Tag: parlementaire vraag

Vlaams Parlement

Voorwaarden verlaagde registratierechten  

Wie een woning heeft en in Vlaanderen een nieuwe woning koopt, heeft recht op verlaagde registratierechten van drie procent. Dit op voorwaarde dat men de eerste woning binnen de twee jaar verkoopt.

Wie een woning heeft en in Vlaanderen een nieuwe woning koopt, heeft recht op verlaagde registratierechten van drie procent. Dit op voorwaarde dat men de eerste woning binnen de twee jaar verkoopt. Vóór 1 januari 2022 bedroeg de termijn van verkoop slechts één jaar. Omdat dit termijn ‘onredelijk kort’ was, bracht men dit naar twee jaar gebracht. Wanneer het gaat over de aankoop van een enige, eigen woning waarbij de koper zich verbindt tot ingrijpende energetische renovatie of tot sloop en heropbouw, of wanneer de enige eigen woning een beschermd monument is, verlengt men deze termijn tot drie jaar. Wie dus voor 1 januari 2022 zijn enige, eigen woning niet binnen het jaar verkocht kreeg, moest toch de volle pot aan registratierechten betalen.

Daarnaast dooft sinds 1 januari 2022 ook de meeneembaarheid van de registratiebelasting geleidelijk aan uit. Vanaf 1 januari 2024 schaft men deze volledig af. Zij die hun woning niet binnen het jaar verkocht kregen vóór januari 2022, moesten de volle pot aan registratierechten ophoesten én konden niet meer genieten van (volledige) meeneembaarheid.

Hierover stelde ik minister Diependaele een aantal parlementaire vragen.

Lees hier mijn vragen:

Lees hier de antwoorden van de minister:

Brugge

Kadastrale inkomens in 2020 gemiddeld 4,5% lager dan in 2015

BRUSSEL – In 2015 bedroeg het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van de gemiddelde Vlaamse woning 1010. In 2020 is dat nog 964, wat een daling van 4,5% betekent. Elk jaar zien we een daling. De nieuwe woningen die erbij komen hebben duidelijk een lager KI hebben dan de reeds bestaande woningen. Dat blijkt uit de cijfers die Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem opvroege bij minister Demir.

Van Volcem ziet een duidelijke tendens in de cijfers: “De grootste reden die ik zie voor de dalende trend is dat er steeds kleiner gebouwd wordt. Bij nieuwe woonontwikkeling hanteert men kleinere percelen en in de stad bouwen we een pak denser. De woonoppervlakte van nieuwbouw werd de voorbije jaren ook kleiner. Ook de typologie speelt een rol: appartementen hebben gemiddeld genomen een lager KI dan villawoningen. Dus als je verhoudingsgewijs meer appartementen bouwt dan diegene die er al staan draagt dat ook bij tot een dalend KI.  In de centrumsteden Antwerpen en Turnhout daalde het gemiddelde KI zelfs met meer dan 10% sedert 2015.”

Het Kadastraal Inkomen of KI is de gemiddelde jaarlijkse normale nettohuurwaarde van het onroerend goed, maar dus geen écht inkomen. 

Het KI is een fictief inkomen dat overeenstemt met het gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen dat het onroerend goed zijn eigenaar zou opbrengen in referentiejaar 1975. 

In Vlaanderen zien we de laatste vijf jaar een steeds sneller dalende trend van het KI ten opzichte van het jaar ervoor. In 2020 daalde het KI van een gemiddelde Vlaamse woning met 1,37% ten opzichte van 2019.

‘Ik vind niet meteen een aantoonbare oorzaak, van de versnelde beweging de laatste 2 jaar. De steeds strengere energie-eisen zorgen wel dat er veel dichter op elkaar ontwikkeld wordt. Rijwoningen en appartementen zorgen gemiddeld voor een lagere KI.” aldus Van Volcem.

Gemiddeld KI  Vlaams gewestVerschil
20151010,410
20161005,87-0,45%
2017999,38-0,65%
2018990,83-0,86%
2019978,16-1,28%
2020964,72-1,37%
2015-2020 -4,52%

Dalend KI niet problematisch voor overheid

Het kadastraal inkomen (KI) vormt de basis voor de inning van de onroerende voorheffing en voor de bepaling van het onroerende inkomen dat in de personenbelasting belast wordt. Dat het gemiddeld KI daalt is op zich geen probleem voor de inkomsten van de overheid. “Er komen woningen bij, wat voor meer inkomsten zorgt. Het is een keuze van het beleid om niet alles vol te bouwen met grote villawijken.  Dat nieuwe woningeigenaars gemiddeld genomen kleiner wonen en dus minder belastingen betalen is normaal.”

