Tag: UNESCO

Vlaams Parlement

Aanvragen zonnepanelen op onroerend erfgoed voortaan vlotter goedgekeurd

Vlaanderen zal voortaan zowat alle aanvragen voor zonnepanelen goedkeuren. In tijden van energiecrisis is dit goed nieuws voor al wie onroerend erfgoed bezit. Unesco Werelderfgoed-sites vallen echter niet onder deze nieuwe regeling.

Aanvragen zonnepanelen op onroerend erfgoed voortaan vlotter goedgekeurd.

De energiecrisis beroert ons allen. Het woonpatrimonium in Vlaanderen is verouderd, en dus energieverslindend. Een uitgelezen moment om twee vliegen in één klap te slaan voor de Vlaamse Regering: de crisis aanpakken en steun bieden bij het vernieuwen van ons woonpatrimonium. De regering pakte reeds uit met diverse maatregelen om energetisch te investeren. Minister Demir noemde het aantal aanvragen op mijnverbouwpremie.be ongezien, zo’n duizend per dag.

Ook voor wie onroerend erfgoed bezit, zijn de regels voor het plaatsen van zonnepanelen nu versoepeld. Wie onroerend erfgoed in bezit heeft, kan vanwege het beschermde uitzicht vaak nauwelijks om het beter te isoleren. Dat zal nu veranderen. Zonnepanelen op beschermde gebouwen zullen nu standaard toegelaten worden door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Hierbij moet uiteraard gezorgd worden dat de plaatsing van zonnepanelen geen schade berokkent aan het erfgoed.

Brugge

De Stad Brugge prijkt viermaal op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. Met dat statuut kent ongeveer de volledige binnenstad erkenning. Naast het Brugse Begijnhof, het belfort, de historische binnenstad en de Heilige Bloedprocessie telt België nog 17 andere sites op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. Voor deze sites blijft het oude afwegingskader voor plaatsing van zonnepanelen gelden. Een aanvraag zal aan Unesco moeten worden voorgelegd ter goedkeuring.

Niet dat geen enkele woning in Brugge zonnepanelen kan krijgen. Zeker voor nieuwere gebouwen is er meer mogelijk, maar de stad wijst wel op voorwaarden en beperkingen.

Hieronder kan je mijn vraag aan de minister terugvinden:

Hieronder kan je het antwoord van de minister terugvinden:

Brugge

Sint-Gillis: ontwerp van de toekomst

BRUGGE – In 2000 werd de Brugse binnenstad door UNESCO erkend als werelderfgoed als eindpunt van een jarenlange voorbereiding. Na het Begijnhof en het Belfort was de erkenning van de Brugse binnenstad het derde werelderfgoedlabel dat Brugge te beurt viel. Drie troeven verdienden die erkenning: het waardevol bouwkundig erfgoed, het authentiek en integer middeleeuws stadsweefsel en het feit dat Brugge de geboorteplaats is van de Vlaamse Primitieven. Naast de eer die de erkenning met zich meebracht, kwam er ook een grote verantwoordelijkheid: het behoud en beheer. Het deelplan voor het stadskwartier Sint-Gillis is de derde in zijn soort naast West-Brugge en het deelplan Ezelstraatkwartier.

De deelplannen worden uitgebouwd op basis van historisch onderzoek, inventarisatie, evaluatie en projectieplannen. Een nieuwe pijler die waar aandacht voor is anno 2021 is duurzaamheid en het behalen van de klimaatdoelstellingen. Het plan van Sint-Gillis heeft een antwoord klaar op dringende klimaatuitdagingen zoals hittestress, wateroverlast en droogte en dat in het specifieke historische stedenbouwkundige kader van de binnenstad.

Historisch onderzoek

Het historisch onderzoek op de wijk vanuit een brede benadering werpt een duidelijk beeld op de evolutie van de wijk en laat toe om de groei en de evolutie van het stadskwartier beter te begrijpen. Dit onderzoek steunt op de dienst Monumentenzorg en Erfgoed van de stad Brugge die reeds over heel wat vruchtbare kennis beschikken van zowel historisch kaarten beeldmateriaal als literatuur.

