Tag: woonuitbreidingsgebied

Vlaams Parlement

Gemeenten vanaf nu ook betrokken bij ontwikkeling van woonreservegebieden

Op 7 juli 2023 trad het nieuwe Decreet Woonreservegebieden in werking dat de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot woonreservegebieden verandert. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de ontwikkeling en het behoud van deze gebieden, die van oudsher dienden als een soort ‘reserve’ voor wonen en aanverwante activiteiten.

Het begrip woonreservegebieden

De term is een verzamelnaam voor verschillende soorten gebieden, waaronder woonuitbreidingsgebieden, reservegebieden voor woonwijken, woonreservegebieden en woonaansnijdingsgebieden. Deze gebieden zijn in beginsel bedoeld voor woningen en daaraan gerelateerde activiteiten. Men kan ze echter alleen op ‘collectieve’ wijze ontwikkelen als de overheid daarvoor groen licht geeft. Dit kan gebeuren als er een actuele behoefte aan woningen is of onder strikte voorwaarden.

Deze gebieden fungeerden als een soort buffer. Men kon ze aansnijden als de behoefte daaraan ontstond. De regels om deze gebieden te ontwikkelen waren echter complex geworden, deels als gevolg van uiteenlopende en strenge juridische uitspraken. Zo konden woonuitbreidingsgebieden alleen worden bebouwd na de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), het verlenen van een omgevingsvergunning voor groepswoningbouw, een principieel akkoord van de deputatie (PRIAK) of op initiatief van sociale huisvestingsmaatschappijen.

Opmerkelijk is dat veel van deze gebieden nog steeds onontwikkeld zijn, waarbij ongeveer 12.200 hectare aan woonuitbreidingsgebied nog braak ligt. In lijn met de ‘bouwshift‘, die beoogt dat er tegen 2040 geen extra ruimte wordt ingenomen, heeft de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement besloten om nieuwe regels in te voeren om deze onbenutte gebieden te behouden.

Een stolp over de woonreservegebieden

Op 7 juli 2023 trad het nieuwe Decreet Woonreservegebieden in werking, gebaseerd op het decreet van 26 mei 2023 tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot woonreservegebieden.

Het algemene doel van dit nieuwe decreet is om als het ware een ‘stolp’ over de woonreservegebieden te plaatsen. De kerngedachte is dat deze gebieden alleen kunnen worden ontwikkeld wanneer de gemeenteraad besluit het betreffende gebied ‘vrij te geven’.

Het is nu de gemeenteraad die de knoop doorhakt over de eventuele vrijgave van een woonreservegebied. Deze vrijgave kan voor het hele gebied gelden, maar ook slechts voor een deel ervan. De gemeenteraad moet in dat tweede geval echter beargumenteren waarom. Hierbij moet de gemeente aantonen dat het vrijgegeven gedeelte ruimtelijk afzonderbaar is en de ontwikkeling van de rest van het gebied niet belemmert.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of stedenbouwkundige handelingen kan alleen worden verleend op basis van een voorafgaand besluit van de gemeenteraad om het woonreservegebied vrij te geven. De gemeente moet daarbij zorgen voor een kwalitatieve en duurzame ontwikkeling van het gebied, zonder dat het nodig is om een actuele behoefte aan woningen aan te tonen. Dit ‘vrijgavebesluit’ bepaalt daarmee zowel de voorwaarden voor de ontwikkeling van het gebied als eventuele lasten die worden opgelegd. Deze regeling voorkomt dus dat woonreservegebieden rechtstreeks kunnen worden aangesneden zonder betrokkenheid van de gemeente.

Het is opvallend dat niet alleen de gemeente het initiatief kan nemen voor een vrijgavebesluit. Ook eigenaren van gronden binnen de woonreservegebieden kunnen de gemeente verzoeken om een gebied vrij te geven door een concreet project voor te leggen. Dit betekent een belangrijke verandering, omdat sociale huisvestingsmaatschappijen niet langer een voorkeursbehandeling krijgen, zoals voorheen het geval was.

