt berekend door het aantal ziektedagen af te zetten tegenover het totaal aantal te presteren dagen.