Vlaams Parlement

Hoe betaalbaar is wonen in de centrumsteden?

Mercedes Van Volcem(Open Vld), Vlaams Parlementslid en lid van de commissie Stedelijk Beleid onderzocht de trends, woningprijzen(2005-2011) en inkomens(2005-2010) in de 13 Vlaamse centrumsteden en zet de belangrijkste conclusies op een rijtje. “De woningprijzen van Gent(61,1%), Roeselare(60,2%) en Kortrijk(55,5%) stijgen zeer sterk ten opzichte van andere centrumsteden. Roeselare en Kortrijk maken dit deels goed door een sterke inkomensstijging. Ze blijven bovendien in de top 3 van betaalbaarste steden. De prijsstijging was met andere woorden een inhaalbeweging ten opzicht van de andere steden. Gent, Leuven en Antwerpen hinken achterop inzake prijsstijgingen woningen, inkomens en betaalbaarheid. Gelet op het feit dat hier de zwakste inkomens zijn en steden veel alleenstaanden telt is dit zorgwekkend. De evolutie van de betaalbaarheid van de woningen in de centrumsteden ging in de periode 2005-2010 het minst achteruit in Brugge.”

Inkomens en woningprijzen

Van Volcem nam de inkomens en woningprijzen van de 13 centrumsteden onder de loep. Ze bewerkte de data tot concreet, vergelijkbaar cijfermateriaal. De ruwe data komen van de FOD Economie.

Leuven veruit duurste

De gemiddelde woningprijzen voor gewone woonhuizen schommelen tussen de 150 000 en 280 000 euro. Leuven is de duurste eend in de bijt met een gemiddelde prijs van 277 188 euro per woning in 2011. De stijging van de woningprijs tussen 2005 tot 2011 is in Leuven in absolute termen het hoogst. In zes jaar tijd steeg de gemiddelde huisprijs er met 82925 euro of met 42,7 procent. “Omdat woningen daar reeds het duurst waren, is de prijs relatief gezien minder fel gestegen. Je merkt het verband met de inkomens. Leuven noteert plaats 1 op vlak van gemiddeld inkomen. Leuven telt de hoogste inkomens van alle centrumsteden. Echter, in 2010 daalde het inkomen er opmerkelijk ten op zichte van 2009. Concreet zien we dat de globale betaalbaarheid van de woningen in Leuven meer daalt ten opzichte van andere steden. Enkel Gent doet relatief gezien

 

Kwaliteit in Brugge

Woningen in Brugge kosten gemiddeld meer dan woningen in vele andere centrumsteden. Maar ook het gemiddeld inkomen ligt er hoog, zodat er sprake is van een relatief betaalbare stad. “Brugge is een kwalitatieve woonomgeving met veel open ruimte en groen en een veilige stad in een uniek historisch kader vlakbij de Noordzee. Dat heeft z’n invloed op de woningprijzen. De inkomens liggen er ook hoger dan het gemiddelde, wat de betaalbaarheid van de woningen ten goede komt.” verduidelijkt Vlaams Parlementslid Van Volcem.

 

Opmerkelijk is vooral de inhaalbeweging die Brugge doet op vlak van betaalbaarheid ten opzichte van de andere steden. De verhouding tussen de stijging van het inkomen van de Bruggeling en de stijging van het vastgoed is er het kleinst voor de periode 2005-2010. Dat betekent dat de betaalbaarheid van andere steden meer in het gedrang komt dan in Brugge.
Brugge bekleedt de 1de plaats wat betreft inkomensstijging over de periode 2005-2010.  In 2010 lag het inkomen er 18,31% hoger ten opzichte van 2005. De absolute stijging van het inkomen bedraagt 2671 euro op zes jaar(tussen 2005-2010). “De parameters van Brugge bevestigen de trend van kwaliteit, het geen één van mijn speerpunten was van mijn woonbeleidsplan als voormalig schepen van Woonbeleid (2006-2012).” aldus Mercedes Van Volcem.

Vastgoed Gent steeg snelst in prijs

Bekijk je de evolutie van de woningprijzen, dan merk je duidelijk dat de duurdere steden minder groei kenden in hun prijzen. “De prijzen worden bepaald door wat kopers er willen en kunnen voor betalen met hun inkomen. Woningprijzen kunnen niet blijven stijgen. Gent blijkt de koploper. De prijs van een woning steeg van 2005 naar 2011 met maar liefst 61,1%.” De prijs van een gemiddeld woonhuis bedraagt er 213427 euro en is hiermee de vierde duurste centrumstad. In Antwerpen, Brugge en Leuven betaal je gemiddeld meer.