Grote verschillen per centrumstad

De gemiddelde KI’s verschillen ook aanzienlijk per centrumstad. “Een van de oorzaken is het type gebouwen: hoeveel rijwoningen en hoeveel (half) open bebouwingen heeft een stad. Of hoeveel gezinswoningen, kleine en grote appartementen of ruime villa’s worden in de stad gebouwd. Ook de waarde en afwerkingsgraad van de woningen zelf spelen een rol.” verduidelijkt Mercedes Van Volcem.

“We wonen kleiner en dichter”, aldus Van Volcem.

Roeselare is de ‘goedkoopste’ centrumstad als het op gemiddeld KI aankomt: 847 in 2020.  Aalst volgt in het kielzog met 890. Leuven telt het hoogste gemiddelde KI met 1224 anno 2020, gevolgd door Antwerpen met 1152.

gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per centrumstad
centrumstad201520162017201820192020
Aalst933,65924,94920,07913,32902,41890,08
Antwerpen1.289,801.273,301.249,521.224,721.187,021.152,23
Brugge1.029,661.025,481.015,221.002,75985,48958,06
Genk1.057,761.059,871.040,241.023,781.008,93992,05
Gent1.142,191.140,741.128,541.122,241.104,451.085,78
Hasselt1.233,001.218,211.194,761.186,881.185,181.161,47
Kortrijk1.134,361.129,021.123,481.115,471.106,431.084,63
Leuven1.352,981.316,901.298,321.280,841.236,551.224,80
Mechelen1.090,551.080,981.065,621.059,441.058,771.039,37
Oostende947,31942,33935,98930,58919,97905,05
Roeselaere889,01881,49878,18873,01855,50847,19
Sint-Niklaas1.077,101.068,651.058,141.048,341.023,901.006,05
Turnhout1.049,511.054,111.037,271.011,04983,71934,28
Vlaams Gewest1.010,411.005,87999,38990,83978,16964,72
andere Vlaamse gemeenten963,07960,14956,33949,41939,72929,43
Gemiddelde KI per centrumstad.

Daling KI grootst in Antwerpen, Turnhout en Leuven

In de centrumsteden (-7,4%) daalt het gemiddeld KI van 2015 tot 2020 dubbel zo hard als in de andere gemeenten en steden (-3,5%). Onderling zijn er bovendien nog grotere verschillen. Turnhout spant de kroon met -11% gevolgd door Antwerpen (-10,7%) en Leuven (-9,5%).  “Een mogelijke oorzaak is een groot aantal nieuwbouwprojecten die veel kleinere woonoppervlaktes hebben dan het bestaand patrimonium. Om dit met zekerheid te weten zou je nog iets diepgaandere analyses moeten doen per stad.” aldus Van Volcem.

procentuele toename gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per centrumstad      
centrumstad201620172018201920202015-2020
Aalst-0,9%-0,5%-0,7%-1,2%-1,4%-4,7%
Antwerpen-1,3%-1,9%-2,0%-3,1%-2,9%-10,7%
Brugge-0,4%-1,0%-1,2%-1,7%-2,8%-7,0%
Genk0,2%-1,9%-1,6%-1,5%-1,7%-6,2%
Gent-0,1%-1,1%-0,6%-1,6%-1,7%-4,9%
Hasselt-1,2%-1,9%-0,7%-0,1%-2,0%-5,8%
Kortrijk-0,5%-0,5%-0,7%-0,8%-2,0%-4,4%
Leuven-2,7%-1,4%-1,3%-3,5%-1,0%-9,5%
Mechelen-0,9%-1,4%-0,6%-0,1%-1,8%-4,7%
Oostende-0,5%-0,7%-0,6%-1,1%-1,6%-4,5%
Roeselaere-0,8%-0,4%-0,6%-2,0%-1,0%-4,7%
Sint-Niklaas-0,8%-1,0%-0,9%-2,3%-1,7%-6,6%
Turnhout0,4%-1,6%-2,5%-2,7%-5,0%-11,0%
Procentuele toename KI per centrumstad.
 Vlaams gewestVerschil centrumstedenandere
20151010,410 00
20161005,87-0,45% -0,87%-0,30%
2017999,38-0,65% -1,33%-0,40%
2018990,83-0,86% -1,23%-0,72%
2019978,16-1,28% -2,01%-1,02%
2020964,72-1,37% -2,15%-1,10%
2015-2020 -4,52% -7,38%-3,49%
Brugge

