Beleid Steden

Centrumsteden 10,6% gegroeid sedert 2000

Onze steden evolueren constant. Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem onderzocht de trends in deze steden. De bevolkingsaantallen en de Vlaamse financiering van de steden van de Vlaamse Regering zijn belangrijke parameters voor het Vlaams Stedelijk beleid. De bevolking van Antwerpen, Gent en Hasselt groeiden sedert 2000 met meer dan 12%. De bevolking in Brugge en Kortrijk blijft zo goed als gelijk in de voorbije 16 jaar.  In het totaal tellen alle centrumsteden 10,6% meer inwoners sedert 2000.

Steeds meer inwoners trekken naar de steden. Dit vergt een daadkrachtig stedenbeleid. Vooral scholen en kinderopvang zijn in die steden zorgwekkend. De wachtlijsten zijn alom. Overal is de effectieve groei groter dan de bevolkingsprojecties waarop men het toekomstig beleid baseert. Dit vergt een aangepast Vlaams beleid om bijvoorbeeld de wachtlijsten weg te werken. In steden zoals Kortrijk en Brugge is er geen grote aangroei. In Oostende is er vooral vergrijzing. West-Vlaanderen valt buiten de ruit van de werkgelegenheid. Dit maakt het voor hoogopgeleide jongeren minder aantrekkelijk om er te wonen. Toch zouden de West-Vlaamse steden zich samen met Rijsel, Parijs en Londen verder kunnen ontwikkelen.

De Vlaamse Regering moet een daadkrachtig stedenbeleid voeren waarbij de focus ligt op de versterking van elke centrumstad. Stedenbeleid betekent niet enkel stadsvernieuwing maar ook ruimte om te wonen, voldoende kinderopvang en werkgelegenheid. De meeste steden zijn niet berekend op deze explosieve groei. De bevolkingsprojecties blijken nu reeds niet te kloppen dus zal ook het ruimtelijk beleid aangepast moeten worden. Hoe zal men die extra nood aan woningen voorzien?

Het is een uitdaging om jongeren uit de middenklasse in je stad aan te trekken. Dit zorgt voor welvaart en zo kan je als stad herverdelen. Belangrijk in je stedenbeleid is ook leefbaarheid, groen en vlotte mobiliteit.

Studentensteden groeien aan

De algemene bevolkingsevolutie in de centrumsteden toont heel wat stijgers. De bevolking van Antwerpen, Gent en Leuven groeide de afgelopen 16 jaar met meer dan 12%. De bevolking in Brugge en Kortrijk blijft zo goed als gelijk in de voorbije periode. “Het beeld wordt diverser als we kijken naar het aantal jongeren en jonge gezinnen die zich in de stad gaan vestigen. Vooral de grote studentensteden groeien aan. Opmerkelijk is dat Brugge de laatste jaren de trend keerde en opnieuw aangroeit in bevolking. Dit loopt gelijk met de realisatie van bijkomende studentenhuisvesting in de West-Vlaamse hoofdstad.” aldus Van Volcem.

 

Bevolkingsaantal Bevolkingsaantal Bevolkingsevolutie
2000 2015 2000-2015
Aalst 76.313 83.709 7.396 9,70%
Antwerpen 446.525 513.570 67.045 15,00%
Brugge 116.246 117.886 1.640 1,40%
Genk 62.842 65.463 2.621 4,20%
Gent 224.180 253.266 29.086 13,00%
Hasselt 68.058 76.331 8.273 12,20%
Kortrijk 74.790 75.219 429 0,60%
Leuven 88.014 98.376 10.362 11,80%
Mechelen 75.438 83.975 8.537 11,30%
Oostende 67.279 70.460 3.181 4,70%
Roeselare 54.199 60.386 6.187 11,40%
Sint-Niklaas 68.290 74.289 5.999 8,80%
Turnhout 38.596 42.637 4.041 10,50%
Gemiddelde C13 1.460.770 1.615.567 154.797 10,60%

Ook de korte termijn evolutie zegt iets over de steden. Zo telden de Vlaamse centrumsteden op 1 januari 2015 maar liefst 1.615.567 stedelingen of een stijging met 9.111 inwoners in vergelijking met het jaar voordien. In Gent en Antwerpen kwamen er meer dan 2000 nieuwe inwoners bij. Roeselare is de snelste groeier met een groei van maar liefst 1,1% van de ganse bevolking.

2014 2015 2014-2015
Aalst 83.347 83.709 362 0,40%
Antwerpen 510.610 513.570 2.960 0,60%
Brugge 117.377 117.886 509 0,40%
Genk 65.399 65.463 64 0,10%
Gent 251.133 253.266 2.133 0,80%
Hasselt 75.991 76.331 340 0,40%
Kortrijk 75.128 75.219 91 0,10%
Leuven 98.292 98.376 84 0,10%
Mechelen 83.194 83.975 781 0,90%
Oostende 70.274 70.460 186 0,30%
Roeselare 59.714 60.386 672 1,10%
Sint-Niklaas 73.716 74.289 573 0,80%
Turnhout 42.281 42.637 356 0,80%
1.606.456 1.615.567 9.111

Samenstelling bevolking centrumsteden

De FOD statistiek geeft cijfers vrij van het exact aantal inwoners per stad en per leeftijdsvork van vijf jaar. Van Volcem analyseerde deze cijfers in detail. Zo kan je tendensen zien van het aantal -5 jarigen, van de jeugd, van de actieve bevolking, van het aantal 65+ en van de verzilvering (80+) per centrumstad.