 

Andere grote stijgers zijn Roeselare(60,2%) ,Kortrijk(55,5%) en Mechelen (53,4%). In Kortrijk en Roeselare blijven de woningen ondanks de sterke stijgingen nog steeds de goedkoopste. In Antwerpen steeg de prijs van de woningen de afgelopen jaren 45,9%. Veel te veel om goed te zijn, want de betaalbaarheid is daar het minst goed. Een Antwerpenaar betaalt gemiddeld meer dan 15 keer het gemiddelde inkomen voor een gemiddeld woonhuis dat 224 219 euro kostte in 2011 (zie stuk betaalbaarheid).

Antwerpen en Genk zwakste inkomensleerling van de klas

In Antwerpen en Genk wordt het minst verdiend. Ondanks het lagere inkomen slaagt Antwerpen er niet om sneller te stijgen dan de andere steden. Het inkomen steeg van 2005 naar 2010 met 11,2%. Enkel Leuven, dat de hoogste inkomens heeft, presteert slechter (9,7%). Genk is de slechtste inkomensleerling van de klas. In 2010 was het gemiddeld inkomen er 13 992 euro per inwoner. Positief is dat de inkomens er wel redelijk sneller stijgen: 15,92% stijging in 2010 t.o.v. 2005. Genk komt van ‘ver’.
Roeselare heeft duidelijk een stap voorwaarts gezet in zake inkomens. In de vijf jaar tijd hebben ze zowel Oostende als Sint-Niklaas ingehaald wat betreft gemiddeld inkomen per inwoner. Iets wat zich ook vertaalde in een snelle stijging van de woningprijzen tussen 2005 en 2010.

“De prijzen en hun evoluties zeggen weinig over de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving. Daar moet iedereen zich bewust van zijn. Elke stad moet keuzes maken. Vergelijken met een andere stad kan interessant zijn om te leren, maar er moet rekening gehouden worden met heel wat facetten.” aldus Van Volcem.

 

 

Inkomen 2010

 1

Leuven

18010

2

Hasselt

17736

3

Aalst

17372

4

Brugge

17256

5

Mechelen

16665

6

Gent

16200

7

Turnhout

16148

8

Kortrijk

16105

9

Roeselare

16085

10

Sint-Niklaas

15963

11

Oostende

15822

12

Antwerpen

14506

13

Genk

13992

 

Woningprijzen 2011

1

Kortrijk

161496

2

Roeselare

172668

3

Aalst

177333

4

Sint-Niklaas

181045

5

Genk

185539

6

Oostende

190570

7

Turnhout

191404

8

Mechelen

198957

9

Hasselt

209173

10

Gent

213427

11

Antwerpen

224219

12

Brugge

227984

13

Leuven

277188

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kortrijk, Aalst en Roeselare meest ‘betaalbaar’

Kortrijk, Aalst en Roeselare blijken uit de absolute aantallen het meest ‘betaalbaar’. Je vindt er de laagste woningprijzen. En de inkomens zijn er relatief hoog. Neem je dus de inkomens en de woningprijzen onder beschouwing dan kan je daar in de toekomst grote prijsstijgingen verwachten. Je merkt nu reeds dat Roeselare en Kortrijk het meeste in prijs stijgen.

In Antwerpen zijn de woningprijzen hoog in vergelijking met het equivalent van hun gemiddeld inkomen. Antwerpen heeft de aantrekkingskracht als grootste (haven)stad van Vlaanderen en kent ook een aanzienlijke studentenpopulatie. Dit heeft een opwaartse druk op de woningprijzen. De gemiddelde inkomens zijn er een pak lager dan de doorsnee centrumstad. Inzake betaalbaarheid scoort Antwerpen dan ook het zwakst. Voor een gemiddelde woning betaalt men iets meer dan 15 keer het gemiddeld inkomen.

 

Inkomen per inwoner vergelijking Centrumsteden  
 

Brugge

t.o.v. 2005

Kortrijk

 

Oostende

 

Roeselare

 

Antwerpen

 

Gent

 

