Vlaams Parlement

Doelstellingen Grond- en Pandendecreet zijn mission impossible voor huisvestingsmaatschappijen

De Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen beschikken over 12.523.119 m² oppervlakte aan reservegrond met een woonbestemming. Dit betekent naar schatting ruimte voor 31.000 tot 44.000 extra woongelegenheden. ‘Te weinig om de doelstellingen van het Grond- en Pandendecreet te bereiken, maar veeleer dan louter te kiezen voor het verwerven van meer gronden, zal er ook nood zijn aan sociale mobiliteit’, zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem (Open Vld).

 

Uit de cijfers, die de minister van Wonen verschafte in antwoord op een schriftelijke vraag van Mercedes Van Volcem, blijkt dat de grondreserves sinds 2005 met 7.9% zijn geslonken. ‘De afname van 15.121.746 m² in 2005 tot 12.525.119 m² op 31 oktober 2012 varieert qua omvang sterk tussen de verschillende provincies. In West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg merken we een daling tussen de 13 en 17%, terwijl zich in Antwerpen een daling van amper 0.28% aftekent en er in Vlaams-Brabant een forse toename van 19.28% is gekomen’, rekent de Brugse liberale Vlaams Volksvertegenwoordiger voor.

Met het Grond- en Pandendecreet heeft de Vlaamse Regering zich geëngageerd om tegen 2020 zowat 43.000 sociale huurwoningen, 21.000 sociale koopwoningen en 1.000 sociale kavels te creëren die de alsmaar groeiende wachtlijsten in de sociale huisvestingssector moeten wegwerken.

 

Uit het antwoord van de minister van Wonen op de vraag van Mercedes Van Volcem blijkt dat de huidige woonreserves naar schatting een totale toename van het aanbod met 31.000 tot 44.000 woongelegenheden vertegenwoordigen. De minister erkent dat er inderdaad nood zal zijn aan de verwerving van bijkomend gebied. Te meer omdat van het totaal aantal reservegronden van de VMSW en de sociale huisvestingsmaatschappijen amper 38% (5.260.406 m²) in woongebied te liggen, terwijl 52% (7.262.718 m²) zich in woonuitbreidingsgebied en 10% (1.404.693 m²) in andere gebieden dan met woonbestemming situeren.

 

Hamvraag is of de VMSW en de sociale huisvestingsmaatschappijen zomaar moeten opteren voor het verwerven van bijkomende bouwgronden? Niet volgens Mercedes Van Volcem: ‘Vooreerst zal het aantal beschikbare bouwgronden eerder vroeg dan laat uitgeput geraken met nodige druk op de grondprijzen als gevolg. Puur financieel dreigt dit eveneens een mission impossible te worden voor de huisvestingsmaatschappijen. Nu al heeft de minister haar doelstelling van de sociale huurwoningen noodgedwongen met drie jaar verlengd wegens de financiële onhaalbaarheid waardoor de wachtlijsten enkel verder zullen aangroeien’, zegt Mercedes Van Volcem.

 

Het Vlaams Parlementslid verkiest te opteren voor een ander beleid, dat ook sociale mobiliteit van huurders nastreeft: ‘De sociaal zwakkeren van vandaag zijn niet noodzakelijk de sociaal zwakkeren van morgen. Het is aan de overheid om een beleid te voeren dat gericht is op emancipatie en doorstroming van sociaal zwakkeren, zowel op de arbeidsmarkt als op de sociale woningenmarkt.’ Mercedes Van Volcem benadrukt dat sociale doorstroming niet voor iedereen weggelegd is en dat voor zij die wel kunnen doorstromen de nodige randvoorwaarden moeten worden gecreëerd om een sociale terugval te voorkomen.