Geïntegreerde analytische benadering

Dit gedeelte gaat dieper in op het huidig functioneren en de ruimtelijke context van de wijk Sint- Gillis. Deze analyse steunt gedeeltelijk op de methodologie toegepast bij de reeds uitgevoerde deelplannen. Volgende onderdelen komen aan bod: verharde ruimte, groenblauw weefsel, sociale ruimte, mobiliteit en hernieuwbare energie.

Strategische projecten

Door middel van ontwerpend onderzoek wordt er op zoek gegaan wat de duurzame visie op de wijk kan betekenen voor een aantal strategische locaties in de wijk. Door een zoom op strategische plekken wordt aangetoond wat een ruimtelijke doorvertaling van deze krachtlijnen kan betekenen voor concrete plekken in de wijk Sint-Gillis. Deze ontwerpoefening legt heel wat kansen bloot en biedt inspiratie voor toekomstige ontwikkelingen.

Brugge

“Maak vaste terrassen langer mogelijk”

BRUGGE – “Laat de Brugse terrassen staan. Dan kan de horeca investeren in kwalitatieve terrasconstructies en winterterrassen”, klinkt het bij Open VLD-parlementslid Mercedes Van Volcem. Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele blijft echter volhouden aan de uitzonderingsregel van één jaar die er gekomen is naar aanleiding van corona.

Minister Diependaele had eerder uitzonderlijk beslist dat de Brugse terrassen deze winter mogen blijven staan.  “Dat is volgens mij de perfecte aanzet om te bekijken of we terrasconstructies niet tot een termijn van vier jaar kunnen laten staan in de Brugse binnenstad. Dat kan leiden tot kwalitatievere terrassen dan vandaag het geval is”, stelde parlementslid Van Volcem. De minister bleef echter vasthouden aan de unieke uitzonderingsmaatregel voor één jaar.

Ademruimte voor horeca

Om de lokale handelaars te ondersteunen in de coronacrisis besliste minister van onroerend erfgoed, Matthias Diependaele dat de Brugse uitgebreide terrassen mogen blijven staan tot na de kerstvakantie die eindigt op 9 januari 2022. “Stad Brugge had die uitzondering aangevraagd aan de minister met als doel ademruimte te bieden voor de horeca-uitbaters. We zijn als stad  tevreden heel met die uitzondering”, reageert Schepen van Openbaar Domein en Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem. “Dat bespaart straks niet alleen afbraak- en opbouwkosten voor onze Brugse uitbaters, maar zorgt ook voor comfort en gezelligheid als de horeca straks opnieuw mag open gaan tijdens de donkere wintermaanden.”

De terrassen van de horeca mogen langer blijven staan. Van Volcem vroeg een verlenging tot 4 jaar.

Duurzaamheid

De tijdelijke uitzondering vormde een ideale gelegenheid voor Van Volcem om het debat opnieuw te heropenen waarom terrasconstructies niet voor een langere periode toegestaan kunnen worden. “Ik pleit niet meteen voor permanente constructies maar de huidige tijdspanne van 8 maanden laat horeca-uitbaters vandaag onvoldoende toe om te investeren in kwalitatieve vaste constructies”, stelt Van Volcem. “Daarom ben ik voorstander van een langere periode, bijvoorbeeld 4 jaar, waarin het voor uitbaters de moeite loont om in duurzaam materiaal te investeren. En daar wint zowel de bezoeker als het erfgoed ook mee. Bovendien is dit mogelijk in heel wat Europese kunststeden in Europa met een UNESCO label, we moeten dus heus niet zelf het warm water uitvinden”, concludeert Van Volcem. De N-VA minister keurt een langere uitbreiding echter af.

Bron: eigen berichtgeving.