2004

14110

-3,3%

13502

-4,3%

13293

-2,8%

13267

-4,4%

12748

-2,3%

14093

-2,7%

2005

14585

0,0%

14113

0,0%

13673

0,0%

13878

0,0%

13045

0,0%

14483

0,0%

2006

15331

5,1%

14546

3,1%

14173

3,7%

14468

4,3%

13408

2,8%

14989

3,5%

2007

15829

8,5%

15185

7,6%

14642

7,1%

15002

8,1%

13891

6,5%

15460

6,7%

2008

16557

13,5%

15825

12,1%

15240

11,5%

15703

13,2%

14451

10,8%

16100

11,2%

2009

16.894

15,8%

16.040

13,7%

15.630

14,3%

15.864

14,3%

14.487

11,1%

16322

12,7%

2010

17256

18,3%

16105

14,1%

15822

15,7%

16085

15,9%

14506

11,2%

16200

11,9%

  Aalst   Genk   Hasselt   Leuven   Mechelen   Sint-Niklaas   Turnhout  
2004 14474 -4,9% 11878 -1,6% 15117 -1,6% 15873 -3,3% 14237 -2,3% 13728 -3,2% 13900 -2,8%
2005 15219 0,0% 12070 0,0% 15356 0,0% 16417 0,0% 14569 0,0% 14178 0,0% 14294 0,0%
2006 15706 3,2% 12697 5,2% 15953 3,9% 16928 3,1% 15065 3,4% 14513 2,4% 14753 3,2%
2007 16374 7,6% 13043 8,1% 16572 7,9% 17361 5,7% 15666 7,5% 15051 6,2% 15234 6,6%
2008 16965 11,5% 13774 14,1% 17324 12,8% 17945 9,3% 16321 12,0% 15643 10,3% 15779 10,4%
2009 17360 14,1% 13896 15,1% 17665 15,0% 18129 10,4% 16673 14,4% 15975 12,7% 15870 11,0%
2010 17372 14,1% 13992 15,9% 17736 15,5% 18010 9,7% 16665 14,4% 15963 12,59% 16148 12,97%

 

 

 

 

 

Stijging Inkomen 2005-2010

1

Brugge 18,31%

2

Genk 15,92%

3

Roeselare 15,90%

4

Oostende 15,72%

5

Hasselt 15,50%

6

Mechelen 14,38%

7

Aalst 14,15%

8

Kortrijk 14,11%

9

Turnhout 12,97%

10

Sint-Niklaas 12,59%

11

Gent 11,86%

12

Antwerpen 11,20%

13

Leuven 9,70%

 

Stijging Woningprijzen 2005-2011

1

Turnhout 32,3%

2

Oostende 38,7%

3

Hasselt 39,7%

4

Genk 40,9%

5

Brugge 42,3%

6

Leuven 42,7%

7

Aalst 45,2%

8

Antwerpen 45,9%

9

Sint-Niklaas 46,2%

10

Mechelen 53,4%

11

Kortrijk 55,5%

12

Roeselare 60,2%

13

Gent 61,1%

 

 

 

 

 

 

 

Woningprijzen vergelijking Centrumsteden              
 

Brugge

t.o.v. 2005

Kortrijk

 

Oostende

 

Roeselare

 

Antwerpen

 

Gent

 

2000

91830

68267

81484

76977

76527

74624

2005

160176

0,0%

103877

0,0%

137398

0,0%

107780

0,0%

153716

0,0%

132510

0,0%

2006

181150

13,1%

121589

17,1%

160898

17,1%

119797

11,1%

173862

13,1%

150172

13,3%

2007

198904

24,2%

131158

26,3%

173782

26,5%

135218

25,5%

189324

23,2%

171055

29,1%

2008

208772

30,3%

140888

35,6%

175446

27,7%

149321

38,5%

202213

31,5%

182234

37,5%

2009

204509

27,7%

147509

42,0%

170140

23,8%

154324

43,2%

202144

31,5%

192736

45,5%

2010

221116

38,0%

153605

47,9%

183512

33,6%

159055

47,6%

215242

40,0%

199733

50,7%

2011

227984

42,3%

161496

55,5%

190570

38,7%

172668

60,2%

224219

45,9%

213427

61,1%

 

 

 

Aalst

 

Genk

 

Hasselt

 

Leuven

 

Mechelen

 

Sint-Niklaas

 

Turnhout

 

2000

76273

84055

91910

101522

69248

70949

80830

2005

122094

0,0%

131675

0,0%

149707

0,0%

194263

0,0%

129662

0,0%

123822

0,0%

144702

0,0%

2006

137029

12,2%

145246

10,3%

162020

8,2%

217798

12,1%

150293

15,9%

138147

11,6%

158802

9,7%

2007

150561

23,3%

153690

16,7%

176873

18,1%

233664

20,3%

163362

26,0%

154418

24,7%

176450

21,9%

2008

161906

32,6%

171524

30,3%

185341

23,8%

240770

23,9%

181123

39,7%

157302

27,0%

176227

21,8%

2009

163180

33,7%

171486

30,2%

186397

24,5%

247309

27,3%

184026

41,9%

157697

27,4%

172287

19,1%

2010

168473

38,0%

177564

34,9%

202256

35,1%

253002

30,2%

190840

47,2%

173339

40,0%

193015

33,4%

2011

177333

45,2%

185539

40,9%

209173

39,7%

277188

42,7%

198957

53,4%

181045

46,2%

191404

32,3%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betaalbaarheid

Als we het gemiddeld inkomen (2010) vergelijken met de prijs van de gewone woonhuizen (2011) kunnen we een factor voor de betaalbaarheid berekenen per stad. Hieruit blijkt dat Kortrijk de meest betaalbare stad is. Je kan er gemiddeld met 10 (gemiddelde) inkomens een (gemiddelde) woning aanschaffen. Aalst en Roeselare vullen de top 3 aan.

