Het Brugs schepencollege trok zich eind vorige week terug voor een tweedaags conclaaf. De puntjes werden er opnieuw op de ‘i’ gezet.
Het conclaaf vond plaats in een hotel in Gent. We vergaderden in de collegezaal van het Gentse stadhuis. De stadsfinanciën kwamen aan bod, maar ook spraken we lang over een mogelijke fusie met een of meerdere gemeenten.
Als schepen van financiën en gewezen ondervoorzitter van de commissie binnenlandsbestuur in het Vlaams Parlement lanceerde ik op 31 mei van dit jaar het idee van een fusie. De Vlaamse Regering voorziet een schuldovername tot 50 miljoen euro bij een fusie. Bovendien geeft dit ook meer bestuurskracht en samenwerking op alle domeinen. Kleinere gemeenten zijn op die manier minder afhankelijk van een lage personeelsbezetting en dossiers geraken gemakkelijker afgehandeld. Momenteel is Brugge de derde stad in Vlaanderen. Door een fusie kunnen we die plaats behouden.
Het is mijn plicht om dit soort opportuniteiten te gaan onderzoeken. Mogelijks zijn fusies in volgende legislatuur verplicht zonder tussenkomsten. Dan wil ik, in het belang van onze stad, alle opties bekeken hebben. It takes two to tango, uiteraard. Deze week kwamen al twee burgemeesters op de koffie.
Stadsfinanciën
Ook over de stadsfinanciën werd grondig overleg gepleegd. Opeenvolgende crisissen brengen ook in onze stad heel wat teweeg. De impact van corona bedraagt 41 miljoen euro, maar vooral de toegenomen inflatie zal cumulatief zwaarder doorwegen. Vorig jaar gingen we geen extra leningen aan waardoor onze stadschuld nu historisch laag is. Dat is het gevolg van een voorzichtig financieel beleid deze legislatuur.
Elke schepen werd gevraagd om na te gaan waar binnen zijn of haar departement bespaard kan worden. Daarnaast houden we onze dagelijkse uitgaven onder controle en zo navigeren we de stad financieel gezond door deze turbulente periode!
Hier lees je het dubbelinterview met de burgemeester in de krant van West-Vlaanderen.
Als schepen van financiën en gewezen ondervoorzitter van de commissie binnenlands bestuur in het Vlaams Parlement heb ik aangekaart dat de Vlaamse regering de mogelijkheid voorziet dat er bij fusie een schuldovername is. Op die manier wordt een fusie gefaciliteerd. Daarnaast betekent een fusie ook een versterking van de organisatie. Kleinere gemeenten zijn minder afhankelijk van een lagere personeelsbezetting en dossiers kunnen gemakkelijker afgehandeld worden.
De stadsschuld in Brugge beloopt vandaag 60 miljoen euro. Als we fuseren is er een overname van schuld van 50 miljoen euro. Dat is 2 miljard Belgische Frank. Als schepen van financiën vind ik dat we deze opportuniteit zeker moeten bekijken. Mogelijks worden fusies in volgende legislatuur verplicht zonder tussenkomsten, dus moeten we de huidige opportuniteiten ernstig nemen. Uiteraard moeten gemeenteraden dat willen.
Als er geen gesprekken zijn moeten we deze zeker opstarten. Een fusie is opportuun voor zowel Brugge als de omliggende gemeente waar mogelijks 50 miljoen euro vrijkomt om te investeren in de toekomst.
Brugge is momenteel de derde stad in Vlaanderen en krijgt op basis daarvan middelen uit het Gemeentefonds. Het behouden van deze positie, door mogelijks te fuseren, is gunstig voor de ganse regio.
In Zuienkerke bedraagt de financiële schuld ongeveer één miljoen euro en na deze legislatuur gaat burgemeester Alain De Vlieghe met pensioen. Deze piste moet dus ook zeker onderzocht worden.
Als schepen van financiën is het mijn plicht om dit traject te gaan onderzoeken. Een snelle analyse leert ons de volgende zaken:
Financiële schuld
De uitstaande stadsschuld (zonder OCMW) is gedaald met 7,5 miljoen euro tot 60,7 miljoen euro eind 2021. Hiermee daalde de uitstaande schuld tot een historisch dieptepunt: ± 513 euro per inwoner.