Op basis van de beschikbare cijfers werden indelingen gemaakt die nauw aansluiten bij algemene beleidsinstrumenten. Zo werden 5 categorieën onderscheiden. De -5 jarigen, de personen van 5 tot 19 jaar. De mensen met een leeftijd van 20 tot 64 jaar, de 65+ers en de 80+ers. Let op: in de 65+ers zitten dus ook de 80+ers. Met andere woorden: tel je de eerste vier op zonder de 80+ers dan bekom je reeds 100% van uw populatie.

In het jaar 2015 was 6,1% van de bevolking van de centrumsteden onder de 5 jaar. 15,7% was tussen de 5 en 19 jaar en 59,6% is tussen de 20 en 64 jaar. Het aantal 65+ers bedraagt 18,6% van de stedenbevolking. Voor het eerst sedert 2001 is 6 procent van de stadsmensen zelfs 80+.

Samenstelling Bevolking 2015

Minder dan 5 jaar

Van 5 tot 19 jaar

Van 20 tot 64 jaar

65+

80+

Antwerpen

7,3%

16,9%

59,0%

16,9%

5,6%

Mechelen

6,9%

17,1%

58,8%

17,1%

5,6%

Turnhout

5,6%

15,2%

59,9%

19,3%

5,4%

Leuven

5,6%

13,6%

64,6%

16,3%

5,9%

Brugge

4,5%

14,7%

58,2%

22,7%

7,1%

Kortrijk

5,6%

15,7%

57,3%

21,4%

7,1%

Oostende

4,2%

12,7%

55,7%

27,3%

8,7%

Roeselare

5,4%

16,0%

58,8%

19,7%

6,1%

Aalst

5,7%

15,6%

59,5%

19,2%

6,1%

Gent

6,1%

15,1%

62,0%

16,8%

5,5%

Sint-Niklaas

6,1%

16,9%

56,9%

20,0%

6,1%

Genk

5,3%

17,3%

59,7%

17,7%

5,0%

Hasselt

4,9%

13,6%

61,0%

20,5%

6,3%

Gemiddeld

6,1%

15,7%

59,6%

18,6%

6,0%

 

De verschillen tussen de steden onderling zijn typerend voor elke stad zijn specifieke dynamiek. Het zijn tevens indicatoren die de uitdagingen inzake zorg, kinderopvang, financiële draagkracht, leefbaarheid, etc. helder aangeven.

Uit bovenstaande tabel kan je telkens de top 3 per categorie afleiden.

Meeste % 0 tot 5 jarigen

1

Antwerpen

7,3%

2

Mechelen

6,9%

3

Gent

6,1%

Meeste jeugd

1

Genk

17,3%

2

Mechelen

17,1%

3

Sint-Niklaas

16,9%

 

 

Working Class (20-65)

1

Leuven

64,6%

2

Gent

62,0%

3

Hasselt

61,0%

Meeste 65+

1

Oostende

27,3%

2

Brugge

22,7%

3

Kortrijk

21,4%

Meeste 80+

1

Oostende

8,7%

2

Kortrijk

7,1%

3

Brugge

7,1%

 

 

 

Antwerpen, Mechelen, Gent & Sint-Niklaas tellen meer dan 6% -5 jarigen. Het meeste jeugd vind je dan weer in Genk, Mechelen en Sint-Niklaas. Leuven telt het meest aantal actieve bevolking: zo’n 64,6%, gevolgd door Gent (62%) en Hasselt (61%).  Dat staat in schril contrast met rode lantaarn Oostende: 55,7% mensen is er tussen 20 en 65.  Een factor die heel erg weegt op de inkomsten van de stad.

Drie West-Vlaamse steden staan aan de top inzake vergrijzing. In Oostende is maar liefst 27% ouder dan 65% en 8,7% (!) ouder dan 80! Vlakbij de zee is het merkbaar fijn ouder worden want ook Brugge telt 22,7% 65+ers en 7,1% 80+ers. Kortrijk vult die top 3 aan met 21,4% 65+ers en 7,1% 80+ers.

Met slechts 4,8% 80+ers en het meeste jeugd, komt Genk in aanmerking voor jongste centrumstad van Vlaanderen.

Oostende (12,7%) en Leuven(13,6%) en Hasselt (13,6%) tellen een pak minder jeugd dan hun collega’s centrumsteden.