Samengevat, hoewel de bestemming van woonreservegebieden onveranderd blijft, is het in de toekomst niet langer mogelijk om deze gebieden direct te ontwikkelen. De gemeente moet altijd betrokken zijn. Zij beoordelen of het woonreservegebied in aanmerking komt om aan te snijden en bepalen de voorwaarden waaronder dit kan gebeuren.

Wat gebeurt er met reeds aangesneden gebieden?

Voor gronden in woonreservegebieden met een niet-vervallen verkavelingsvergunning of eerdere omgevingsvergunningen voor groepswoningbouwprojecten gelden voortaan de voorschriften van ‘gewoon’ woongebied. De verkavelingsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden blijven echter van kracht. Deze kan men aanpassen via een bijstellingsprocedure.

Hoewel er in principe geen bestemmingswijziging plaatsvindt, gelden nu de voorschriften van gewoon woongebied. Bovendien voorziet het decreet niet langer in een aparte regeling voor individuele woningen of restpercelen, zoals in een eerdere ontwerpwet wel het geval was.

Het decreet is al in werking getreden

Het decreet werd oorspronkelijk goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 26 mei 2023 en trad in werking op 7 juli 2023. De nieuwe regeling voor woonreservegebieden is nu van kracht.

Bovendien keurde de Vlaamse Regering op 30 juni 2023 een uitvoeringsbesluit bij dit decreet principieel goed. Dit markeert een belangrijke stap in het realiseren van de nieuwe regels omtrent woonreservegebieden. Ongetwijfeld zal dit invloed hebben op de toekomstige ontwikkeling van deze gebieden in Vlaanderen.

Assebroek Assebroek Brugge Ruimtelijke ordening

Open Vld is tevreden met negatieve beslissing over verkaveling Sint-Trudostraat

Het college van burgemeester en schepenen gaf vandaag het advies aan de Brugse gemeenteraad om de omgevingsvergunning voor een verkaveling tussen de Sint-Trudostraat en de Steenbrugse Bosjes niet goed te keuren. Met het project zouden 91 woningen gerealiseerd worden op deze locatie. “Het project is in strijd met de goede ruimtelijke ordening die we als stad voor ogen met deze omgeving”, reageert schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem (Open Vld Plus).

Verkavelingsproject Sint-Trudostraat: “Dit past echt niet in de ruimtelijke visie van Stad Brugge”, aldus Mercedes Van Volcem

De omgevingsvergunningsaanvraag voor een verkaveling tussen de Sint-Trudostraat en de Steenbrugse Bosjes werd vandaag besproken op het College van Burgemeester en Schepenen te Brugge. Het gaat om een verkaveling van weilanden achter het oostelijk woonlint langs de Sint-Trudostraat. Deze verkaveling is gelegen zijn in woonuitbreidingsgebied. Het project omvat 53 eengezinswoningen en 4 meergezinswoningen met 38 woonentiteiten. “Dergelijk project op deze locatie is vandaag niet langer aangewezen”, legt Brugs schepen Mercedes Van Volcem uit. “De ontwikkeling van een woonuitbreidingsgebied moet stroken met de ruimtelijke visie van onze stad en in deze verschilt dat van het ingediende project.”

Woonuitbreidingsgebied

Het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden leidt vaak tot discussies in Vlaanderen. De gewestplannen van de jaren ‘70 vormen tot op heden de belangrijkste grondslag voor het voeren van het ruimtelijk beleid. Op de Vlaamse gewestplannen werd ongeveer 28.260 hectare woonuitbreidingsgebied aangeduid. Dat is 12 procent van alle zones waar wonen is toegelaten (woonzones, landelijke woonzones, woonuitbreidingsgebieden, …). Een groot deel van deze oppervlakte werd sindsdien herbestemd. Bij de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen in 2015 bedroeg de oppervlakte van onbebouwd woonuitbreidingsgebied nog 12.336 ha. Vaak zijn veel van die gronden ongeschikte voor grote verkavelingsprojecten. “Dit is zo ook het geval bij de Sint-Trudostraat. De gemeenteraad is bevoegd om straks te beslissen over de aanleg van nieuwe wegen en over de ‘zaak der wegen’ als een vergunningsaanvraag wegenwerken omvat. We hebben alvast verzocht om deze aanvraag niet goed te keuren”, besluit Van Volcem.