Tag: Vlaams Parlement

Brugge Vlaams Parlement

Mercedes Van Volcem: “Schaf erfbelasting tussen partners af”

Wat eerst een Voorstel van Decreet was vond geen steun bij coalitiepartners CD&V en N-VA. Daarom dient Mercedes Van Volcem (Open Vld) nu een conceptnota in om de discussie te openen over het afschaffen van de taks op verdriet. Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem is duidelijk bij het indienen van haar conceptnota rond erfbelasting. De erfbelasting tussen partners moet afgeschaft worden: “Wanneer je net geconfronteerd wordt met het verlies van je partner, is het laatste wat je nodig hebt een onrechtvaardige belasting op vermogen dat reeds belast is, begint Van Volcem. “Ik blijf het waanzinnig vinden dat je na het jarenlang opbouwen van een leven, van een spaarpotje, dat je hierop belast wordt. Je erft niet, dat kapitaal is al van jou.”

Binnen de 4 maanden na het overlijden van jouw partner dient de aangifte van nalatenschap ingediend te worden. “Terwijl het proces van rouwen nog volop plaatsvindt, volgt met de erfbelasting ook nog eens een financiële kaakslag. Niet alleen is dit een taks op verdriet. Ze is dan ook nog eens onrechtvaardig,” vertelt Mercedes Van Volcem.

Vandaag bouwen echtgenoten en partners samen een vermogen op. Op dit vermogen betalen zij tijdens hun leven al belastingen. Bij het overlijden van een echtgenoot of partner wordt datzelfde vermogen nog maar eens belast. Als niet veel later ook de tweede partner komt te overlijden, moet die erfbelasting nog maar eens betaald worden. “Het voelt niet alleen oneerlijk. Dat is het ook”.

“De belastingdruk in ons land behoort al tot de hoogste ter wereld. Het afschaffen van de erfbelasting tussen echtgenoten en partners kan daarom een eerste stap zijn om die belastingdruk te verlichten. In 13 andere Europese landen betaalt men zelfs géén erfrecht. Ik diende daarom een conceptnota in om het debat hierover opnieuw te openen”, klinkt het bij Van Volcem.

Belastingschijven sinds 1997 niet meer geïndexeerd

“Bovendien zijn de belastingschijven sinds 1997 nooit aangepast aan de inflatie. De koopkracht van de mensen neemt af en de gewesten worden slapend rijk,” ligt Van Volcem toe.

Mochten de belastingschijven van de erfbelasting echter op dezelfde manier zijn geïndexeerd als de belastingschijven van de personenbelasting, dan zou een erfgenaam eind 2023 op een erfenis van een partner 3% belasting moeten betalen op de eerste schijf van 92.145 euro, 9% op de tweede schijf tussen 92.145 euro en 460.725 euro en 27% op de derde schijf boven 460.725 euro.

Impact op burgers, maar ook op begroting

Het afschaffen van de maatregel zou een budgettaire impact hebben van zo’n 170 miljoen euro op de inkomsten van de Vlaamse Regering. De daling aan inkomsten wordt echter deels opgevangen door de uitfasering van de woonbonus. Het stopzetten van de Geïntegreerde Woonbonus eind 2019 beëindigde de instroom van belastingplichtigen waardoor een uitdoofscenario is ingezet.

Deze conceptnota is niet alleen een stap naar rechtvaardigheid maar ook naar financiële verlichting voor echtgenoten en partners. “We moeten erkennen dat partners tijdens hun leven al geconfronteerd worden met belastingen op gezamenlijk opgebouwd vermogen. Het is hoog tijd om hen bij overlijden te ontlasten”, sluit Van Volcem nog af.

Vlaams Parlement

Betaalbaar wonen? Simpeler, sneller en slimmer

Betaalbaar wonen komt hoe langer hoe meer onder druk. Tegen 2035 moeten we voor 500.000 nieuwe woningen zorgen. Betaalbaar wonen komt hoe langer hoe meer onder druk. Met dit woonplan stellen we in 10 punten voor hoe we dit zullen omkeren.

Woonplan

De Vlaming heeft een baksteen in de maag. Een eigen woning is en blijft een droom van velen. Deze ambitie staat echter onder druk. Vooral jongeren zonder hulp van thuis en alleenstaanden ondervinden dit. Het wordt steeds moeilijker voor hen om zonder financiële hulp een eigen plek te verwerven. Tegelijkertijd ervaren woningeigenaren een groeiende last van regelgeving met stijgende (renovatie)kosten tot gevolg.

Voor liberalen is eigendom cruciaal voor persoonlijke vooruitgang. Een eigen woning biedt bescherming in mindere tijden en de mogelijkheid om vermogen op te bouwen. Het huren van een kwalitatieve woning is eveneens belangrijk voor wie actief deelneemt aan het arbeidsproces.

Onze doelen met dit woonplan zijn helder:

  1. Iedereen die werkt, inclusief jongeren en alleenstaanden, moet een betaalbare woning kunnen verwerven.
  2. Verbetering van de energie-efficiëntie van woningen om hoge energiekosten te vermijden.
  3. Vrijheid voor mensen om te kiezen waar en met wie ze wonen.

Om deze doelen te bereiken, stellen we een concreet woonplan voor. Allereerst is het essentieel om het woningaanbod te vergroten. Tegen 2035 moeten er jaarlijks ongeveer 50.000 nieuwe woningen worden gebouwd om aan de behoeften te voldoen.

We streven naar toegankelijkheid op de koop- en huurmarkt voor mensen met diverse financiële achtergronden. Ondersteuning bij renovaties en verbeteringen in energie-efficiëntie is een belangrijk aspect, niet alleen voor individuele financiën maar ook voor milieudoelstellingen.

Daarnaast willen we nieuwe woonvormen mogelijk maken door deregulering. Of het nu gaat om samenwonen, woningdelen met familie, vrienden, gepensioneerden of anderen – we willen flexibiliteit bieden. Dit alles moet gepaard gaan met versterking van stads- en dorpskernen zonder verlies van hun karakter, en het behoud van open ruimtes.

In dit nieuwe hoofdstuk van wonen in Vlaanderen streven we naar een evenwichtige en inclusieve benadering, waarbij dromen niet alleen worden gekoesterd maar ook gerealiseerd, en waar de toekomst wordt gebouwd met een solide fundering van woningen voor iedereen.

Vlaams Parlement

Steun voor wie een eerste woning wil kopen !

In een poging om mensen te ondersteunen die voor het eerst een woning willen kopen, keurde de Vlaamse Regering een Visienota ‘Waarborg Hypothecair krediet’ goed.

Het jaar 2023 bracht uitdagingen voor zowel zij die een eerste woning wilden kopen als de bouwsector in Vlaanderen. Een aanzienlijke daling van het aantal bouwvergunningen en hypotheekverstrekkingen zette de toon voor een moeilijke periode. Banken merkten ook op dat het aantal toegestane hypothecaire kredieten fors was gedaald, vooral als gevolg van een stijgende hypotheekrente.

Om deze trend te keren, wordt daarbij voorgesteld om vanuit Vlaanderen een waarborg te verstrekken op het stuk van de lening boven 90% van de woning. En dit specifiek gericht op first-time buyers.

Inhoudelijke Modaliteiten

  • De waarborg geldt voor het deel van de lening boven 90% van de woningwaarde.
  • De waarborg komt op de tweede plaats en wordt alleen aangesproken als er wanbetaling optreedt.
  • De maatregel is gericht op eerste kopers, met een maximale aankoopwaarde van €434.830.
  • De waarborgperiode is beperkt tot de eerste vijf jaar van de lening, met een eenmalige premie van 0,10% op de lening. Dit zal ervoor zorgen dat first time buyers met minder eigen inbreng ook vlotter bij een bank hypothecair krediet kunnen afsluiten

Het doel van de maatregel

De maatregel beoogt banken aan te moedigen om de bestaande mogelijkheid om leningen van meer dan 90% toe te kennen. Bij de productie van nieuwe hypothecaire leningen hebben banken namelijk een tolerantiemarge van 35% om leningen van 90% of meer toe te kennen aan startende kopers (maximum 5% hiervan mag meer dan 100% LTV bedragen). In 2023 bedroeg dit aandeel slechts 22%. Banken moeten dus aangespoord worden om meer leningen met een “hoge” loan to value aan startende kopers toe te kennen.

Woning

Om de banken hiertoe aan te sporen wordt voorgesteld om vanuit Vlaanderen een waarborg te verstrekken op het stuk van de lening boven 90% van de waarde van de woning, in het geval van first time buyers. Deze borgstelling komt in tweede rang en heeft tot doel om banken aan te sporen om in een groter aantal gevallen aan kandidaat-ontleners met voldoende terugbetalingscapaciteit maar die over onvoldoende eigen middelen beschikken een lening met een loan to value hoger dan 90% toe te kennen. Het waarborgmechanisme zal eveneens voor de Erkende Kredietmaatschappijen opengesteld worden.

Inschatting budgettaire impact

Bij een volledige invulling van de kloof tussen de 22% reeds verstrekte kredieten en de beoogde 35% er een jaarlijkse machtiging nodig is van omstreeks 92 miljoen euro.

Lees hieronder de volledige Visienota: Waarborg hypothecair krediet:

Vlaams Parlement

Iedereen wil goed boeren ! Deel 2.  We stimuleren de aankoop van een eigen woning

De Vlaamse Regering introduceert de Vlaamse Woonwaarborg om jonge huizenkopers te ondersteunen.

De overheid staat garant voor 10 procent van het geleende bedrag, met als doel banken aan te moedigen hogere leningen te verstrekken, mogelijk tot de volledige waarde van de woning. De maatregel is bedoeld om jonge Vlamingen te helpen bij het overwinnen van de uitdaging van de vaak vereiste 20 procent eigen inbreng.

De woonwaarborg, die op 1 januari 2025 van kracht zal zijn, geldt alleen voor aankoop van de eerste woning, nieuwe leningen en heeft een limiet van 434.830 euro voor de aankoopwaarde van de woning. Banken betalen een premie van 0,1 procent van het uitgeleende bedrag aan Vlaanderen in ruil voor de waarborg. Deze maatregel ziet men als cruciaal om de woningbouwsector nieuw leven in te blazen te midden van een afname van hypothecaire leningen en vergunningsaanvragen voor nieuwbouw. Embuild, de sectororganisatie van de bouw, verwelkomt de maatregel als een stimulans voor energie-efficiënte woningbouw.

Lees het volledige artikel hier.

Vlaams Parlement

Wonen betaalbaar houden? We kijken eens bij de buur: een werkbezoek

Deze morgen vertrok ik naar Nederland voor een werkbezoek over de grens. De leden van de commissie Wonen in het Vlaams Parlement, nemen een kijkje bij onze buren en wisselen inzichten en ervaringen uit met onze Nederlandse collega’s. Het werkbezoek duurt tot en met vrijdagavond. We zullen ingaan op enkele cruciale kwesties inzake het woonbeleid, onroerend erfgoed en monumentenzorg.

Op de planning staat een bezoek aan het gemeentebestuur Maastricht, bezoek aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de provincie Zuid-Holland en het gemeentebestuur Den Haag. Ook zullen we vergaderen met de Rijksdienst Monumentenzorg en het provinciebestuur Zuid-Holland en het gemeentebestuur Den Haag bezoeken.

Woonbeleid en Volkshuisvesting doorheen het werkbezoek

Een van de hoofdthema’s van dit werkbezoek is het Nederlandse woonbeleid en de volkshuisvesting. We zullen discussiëren over verschillende aspecten van dit beleid, variërend van betaalbaar wonen tot sociale huisvesting en studentenhuisvesting. Hier zijn enkele van de vragen en onderwerpen die aan bod zullen komen:

  • Betaalbaar wonen: We willen een dieper inzicht krijgen in de betaalbaarheid van woningen in Nederland met inbegrip van koop- en huurprijzen, hypotheekrenteaftrek en huurregulering. Ook zullen we bespreken welke voorwaarden gelden voor huurtoelagen binnen de private huurmarkt en hoeveel mensen daarvan profiteren.
  • Sociale huisvesting: Het aanbod van sociale woningen en de stimulansen om dit aanbod te vergroten. Ook de voorwaarden voor toegang tot dit systeem, zullen aan bod komen.
  • Opkoopbescherming: We zijn geïnteresseerd in de effecten van maatregelen zoals opkoopbescherming op de betaalbaarheid van koopwoningen en de beperking van beleggers die woningen kopen om te verhuren.
  • Energetische renovatie: Nederland heeft ambitieuze doelstellingen voor klimaatneutraliteit in 2050. We willen begrijpen hoe de overheid omgaat met energetische renovaties en welke incentives zij ter beschikking stelt om deze doelstellingen te behalen.
  • Huisvestingsbeleid voor diverse doelgroepen: Naast sociale huisvesting en studentenhuisvesting, willen we weten hoe Nederland omgaat met de huisvesting van bijvoorbeeld vluchtelingen en asielzoekers.
  • Regulering van toeristische verhuring: Airbnb en soortgelijke platforms hebben de verhuurmarkt veranderd. We zullen bespreken hoe Nederland deze verhuring reguleert.

We zullen ook cijfers bekijken. De gemiddelde koop- en huurprijzen en het percentage sociale huurwoningen en private huurwoningen zullen aan bod komen. Ik ben ook benieuwd naar de verdeling tussen particuliere verhuurders en investeringsgroepen.

Onroerend Erfgoed en Monumentenzorg

Naast woonbeleid, zal ons werkbezoek zich ook richten op onroerend erfgoed en monumentenzorg. We zijn benieuwd naar hoe Nederland bepaalt welk erfgoed behouden blijft voor toekomstige generaties. Daarnaast wil ik graag weten of er een classificatiesysteem wordt gebruikt voor overheidssteun.

We zullen specifiek spreken over herbestemming van kerkgebouwen en andere monumenten, en de uitdagingen rond renovaties en toegankelijkheid.

Dit werkbezoek biedt ons de kans om te leren van onze Nederlandse collega’s en ideeën uit te wisselen over deze belangrijke onderwerpen. Ik kijk ernaar uit om te leren hoe deze inzichten kunnen bijdragen aan het beleid en de besluitvorming in Vlaanderen.

Vlaams Parlement

Mercedes aangesteld als commissievoorzitter

BRUSSEL – De start van het politiek jaar bracht heuglijk nieuws voor de Brugse Mercedes Van Volcem. Voor de opening van de plenaire vergadering op woensdag 27 september werd zij aangesteld als voorzitter van de commissie Brussel, Vlaamse Rand en Dierenwelzijn. “Een mooie erkenning”, klinkt het. Open vld levert deze legislatuur twee commissievoorzitters af.

De aanstelling en goedkeuring van de nieuwe commissievoorzitter vond plaats net vóór aanvang van de plenaire vergadering op woensdag 27 september. Mercedes Van Volcem werd door de liberale partij voorgedragen als nieuwe commissievoorzitter en het parlement keurde unaniem goed.

Van 2014 tot 2019 zetelde Van Volcem ook al als commissievoorzitter, toen van de commissie Binnenlands Bestuur. De liberale politica heeft ondertussen al een mooie staat van dienst in het Vlaams Parlement. Al 15 jaar volgt zij er het Vlaams woonbeleid op en ook in de commissie Mobiliteit was zij al twee legislaturen een vast gezicht.

Deze aanstelling volgt op het recente vertrek van Els Ampe uit de partij. Van Volcem is vastbesloten om ook haar nieuwe rol als commissievoorzitter van de commissie Brussel, Vlaamse Rand en Dierenwelzijn met dezelfde toewijding te vervullen.

Vlaams Parlement

Studenten hoger onderwijs kiezen steeds vaker voor opleiding in Engels

Steeds meer studenten in Vlaanderen kiezen voor een opleiding in het Engels. Dat blijkt uit een rondvraag van De Tijd. Vlaamse scholen en universiteiten verwelkomen tot wel 200 procent meer studenten in hun Engelstalige programma’s. Een trend die zowel internationale, maar ook meer Belgische studenten aantrekt.

Vooral bedrijfsgerichte opleidingen zien een stijging in populariteit. Universiteiten melden eveneens een toename in inschrijvingen voor opleidingen als bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen, ingenieursrichtingen en literatuurstudies.

Waarom zijn anderstalige opleidingen zo belangrijk? Het antwoord ligt in de noodzaak om zich voor te bereiden op de werkplek van morgen die steeds diverser en internationaler wordt. Studenten begrijpen dat het beheersen van het Engels een essentiële troef is in een geglobaliseerde wereld en ze willen zich hierop voorbereiden.

Echter, er zijn beperkingen opgelegd aan de verengelsing van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Momenteel vereist de wet dat voor elke Engelstalige opleiding een Nederlandstalige variant beschikbaar is en er is een plafond ingesteld dat bepaalt hoeveel opleidingen in een andere taal dan het Nederlands mogen worden gegeven. Voor bacheloropleidingen is dit plafond 9 procent en voor masteropleidingen 35 procent.