Evolutie

De eerste beschikbare detailcijfers dateren van 2001. Over een periode van 15 jaar (2001-2015) kan je duidelijke tendensen afmeten. Over het algemeen steeg het aantal inwoners per stad.  In Antwerpen(15,3%) een pak meer als in bijvoorbeeld Kortrijk (0,8%) of Brugge (1,1%). Meer specifiek steeg het aantal -5 jarigen gemiddeld genomen per centrumstad met 25,3 procent. Het aantal 5 tot 19- jarigen stijgt gemiddeld met 6,9 procent terwijl de zogenaamde actieve bevolking (20 tot 64 jarigen) met 10,7% stijgt. De toename van het aantal 65+ers (8,8%) is dan weer grotendeels te wijten aan de toename van het aantal 80+ers (53,9%). Oorzaken van de evoluties in de cijfers zijn onder andere het aantal geboortes, migratie en langere levensverwachting. De cijfers wijzen met andere woorden op een babyboom in de steden, in combinatie met de steeds ouder wordende mens. Tevens merken we enorme verschillen per centrumstad.

Evolutie bevolking

Evolutie 2001-2015

Minder dan 5 jaar

Van 5 tot 19 jaar

Van 20 tot 64 jaar

65+

80+

totale groei

Antwerpen

46,2%

21,0%

17,2%

-3,6%

30,9%

15,3%

Mechelen

27,0%

8,4%

13,1%

2,8%

46,8%

11,2%

Turnhout

26,7%

1,4%

6,7%

26,7%

80,7%

10,1%

Leuven

11,5%

6,0%

14,5%

2,9%

54,7%

11,1%

Brugge

-10,2%

-10,4%

-1,5%

22,7%

71,9%

1,1%

Kortrijk

10,8%

-9,1%

-0,9%

12,4%

64,6%

0,8%

Oostende

5,5%

-7,3%

1,5%

19,3%

62,5%

4,6%

Roeselare

14,4%

-0,1%

9,6%

26,6%

87,4%

11,1%

Aalst

27,6%

9,5%

6,6%

14,2%

88,7%

9,5%

Gent

25,1%

9,7%

15,6%

2,3%

42,6%

12,7%

Sint-Niklaas

26,0%

6,9%

3,5%

22,6%

70,2%

8,7%

Genk

-5,2%

-10,8%

3,3%

34,0%

143,6%

4,1%

Hasselt

17,8%

-4,1%

9,0%

34,4%

105,2%

11,6%

Gemiddelde 13C

25,3%

6,9%

10,7%

8,8%

53,9%

10,5%

* het gemiddelde is het feitelijke gemiddelde: alle  absolute cijfers samengeteld, rekening houdende met verschillende gewichten per stad. Antwerpen weegt dus veel meer door dan bvb. Roeselare.

Bij de helft van de centrumsteden zijn -5 jarigen met minstens 1/4 in aantal toegenomen in 2015 tov 2001.  In Antwerpen zijn er opvallend veel kleine kinderen bijgekomen: 46,2%. Dit staat in schril contrast met Genk waar het aantal -5 jarigen met 5,2% afnam t.o.v. 2001.  De cijfers zijn steeds te analyseren in perspectief:  wat was de situatie vroeger? Was er toen een hoog of laag aantal, waardoor respectievelijk daling of stijging meer voor de hand ligt? In 2001 was 5,9% van de Genkse bevolking -5 jaar, terwijl dat nu gezakt is naar 5,4%.

Brugge (-10,2%) toont ook geen goede evolutiecijfers bij de -5 jarigen.  Ook in het aandeel ten aanzien van de totale bevolking scoort de stad erg zwak (4,5%).

In die 15 jaar tijd is het aantal kinderen in Antwerpen tussen 5 en 19 jaar met een vijfde toegenomen. Gent (9,7%) en Aalst (9,5%) ervaren tevens een serieuze opgang. Tegelijk verliezen Brugge, Genk en Kortrijk bijna een tiende van hun aantal kinderen tussen 5 en 19.  Beide ontwikkelingen hebben serieuze impact op de organisatie van onderwijs, kinderopvang, vrije tijdsvoorzieningen, etc.

De potentieel actieve bevolking – de belangrijkste pijler voor stadsontvangsten – groeit stevig in Antwerpen, Gent en Leuven, klassieke universiteitssteden.

De toename van senioren is het grootst in Genk, Hasselt en Turnhout. Deze zijn belangrijk voor de mate waarin men moet anticiperen met zorgvoorzieningen.

Overzicht

Antwerpen kent de grootste bevolkingsgroei. De grootstad kent veel inkomende migratie en ook het geboortecijfer ligt er hoog. Uit onderzoek blijkt bovendien dat meer dan de helft van de kinderen van 0 tot 17 jaar een vreemde herkomst heeft. Mensen van vreemde origine blijken meer kinderen op de wereld te zetten dan autochtone Belgen. Zij zorgen met andere woorden voor het nodige evenwicht in de bevolkingspiramide. Uit cijfers van 2011 blijkt dat bij de 0 tot 5 jarigen  er in Antwerpen 24 912 kinderen met een vreemde herkomst zijn en 16 847 zonder vreemde herkomst.