Sinds 2019 zijn er geen nieuwe leningen aangegaan. In de huidige financiële markten is het niet evident om overschotten aan liquide middelen te beleggen. Sinds het najaar 2019 gingen meerdere banken over tot het aanrekenen van negatieve interesten op geplaatst geld boven bepaalde marges. Gezien de toestand van de liquiditeiten en de lage (zelfs negatieve) beleggingsinterestvoeten werd beslist om de investeringen volledig met eigen middelen te financieren, voor zover ze niet gesubsidieerd zijn.
Zoals de tabel hieronder weergeeft zien we dat de actuele financiële schuld van Zuienkerke amper 1 miljoen euro beloopt. Dit komt overeen met een schuld van slechts 371 euro per inwoner. Damme heeft 9,5 miljoen euro schuld en 866 euro per inwoner. Brugge heeft 96,5 miljoen euro schuld (met OCMW) of 813 euro per inwoner.
Reële financiële schuld (schulden van leningen, leasings of soortgelijke overeenkomsten)
2019
2021
TOTAAL
per inwoner
TOTAAL_
per inwoner_
Beernem
11.093.816
707
16.279.439
1.029
Blankenberge
32.450.290
1.595
46.115.321
2.254
Damme
10.421.203
947
9.540.169
866
Jabbeke
18.952.136
1.365
14.782.388
1.066
Knokke-Heist*
34.821.423
1.052
25.091.497
758
Oostkamp*
41.481.628
1.759
39.476.570
1.658
Zedelgem
11.969.250
529
11.248.273
492
Zuienkerke
1.203.318
441
1.004.773
371
bron: antwoord minister Somers op schriftelijke vraag 266 van Mercedes Van Volcem
Personeel
Brugge is in verschillende opzichten de grootste en dat vertaalt zich dan ook in het aantal VTE’s, die werkzaam zijn in het lokaal bestuur. Opvallend is dat Oostkamp per 1000 inwoners het minst aantal medewerkers telt. Blankenberge telt het meest aantal VTE’s per 1000 inwoners. Dat zijn er 7 meer dan Brugge.
Wat de tarieven voor aanvullende personenbelasting betreft, is al veel geschreven over de 0 procent in Knokke-Heist. In Damme, Oostkamp en Zedelgem is deze echter het hoogst met een tarief van 8 procent. Jabbeke en Zuienkerke kloppen af op respectievelijk 7,7 procent en 7,0 procent. Brugge (6,9 procent) kent, op Knokke-Heist en Blankenberge na, het laagste tarief van de vergelijkingsgroep.
Belastingtarief van de aanvullende personenbelasting
Elke gemeente en elke provincie bepaalt volledig zelf de hoogte van haar opcentiemen. De Vlaamse Belastingdienst heeft daar geen zeggenschap over. Oostkamp en Zedelgem hebben de laagste heffing. Deze beloopt er 945. Steden die meer richting de kust liggen, hebben de hoogste opcentiemen voor onroerende voorheffing. In Knokke beloopt deze 1200. In Damme en Zuienkerke beloopt de heffing respectievelijk 1134 en 1133,50.
Evolutie opcentiemen onroerende voorheffing
2019
2020
2021
2022
Beernem
945,00
1.080,00
1.080,00
1.080,00
Blankenberge
1.099,00
1.099,00
1.099,00
1.099,00
Damme
1.134,00
1.134,00
1.134,00
1.134,00
Jabbeke
976,00
976,00
976,00
976,00
Knokke-Heist
1.196,00
1.200,00
1.200,00
1.200,00
Oostkamp
945,00
945,00
945,00
945,00
Zedelgem
945,00
945,00
945,00
945,00
Zuienkerke
1.133,50
1.133,50
1.133,50
1.133,50
Brugge
1.007,56
1.007,56
1.007,56
1.007,56
bron: lokaalbestuur.vlaanderen, financiering, aanslagvoeten opcentiemen en aanvullende belastingen
Alle bovenstaande factoren in achting genomen, lijkt Zuienkerke inderdaad een ware fusie kandidaat. Vooreerst ligt de schuld per inwoner het laagst van alle vergelijkingsgemeenten, en bovendien ligt het belastingtarief van de aanvullende personenbelasting in Zuienkerke (7,0 procent) het dichtst bij dat van Brugge (6,9 procent). Mogelijks worden fusies in de volgende legislatuur verplicht zonder tussenkomsten. We moeten de huidige opportuniteiten dus ernstig nemen!
Vind hier meer cijfers over de vergelijking tussen verschillende randgemeenten van Brugge: