Het coronavirus veroorzaakt tal van problemen. Op tal van niveaus worden steunmaatregelen uitgewerkt om deze moeilijke periode door te komen. Het is voor niemand evident om door het bos het bomen te zien. Daarom volgend overzicht voor jullie:
Vlaamse Steunmaatregelen
1. Vlaamse hinderpremie
Ondernemingen die verplicht moeten sluiten door
de federale richtlijnen en een fysieke locatie hebben, krijgen een premie van
4.000 euro (wordt niet belast). Vanaf 5 april krijgen ze bovendien 160 euro per
sluitingsdag die samenvalt met een normale openingsdag, zolang de federale
sluitingsrichtlijnen van kracht blijven.
Bijkomende info:
- Deze premie kan je krijgen voor maximaal 5 vestigingen van eenzelfde groep/keten.
- VZW’s komen ook in aanmerking indien ze minstens 1 VTE in dienst hebben.
- Zelfstandigen in bijberoep komen ook in aanmerking als ze dezelfde sociale bijdragen betalen als een zelfstandige in hoofdberoep (dit is het geval vanaf inkomsten boven de 13993 euro).
2. Corona compensatiepremie
Ondernemingen die mogen openblijven of verder werken, maar door exploitatiebeperkingen een omzetverlies hebben – ten gevolge van minder prestaties en niet door uitgesteld te factureren – van minstens 60% tussen 15 maart en 30 april (ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar), krijgen een eenmalige vergoeding van 3.000 euro (wordt niet belast). De locatieverplichting die bij de hinderpremie centraal staat, is hier niet van toepassing.
Dit is een brede groep: alle ondernemingen die
dit omzetverlies kunnen aantonen komen in aanmerking. Belangrijkste groepen die
de facto dit omzetverlies hebben, zijn bedrijven in de evenementensector met
ook veel freelancers; (para-)medische beroepen zoals kinesitherapeuten,
tandartsen, psychologen of logopedisten die enkel nog dringende interventies
mogen doen; bedrijven die essentiële dienstverlening leveren inzake voeding
zoals pralinewinkels of drankenhandelaars, maar door gebrek aan passage of
toeristen toch zwaar omzetverlies lijden; schilders of loodgieters die enkel
nog dringende herstellingswerken mogen uitvoeren; landbouwers die gericht voor
horeca-afnemers werken, enz….
Bijkomende info:
- Deze
premie kan je krijgen voor maximaal 5 vestigingen van eenzelfde groep/keten.
- VZW’s
komen ook in aanmerking indien ze minstens 1 VTE in dienst hebben.
- Zelfstandigen
in bijberoep krijgen ook 3.000 euro als ze dezelfde sociale bijdragen betalen
als een zelfstandige in hoofdberoep.
- Een
zelfstandige in bijberoep met een jaarlijks inkomen tussen 7keur en 14keur
krijgt een halve premie van 1500 euro. Dit geldt ook voor zij die verplicht
moeten sluiten, aangezien zij een te laag inkomen hebben voor een volwaardige
hinderpremie.
- Gepensioneerden
die nog een zelfstandige activiteit uitoefenen, krijgen ook een halve premie
van 1500 euro, net zoals student-ondernemers.
- Het
omzetverlies is in eerste instantie op verklaring van eer, maar zal ex post worden
gecontroleerd door een koppeling met de btw-administratie te maken.
De hinderpremie en compensatiepremie zijn maatregelen die vooral gericht zijn, hoewel niet uitsluitend, op zelfstandigen, winkeliers, kleine kmo’s et cetera. In de meeste gevallen kunnen deze 2 premies gecombineerd worden met het federale overbruggingsrecht.
Mercedes Van Volcem
3. Uitbreiding waarborgregeling door coronacrisis (PMV)
Om de economische impact van het coronavirus op te vangen, heeft de Vlaamse regering besloten om tot eind dit jaar de bestaande waarborgregeling tot 1,5 miljoen euro bij PMV/z uit te breiden voor bepaalde schulden. Daarvoor wordt € 100 miljoen vrijgemaakt.