Antwerpen en Leuven scoren veruit het slechtst. Hoewel Leuven het duurst is, heeft men ook hogere inkomens. Antwerpen scoort bij de laagste (gemiddelde) inkomens waardoor ook de betaalbaarheid van wonen er precair is.

   

Inkomen 2010

Woningprijzen 2011

Factor

1

Kortrijk

16105

161.496

10,03

2

Aalst

17372

177.333

10,21

3

Roeselare

16085

172.668

10,73

4

Sint-Niklaas

15963

181.045

11,34

5

Hasselt

17736

209.173

11,79

6

Turnhout

16148

191.404

11,85

7

Mechelen

16665

198.957

11,94

8

Oostende

15822

190.570

12,04

9

Gent

16200

213.427

13,17

10

Brugge

17256

227.984

13,21

11

Genk

13992

185.539

13,26

12

Leuven

18010

277.188

15,39

13

Antwerpen

14506

224.219

15,46

 

Evolutie van de betaalbaarheid tussen 2005-2010/2011

Als we kijken naar de evolutie van de betaalbaarheid voor de periode 2005-2010/2011 dan bekomen we volgende lijst. De Bruggeling zijn inkomen stijgt het snelst en de huisprijzen stijgen minder snel in verhouding waardoor ook de betaalbaarheid minder snel afneemt.

    evolutie inkomen evolutie woningprijzen  

1

Brugge

18,31%

42,3%

2,31

2

Oostende

15,72%

38,7%

2,46

3

Turnhout

12,97%

32,3%

2,49

4

Hasselt

15,50%

39,7%

2,56

5

Genk

15,92%

40,9%

2,57

6

Aalst

14,15%

45,2%

3,20

7

Sint-Niklaas

12,59%

46,2%

3,67

8

Mechelen

14,38%

53,4%

3,72

9

Roeselare

15,90%

60,2%

3,79

10

Kortrijk

14,11%

55,5%

3,93

11

Antwerpen

11,20%

45,9%

4,10

12

Leuven

9,70%

42,7%

4,40

13

Gent

11,86%

61,1%

5,15

Woonplan Open Vld

Wonen betekent niet enkel de prijs van je woning maar ook die van je energiefactuur. Energie wordt steeds duurder, mede door het getalm van de Vlaamse Regering inzake groenestroomcertificaten (GSC’s). Open Vld wil de woonbonus voor bestaande contracten behouden. “Voor nieuwbouwwoningen willen we een gelijkaardige stimulans. Tegelijk willen we renovatie stimuleren met premies, vooral voor energiezuinige verbouwingen. In steden pleitten we voor het bevriezen van het kadastraal inkomen indien men een E-peil lager dan 50 behaald.

Voor woningen van verhuurders willen we stimulansen voor energierenovatie. De huurmarkt moet aantrekkelijk blijven.  Voor mensen met een zeer laag inkomen voorzien we een huursubsidie.

Om de Europese richtlijnen2020 inzake energie-efficiëntie te halen is een gigantische inspanning nodig. De helft van de woningen in Vlaanderen beantwoorden niet aan huidige energienormen. En het volstaat vaak niet om deze wat ‘op te lappen’. Bij het renoveren moeten we durven nadenken over vernieuwende woontypologieën: inbreidingsprojecten, grondgebonden wonen (hoge dichtheid), stedelijke rijwoningen, en zoveel meer. De vernieuwingsgolf moet duurzaam zijn en een antwoord geven op de uitdagingen van mobiliteit en vergrijzing. De integratie van een zorgwoning in een alleenstaande wijkwoning moet in de toekomst bijvoorbeeld de maatstaf zijn. Compact bouwen is een tweede ruimtelijk aspect die voor meer duurzaamheid zorgt. Rijwoningen en meergezinswoningen (nvdr. appartementen) zijn een pak energiezuiniger. Woonbeleid is ten slotte ook oog hebben voor betaalbare kinderopvang. In samenwerking met privé-initiatief willen wij hier werk van maken.