Deze beperkingen leiden tot de discussie en oproepen om uitzonderingen toe te staan. De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) pleit bijvoorbeeld voor “regelluwe pilootprojecten” waar taalregels niet gelden en experimenten kunnen plaatsvinden. Dit voorstel is gebaseerd op de overtuiging dat het aantrekken van wetenschappelijk toptalent en het voldoen aan de vraag van het bedrijfsleven naar Engelstalige opleidingen van vitaal belang zijn voor de toekomst van Vlaanderen.

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts is echter terughoudend. Studenten lopen hierdoor echter het risico dat ze zich onvoldoende voorbereid op de arbeidsmarkt begeven en dus kansen kunnen missen.

Bron: De Tijd

Brugge Vlaams Parlement

Buitengewone zorg: goed nieuws voor Louis en mama Lien !

Louis Verdonck (9), het kind uit Sint-Michiels dat dreigde lange uren in de bus naar een school voor buitengewoon onderwijs in Deinze te moeten zitten, zal uiteindelijk toch met de taxi naar school kunnen gaan. Dit deelde het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) mee. Voorts gaf het kabinet aan dat er een miscommunicatie is opgetreden tussen De Lijn en de school.

In eerdere berichtgeving maakte men melding van verschillende leerlingen in het buitengewoon onderwijs die opnieuw langdurige busreizen naar school dreigden te moeten maken. Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) voorzag extra busritten, taxi’s en minibusjes. Sommige van deze ritten zijn nu echter weer geannuleerd. Dat leidde tot onrust bij verschillende ouders.

Lien Koelman (35) uit Brugge, de moeder van de negenjarige Louis, die vanwege een hersenverlamming in een rolstoel zit, deelde haar verhaal. Louis werd sinds april 2021 met de taxi naar Ten Dries gebracht. Dat is een basisschool voor buitengewoon onderwijs met buitengewone zorg in Deinze. Deze maatregel, inclusief taxi’s en extra minibusjes, was een van de initiatieven die minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) in 2021 had genomen. Hiermee zorgde ze dat leerlingen niet langer dan 90 minuten in de bus naar school hoefden te zitten.

“Op een goed halfuurtje was Louis op school”, vervolgde zijn mama. “Een heel groot verschil qua vermoeidheid. Hij was om 17 uur thuis.” Maar die extra dienstregeling schrapte men plots. Op die manier werd de tocht van en naar school weer een helletocht voor de jongen. “Maar er is blijkbaar toch een miscommunicatie gelopen tussen De Lijn en de school”, klinkt het bij Vlaams minister Lydia Peeters (Open Vld). Op vraag van haar partijgenote Mercedes Van Volcem nam ze het dossier nog eens ter harte.

Volgens Peeters was Louis gedurende een bepaalde periode niet meer met de taxi meegegaan. Het contract was nog steeds van kracht en de school hem niet had afgemeld. De Lijn plaatste Louis weer op de bus bij het opstellen van de planning, maar gezien de buitengewone zorg behoefte van de jongen, verzocht de minister De Lijn vorige week al om het dossier opnieuw te bekijken en maatwerk te leveren.

Dit is goed nieuws voor moeder Lien, hoewel ze nog geen gedetailleerde informatie heeft ontvangen. Ze heeft vernomen via de schooldirecteur dat Louis de taxi kan delen met twee andere kinderen.

Bron: HLN

Vlaams Parlement

Gemeenten vanaf nu ook betrokken bij ontwikkeling van woonreservegebieden

Op 7 juli 2023 trad het nieuwe Decreet Woonreservegebieden in werking dat de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot woonreservegebieden verandert. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de ontwikkeling en het behoud van deze gebieden, die van oudsher dienden als een soort ‘reserve’ voor wonen en aanverwante activiteiten.

Het begrip woonreservegebieden

De term is een verzamelnaam voor verschillende soorten gebieden, waaronder woonuitbreidingsgebieden, reservegebieden voor woonwijken, woonreservegebieden en woonaansnijdingsgebieden. Deze gebieden zijn in beginsel bedoeld voor woningen en daaraan gerelateerde activiteiten. Men kan ze echter alleen op ‘collectieve’ wijze ontwikkelen als de overheid daarvoor groen licht geeft. Dit kan gebeuren als er een actuele behoefte aan woningen is of onder strikte voorwaarden.

Deze gebieden fungeerden als een soort buffer. Men kon ze aansnijden als de behoefte daaraan ontstond. De regels om deze gebieden te ontwikkelen waren echter complex geworden, deels als gevolg van uiteenlopende en strenge juridische uitspraken. Zo konden woonuitbreidingsgebieden alleen worden bebouwd na de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), het verlenen van een omgevingsvergunning voor groepswoningbouw, een principieel akkoord van de deputatie (PRIAK) of op initiatief van sociale huisvestingsmaatschappijen.

Opmerkelijk is dat veel van deze gebieden nog steeds onontwikkeld zijn, waarbij ongeveer 12.200 hectare aan woonuitbreidingsgebied nog braak ligt. In lijn met de ‘bouwshift‘, die beoogt dat er tegen 2040 geen extra ruimte wordt ingenomen, heeft de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement besloten om nieuwe regels in te voeren om deze onbenutte gebieden te behouden.

Een stolp over de woonreservegebieden

Op 7 juli 2023 trad het nieuwe Decreet Woonreservegebieden in werking, gebaseerd op het decreet van 26 mei 2023 tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot woonreservegebieden.

Het algemene doel van dit nieuwe decreet is om als het ware een ‘stolp’ over de woonreservegebieden te plaatsen. De kerngedachte is dat deze gebieden alleen kunnen worden ontwikkeld wanneer de gemeenteraad besluit het betreffende gebied ‘vrij te geven’.

Het is nu de gemeenteraad die de knoop doorhakt over de eventuele vrijgave van een woonreservegebied. Deze vrijgave kan voor het hele gebied gelden, maar ook slechts voor een deel ervan. De gemeenteraad moet in dat tweede geval echter beargumenteren waarom. Hierbij moet de gemeente aantonen dat het vrijgegeven gedeelte ruimtelijk afzonderbaar is en de ontwikkeling van de rest van het gebied niet belemmert.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of stedenbouwkundige handelingen kan alleen worden verleend op basis van een voorafgaand besluit van de gemeenteraad om het woonreservegebied vrij te geven. De gemeente moet daarbij zorgen voor een kwalitatieve en duurzame ontwikkeling van het gebied, zonder dat het nodig is om een actuele behoefte aan woningen aan te tonen. Dit ‘vrijgavebesluit’ bepaalt daarmee zowel de voorwaarden voor de ontwikkeling van het gebied als eventuele lasten die worden opgelegd. Deze regeling voorkomt dus dat woonreservegebieden rechtstreeks kunnen worden aangesneden zonder betrokkenheid van de gemeente.

Het is opvallend dat niet alleen de gemeente het initiatief kan nemen voor een vrijgavebesluit. Ook eigenaren van gronden binnen de woonreservegebieden kunnen de gemeente verzoeken om een gebied vrij te geven door een concreet project voor te leggen. Dit betekent een belangrijke verandering, omdat sociale huisvestingsmaatschappijen niet langer een voorkeursbehandeling krijgen, zoals voorheen het geval was.

Samengevat, hoewel de bestemming van woonreservegebieden onveranderd blijft, is het in de toekomst niet langer mogelijk om deze gebieden direct te ontwikkelen. De gemeente moet altijd betrokken zijn. Zij beoordelen of het woonreservegebied in aanmerking komt om aan te snijden en bepalen de voorwaarden waaronder dit kan gebeuren.

Wat gebeurt er met reeds aangesneden gebieden?

Voor gronden in woonreservegebieden met een niet-vervallen verkavelingsvergunning of eerdere omgevingsvergunningen voor groepswoningbouwprojecten gelden voortaan de voorschriften van ‘gewoon’ woongebied. De verkavelingsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden blijven echter van kracht. Deze kan men aanpassen via een bijstellingsprocedure.

Hoewel er in principe geen bestemmingswijziging plaatsvindt, gelden nu de voorschriften van gewoon woongebied. Bovendien voorziet het decreet niet langer in een aparte regeling voor individuele woningen of restpercelen, zoals in een eerdere ontwerpwet wel het geval was.

Het decreet is al in werking getreden

Het decreet werd oorspronkelijk goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 26 mei 2023 en trad in werking op 7 juli 2023. De nieuwe regeling voor woonreservegebieden is nu van kracht.

Bovendien keurde de Vlaamse Regering op 30 juni 2023 een uitvoeringsbesluit bij dit decreet principieel goed. Dit markeert een belangrijke stap in het realiseren van de nieuwe regels omtrent woonreservegebieden. Ongetwijfeld zal dit invloed hebben op de toekomstige ontwikkeling van deze gebieden in Vlaanderen.