4. COVID-19 waarborg (PMV)
In het kader van de tijdelijke versoepeling van
de Europese staatssteunregels ingevolge de coronacrisis, zal Gigarant (waarborgregeling
boven € 1,5 miljoen) een aangepaste COVID-19 waarborg in de markt kunnen
zetten, die meer flexibiliteit biedt. De waarborgcapaciteit van Gigarant wordt
hiervoor opgetrokken van de huidige € 1,5 miljard naar € 3 miljard.
5. Nieuwe achtergestelde lening (PMV)
Er komen signalen uit de markt dat er, naast de
federaal voorziene overbruggingskredieten op maximum 12 maanden die
liquiditeitsnoden op heel korte termijn lenigen, een grote nood is aan
financieringsinstrumenten die een financiële buffer op middellange termijn
creëren. PMV is daarom bezig met de uitwerking van een nieuwe achtergestelde
lening.
Deze leningen werkt op 3 doelgroepen:
- KMO’s en
werknemers die aan de slag kunnen blijven, maar die daarvoor bepaalde
Corona-gerelateerde investeringen moeten maken (bijvoorbeeld rond veiligheid,
digitalisering et cetera).
- Innovatieve
start-ups & scale-ups die grote investeringen hebben in R&D of klaar
zijn om hun product naar de markt te brengen. Deze bedrijven moeten zich
richten op risicokapitaalsverschaffers, maar door de crisis houden deze de
vinger op de knip.
- Voor
cashflow genererende starters en meer mature kmo’s: werkkapitaal- en
overbruggingsfinanciering op middellange termijn, teneinde de markt toe te
laten te normaliseren zodat omzet en cashflow terug op een normaal peil kan
komen.
Voor deze achtergestelde leningen zal PMV een
budget van 250 miljoen euro voorzien.
Deze 3 PMV-maatregelen zijn complementair met het federale waarborgfonds dat met de bankensector is afgesproken. De federale deal omvat het uitstel van betaling van leningen tot en met 6 maanden en het waarborgen van nieuwe leningen tot 12 maanden (overbruggingskredieten). De Vlaamse maatregelen hebben een langere looptijd met bijhorende voorwaarden en vormen een complementair pakket.
Mercedes Van Volcem
6. Energie- en waterpremie
Werknemers die op tijdelijke werkloosheid zijn
geplaatst, krijgen van de Vlaamse overheid een premie voor hun energie-en
waterfacturen te betalen van 200 euro.
7. Uitstel van belastingen
Vlaamse onroerende voorheffing zal in het najaar in plaats van het voorjaar geïnd worden. Dit gaat om 1 miljard euro. Ook de verkeersbelasting, en enkele andere lasten, worden uitgesteld.
8. Wat staat nog op stapel: een noodfonds van 200 miljoen euro
Een noodfonds ten behoeve van gesubsidieerde sectoren (zoals cultuur, jeugd, media, sport, schoolreizen etc.) alsook specifieke sectoren (bv. sierteelt, delen van toerisme, mobiliteit & openbare werken). We monitoren de impact van de corona-crisis op al deze sectoren en voorzien een provisie in de begroting van 200 miljoen euro, zodat we betrokken organisaties en sectoren in zekere mate kunnen helpen om die impact zo goed mogelijk te verwerken. Bovendien garanderen we dat alle reguliere subsidies uitbetaald zullen worden. De verdere modaliteiten moeten nog verder worden uitgewerkt in de komende weken.
9. Overige Vlaamse specifieke maatregelen
- Aanmoedigingspremie voor werknemers: uitbreiding reeds bestaand Vlaamse aanmoedingspremie
- Dienstencheques: verlenging geldigheidsduur plus verhoging subsidie per geleverde cheque.
- Maatwerkbedrijven en de lokale diensteneconomie: eenmalige hogere loonpremie
- Wijkwerken: versoepeling regels rond hertoeleiding. Bijvoorbeeld: een wijk-werker die in de kinderopvang ondersteunde maar door de mindere vraag daarin onderbroken wordt, kan heringeschakeld worden naar bijvoorbeeld een containerpark. Elke lokale wijk-werk organisator mag aan de VDAB vragen om bepaalde activiteiten toe te voegen aan de Vlaamse wijk-werk-activiteitenlijst. De VDAB zal bijna elke vraag positief beantwoorden.