Na één jaar: 62 hectare bomen gepland van 4000

BRUSSEL – Vlaanderen geldt een ontbossingsverbod. Uitzonderlijk kan er wel een vergunning verleend worden om te ontbossen. Zo’n ontbossing moet echter steeds door een nieuw bos gecompenseerd worden. Sinds 1 oktober 2019 is er slechts 62 hectare nieuw bos en 38,4 hectare compensatiebos aangelegd. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir op een schriftelijke vraag van Open Vld-parlementslid Mercedes Van Volcem. “Er zijn een aantal verzachtende omstandigheden waardoor er dit eerste jaar van de legislatuur nog maar weinig nieuw bos is aangeplant. De doelstelling tegen 2024 is echter 4.000 hectare nieuw bos. Afgelopen jaar werd er daar met 62 hectare slechts 1,55% van gerealiseerd. Ik vrees dan ook dat het de komende jaren, ook zonder die verzachtende omstandigheden, nog een helse uitdaging wordt om de doelstelling te halen”, zegt Van Volcem.

Om te voorkomen dat de bosoppervlakte in Vlaanderen verder achteruitgaat, is er sinds 1990 een ontbossingsverbod van kracht. Slechts in een beperkt aantal gevallen kan er een vergunning verleend worden om wel te ontbossen. Zo’n ontbossing moet op zijn beurt bijna altijd door een nieuw bos gecompenseerd worden. Meestal gebeurt de boscompensatie door het betalen van een zogenaamde bosbehoudsbijdrage aan het boscompensatiefonds van de overheid. Deze bedraagt 3,66 euro/m2 voor een naaldbos en 7,32 euro/m2 voor een inheems loofbos. Een tweede mogelijkheid om bos te compenseren is door zelf een compensatiebos aan te planten. Een derde mogelijkheid is om een overeenkomst te sluiten met de eigenaar van een stuk grond, die hierop een compensatiebos aanplant en daarvoor een vergoeding krijgt van degene die ontbost. Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld) vroeg zich af waar we staan op vlak van nieuw en gecompenseerd bos en stelde er een schriftelijke vraag over.

Uit het antwoord van minister Zuhal Demir blijkt dat het boscompensatiefonds op 27 oktober 2020 4.420.977 euro aan ontvangsten bevatte. Verder tonen de cijfers geregistreerd op bosteller.be aan dat er sinds 1 oktober 2019 slechts 62 hectare nieuw bos en 38,4 hectare compensatiebos werd aangelegd. “Er zijn – zoals de minister ook aangeeft – een aantal verzachtende omstandigheden waardoor er dit eerste jaar van de legislatuur nog maar weinig nieuw bos is aangeplant”, zegt Van Volcem. Zo is er nog maar één plantseizoen achter de rug (half oktober tot eind maart). Ook werd er recent een nieuw subsidiebesluit voor bebossing goedgekeurd waarop zij die nieuw bos willen aanleggen gewacht hebben omdat ze nu meer subsidies krijgen. Tot slot is er onlangs een nieuwe projectoproep voor openbare besturen gelanceerd voor de aankoop van gronden voor bosuitbreiding.

“De doelstelling die minister Demir zichzelf tegen 2024 gezet heeft is maar liefst 4.000 hectare nieuw bos. Het voorbije jaar werd er daarvan met 62 hectare slechts 1,55% gerealiseerd. Ik vrees dan ook dat het de komende drie jaar, ook zonder die verzachtende omstandigheden, nog een heus huzarenstukje wordt om de doelstelling te halen”, aldus Van Volcem. “Nu we iedereen mobiliseren om bomen te planten en duurzaam te leven, moet de overheid het goede voorbeeld geven. Bomen zijn letterlijk en figuurlijk onze parasols. Meer bomen zijn dus een goede zaak in onze oververhitte wereld. Mensen willen in een kwalitatieve en gezonde omgeving wonen.”

Meer info: