Brugge

Vandaag stelt VOORUIT dat de woonbonus voor tweede en derde woningen moet afgeschaft worden op federaal niveau

REDEN :  de woonbonus  voor de eerste woning is in Vlaanderen afgeschaft sedert 2019

Kleine duiding : De woonbonus werd ingevoerd in 2004 toen was de rente op de markt 5 procent.  Vandaag is de rente ongeveer 1,5 procent. De woonbonus leverde een fiscaal voordeel op van ongeveer 2500 euro per persoon of 5000 euro per gezin. Mensen die een woning kochten voor 2019 kregen dus een mooie fiscale aftrek, mensen die na deze datum kochten niet meer.

Toch zijn de prijzen niet gedaald sedert 2019, integendeel ze zelfs veel meer gestegen.   Persoonlijk was ik voorstander om de woonbonus te behouden, maar ze werd in het regeerakkoord toch afgeschaft.  Het was een mooi belastingsvoordeel voor vele starters op de koopmarkt.

Anderzijds kostte het de Vlaamse overheid heel wat middelen. De woonbonus kostte de Vlaamse regering 1,5 miljard op jaarbasis en zou op kruissnelheid oplopen tot 2 miljard op jaarbasis.   De woonbonus zou de prijzen in de lucht duwen (dixit) , hoewel het een maatregel was die gedurende de gehele duur van je hypothecaire lening liep (dus vaak 20 jaar lang).  De begroting zal dus nog zeker tot 2039 met de woonbonus worden bezwaard.

In 2019 werd de woonbonus voor de eigen woning afgeschaft.  Dit zou de prijzen milderen.  We zagen evenwel het omgekeerde.  De prijzen stegen de voorbije twee jaar nooit zo hard.  De reden : de lage rente.

Wel werd in 2021 de registratierechten voor de eerste woning verlaagd naar 3 procent of 1 procent.  Op een  tweede of derde woning of gelijk welk investeringsgoed moet je nu 12 procent registratierechten betalen.  Een starter heeft dus op de koopmarkt een voordeel van 9 procent.  Met andere woorden de starter betaalt voor een woning van 200000 euro een bedrag van 206000 euro of 202000 euro.  De investeerder betaald 200000 euro plus 24000 euro of 224000 euro.  Een verschil dus van 18000 euro met de koper van een tweede woning.  Zo heeft een starter 18000 euro voordeel ten aanzien van de investeerder en zijn er ook minder spaargelden nodig bij de aankoop. 

VERHUURDERS  krijgen geen woonbonus maar wel een intrestaftrek ten belope van hun KI als ze een hypothecaire lening nemen voor het pand (lees geld lenen van de bank). De bewoner van de GEZINSWONING is sowieso vrijgesteld van belasting op het KI in zijn belastingsbrief  (inkomsten uit onroerend inkomen). Deze intrestaftrek van de tweede woning  is beperkt tot het KI van de tweede woning of meerdere woningen. Concreet : Stel dat je een huis koopt om te verhuren en het KI beloopt 1000 euro op jaarbasis, dan mag je de intresten voor het afbetalen van die woning aftrekken van het KI die ongeveer 1000 euro beloopt.  Wie een eerste woning in bezit heeft en er woont is sowieso vrijgesteld van het onroerend inkomen op dat pand in zijn belastingsbrief.

Daarnaast betaalt wel elke eigenaar op gelijke welke woning of vastgoed onroerende voorheffing (is nog iets anders dan de belasting op onroerend inkomen in je belastingsbrief) . De opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn een stedelijke heffing waar de stad zijn begroting mee financiert. Ik stelde een vraag over de intrestaftrek van de niet-eigen woning in de commissie wonen tijdens een hoorzitting over betaalbaar wonen. 

Op eerste zicht denk je misschien dat die aftrek van intresten niet eerlijk is.  Anderzijds motiveert ze mensen om hun spaargeld te investeren in woningen die ze verhuren.   Ook Sien Winters, die als spreker werd gevraagd en onderzoeken doet over betaalbaar wonen stelde dat dit een negatief effect zou hebben op de verhuurmarkt.

Dat kleine fiscaal voordeel afnemen zoals Conner doet zou net de verhuurders (die maatschappelijk een rol betekenen omdat ze 420000 gezinnen huisvesten) naar de beurs kunnen jagen.  Daar wordt veel geld belegd en winsten geboekt, zonder dat er enige belasting wordt betaald.  Bovendien zou het ook kunnen leiden tot hogere huurprijzen omdat de verhuurder het wegvallen van zijn voordeel zou kunnen doorrekenen aan de huurder.

Vraag is of we de zorgzame spaarder willen ontmoedigen te verhuren?  Zij maken immers dat er een aanbod is aan woningen.  Er zijn nu al huurwoningen tekort. Stop met het viseren van verhuurders. Stimuleer net de verhuurmarkt zodat er voldoende woningen op de markt blijven om te verhuren. In plaats van jaloersheid in de hand te werken, zou men vanuit de overheid veel meer moeten focussen op MEER BETAALBARE WONINGEN, zowel koopwoningen als huurwoningen.  HET AANBOD IS NET TE SCHAARS.   Het is de hoogste tijd voor een groot WONINGBOUWPLAN.

Nu zijn er net te weinig betaalbare woningen huurwoningen ook te weinig betaalbare koopwoningen, vooral in de steden waar steeds meer mensen wonen of in studentensteden waar studenten na hun studies blijven hangen. Zo zie je dat de prijzen in Leuven en Gent duurder zijn.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.