- Elke
wijkwerker zal een maandelijkse vergoeding krijgen van 70% van een gemiddelde
vergoeding gebaseerd op het aantal prestaties in de maanden augustus 2019 tot
en met januari 2020; indien de wijkwerker kan heringeschakeld worden, komt bovenop
het forfait van 70% ook de klassieke uurvergoeding.
- Verlenging
van de geldigheidsduur van de wijk-werkcheques met drie maanden.
- Individuele
beroepsopleiding (IBO):
- Een IBO is
een vorm van werkplekleren waarna cursisten worden aangeworven als werknemers
binnen het bedrijf. Doordat vele bedrijven hun activiteiten stilleggen, worden
de IBO-overeenkomsten ook noodgedwongen stopgezet moeten worden.
- Wegens het
onverwachts stopzetten van hun IBO-overeenkomst wordt voorgesteld om de
IBO-cursisten die een arbeidsovereenkomst verworven zouden hebben een
tijdelijke premie toe te kennen. Deze bedraagt 70% van waar een cursist recht
op had op het moment van de stopzetting van zijn IBO-overeenkomst.
- 5 miljoen
euro wordt vrijgemaakt voor jeugd en sociaal toerisme.
Federale steunmaatregelen
Maatregelen werk
Op resp. 6 maart en 20 maart had de federale
regering al maatregelen genomen om de schok van de coronacrisis voor bedrijven,
werknemers en zelfstandigen op te vangen. De volgende maatregelen werden o.a.
toen beslist:
- Versoepeling tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
- Automatisch uitstel van belastingen en sociale bijdragen
- Versoepeling van de toegang tot het overbruggingsrecht
Daarnaast werden er bijkomende maatregelen beslist om ervoor te zorgen dat kritieke sectoren voldoende werknemers blijven hebben en om personen te beschermen tegen de effecten van de coronacrisis die momenteel nog niet waren weerhouden (bv. zelfstandigen in bijberoep, actief gepensioneerden, werklozen,…). Deze maatregelen worden hieronder opgesomd:
1. Verhoging overuren voor kritieke sectoren van
100u naar 220u
- De extra 120u op te nemen tussen 1/4
en 30/6
- Geen overloon op deze 120u
- Bruto = netto op deze 120u
2. Asielzoekers mogen werken – werkgever moet instaan voor de opvang
3. Mogelijkheid tot afsluiten van opeenvolgende
arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur (minimaal 7 dagen)
- Voor kritieke sectoren
- Mogelijk gedurende 3 maanden
4. Mogelijkheid tot ter beschikking stelling van personeel aan kritieke sectoren – mogelijks gedurende drie maanden
5. Studentenarbeid – prestaties geleverd in het 2de kwartaal van 2020 zullen niet meegeteld worden voor het contingent van 475u
6. Cumul tijdelijke werkloosheid en swt met
deeltijdse arbeid
- Beperkt tot de land-, tuin- en bosbouw
- Bij elke gewerkte dag: behoud van 75%
van de uitkering. Hierdoor zal men zo’n 20 euro per dag netto meer verdienen
dan iemand die normaal in de sector werkt
- Toegelaten in april en mei
7. Geen degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen gedurende 3 maanden – geldt voor werknemers, iets gelijkaardigs geldt voor de artiesten
8. Mogelijkheid om tijdskrediet tijdelijk te onderbroken
- Personen in tijdskrediet,
loopbaanonderbreking en thematisch verlof kunnen dit tijdelijk onderbreken om
terug aan het werk te gaan
- De uitkering stopt wanneer men terug
aan het werk gaat
- Na de coronacrisis kan men het
tijdskrediet, de loopbaanonderbreking en het thematisch verlof terug opnemen
9. Mogelijkheid om tijdens tijdskrediet,
loopbaanonderbreking en thematisch verlof bij een andere werkgever te werken
- Enkel mogelijk in kritieke sectoren
- Slechts mogelijk gedurende 1 maand,
wel verlengbaar met 1 maand
- Wanneer men bij een andere werkgever
werkt, behoudt men 75% van zijn uitkering
10. Half overbruggingsrecht voor zelfstandigen in
bijberoep en actief gepensioneerden
- Voor zij die verplicht hun
activiteiten moeten onderbreken
- De zelfstandigen in bijberoep moeten
een netto belastbaar inkomen hebben tussen 6.996,89 en 13.993,77 euro
- De som van dit halve
overbruggingsrecht en andere uitkeringen mag niet hoger zijn dan 1.614,10 euro
11. Mogelijkheid om het overbruggingsrecht te cumuleren met een ander vervangingsinkomen
12. Bankenplan
Op
1 april is het charter van Febelfin in werking getreden. Het betreft een
vrijwillig initiatief van de sector (m.a.w. de overheid komt hier financieel
niet in tussen). Het geeft uitstel van betaling aan ondernemingen en
zelfstandigen evenals aan hypothecaire kredietnemers die in betalingsproblemen
komen als gevolg van de coronacrisis. Het charter van Febelfin met de concrete
modaliteiten kan in bijlage van deze nota worden teruggevonden. Gedurende de
eerste week van het charter hebben de banken al 86.000 particulieren en
bedrijven (40.000 particulieren en 46.000 ondernemingen) voor een totaal
bedrag van 1 miljard euro betalingsuitstel gegeven. De Nationale Bank van
België en de thesaurie monitoren of de banken hun engagementen respecteren.
Naast
het charter van Febelfin dat betrekking heeft op bestaande kredieten, werd
zaterdag 11 april ook het KB aangenomen dat de waarborgregeling van maximaal
50 miljard euro in werking doet treden. Bij de waarborgregeling gaat het om
nieuwe bijkomende kredieten of kredietlijnen van max. 12 maanden die
tussen 1 april en 30 september 2020 aan levensvatbare ondernemingen,
zelfstandigen en non-profitorganisaties worden verstrekt. De volgende kredieten
zijn wel uitgesloten: herfinancieringskredieten en wederopnames van kredieten
verleend vóór april (want geen “new money”), leasingovereenkomsten en
factoringovereenkomsten.
Banken
krijgen de mogelijkheid om max. 15% van hun nieuwe kredieten buiten de
waarborgregeling te plaatsen. De reden hiervoor is dat er nog steeds
bedrijven zijn die niet getroffen zijn door de coronacrisis. Het zou niet
correct zijn om aan deze bedrijven de vergoeding te vragen die in het kader van
de waarborgregeling verschuldigd is. Deze bedrijven hebben immers de
waarborgregeling niet echt nodig. Zij geraken nog aan financiering zonder de waarborgregeling.
Voor het gros van de bedrijven is de waarborgregeling natuurlijk wel
belangrijk. Deze zal ervoor zorgen dat de financiering aan ondernemingen en
zelfstandigen intact blijft.
Onder
“levensvatbaar” worden de volgende voorwaarden verstaan:
- Geen achterstallen op lopende
kredieten, belastingen en sociale bijdragen op 1/2/2020 of niet meer dan 30
dagen achterstallen op 29/2/2020
- Geen actieve kredietherstructurering
hebben lopen op 31/1/2020
Zoals
uit hierboven blijkt, kijken we naar de levensvatbaarheid vóór het uitbreken
van de coronacrisis. Andere kenmerken van de waarborgregeling zijn:
- De interest mag niet meer dan
1,25% op jaarbasis bedragen.
- Volgens de Europese regels inzake
staatssteun moet er een vergoeding voor de staatswaarborg worden betaald,
die gelijk is aan 25 basispunten voor kmo’s en 50 basispunten voor grote
ondernemingen.
- Indien men een krediet van meer dan
50 miljoen euro wenst te verstrekken, dan moet dit voorafgaandelijk door
de regering worden goedgekeurd.
Na
het aflopen van de staatswaarborg zal er per bank worden gekeken hoeveel
verliezen er werden geboekt op de portefeuille. Wat betreft de lastenverdeling
gelden de volgende afspraken:
- Bij verliezen kleiner dan 3%: alles
wordt gedragen door de financiële sector (first loss).
- De verliezen tussen 3% en 5%: 50% door
de overheid en 50% door de financiële sector.
- De verliezen meer dan 5%: 80% door de
overheid en 20% door de financiële sector.
De waarborgregeling zal retroactief in werking treden op 1 april 2020. Net als voor het charter van Febelfin zal de Nationale Bank en de thesaurie de uitvoering van de staatswaarborg op het terrein monitoren.