Tag: Vlaams Parlement

Vlaams Parlement

Wonen betaalbaar houden? We kijken eens bij de buur: een werkbezoek

Deze morgen vertrok ik naar Nederland voor een werkbezoek over de grens. De leden van de commissie Wonen in het Vlaams Parlement, nemen een kijkje bij onze buren en wisselen inzichten en ervaringen uit met onze Nederlandse collega’s. Het werkbezoek duurt tot en met vrijdagavond. We zullen ingaan op enkele cruciale kwesties inzake het woonbeleid, onroerend erfgoed en monumentenzorg.

Op de planning staat een bezoek aan het gemeentebestuur Maastricht, bezoek aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de provincie Zuid-Holland en het gemeentebestuur Den Haag. Ook zullen we vergaderen met de Rijksdienst Monumentenzorg en het provinciebestuur Zuid-Holland en het gemeentebestuur Den Haag bezoeken.

Woonbeleid en Volkshuisvesting doorheen het werkbezoek

Een van de hoofdthema’s van dit werkbezoek is het Nederlandse woonbeleid en de volkshuisvesting. We zullen discussiëren over verschillende aspecten van dit beleid, variërend van betaalbaar wonen tot sociale huisvesting en studentenhuisvesting. Hier zijn enkele van de vragen en onderwerpen die aan bod zullen komen:

  • Betaalbaar wonen: We willen een dieper inzicht krijgen in de betaalbaarheid van woningen in Nederland met inbegrip van koop- en huurprijzen, hypotheekrenteaftrek en huurregulering. Ook zullen we bespreken welke voorwaarden gelden voor huurtoelagen binnen de private huurmarkt en hoeveel mensen daarvan profiteren.
  • Sociale huisvesting: Het aanbod van sociale woningen en de stimulansen om dit aanbod te vergroten. Ook de voorwaarden voor toegang tot dit systeem, zullen aan bod komen.
  • Opkoopbescherming: We zijn geïnteresseerd in de effecten van maatregelen zoals opkoopbescherming op de betaalbaarheid van koopwoningen en de beperking van beleggers die woningen kopen om te verhuren.
  • Energetische renovatie: Nederland heeft ambitieuze doelstellingen voor klimaatneutraliteit in 2050. We willen begrijpen hoe de overheid omgaat met energetische renovaties en welke incentives zij ter beschikking stelt om deze doelstellingen te behalen.
  • Huisvestingsbeleid voor diverse doelgroepen: Naast sociale huisvesting en studentenhuisvesting, willen we weten hoe Nederland omgaat met de huisvesting van bijvoorbeeld vluchtelingen en asielzoekers.
  • Regulering van toeristische verhuring: Airbnb en soortgelijke platforms hebben de verhuurmarkt veranderd. We zullen bespreken hoe Nederland deze verhuring reguleert.

We zullen ook cijfers bekijken. De gemiddelde koop- en huurprijzen en het percentage sociale huurwoningen en private huurwoningen zullen aan bod komen. Ik ben ook benieuwd naar de verdeling tussen particuliere verhuurders en investeringsgroepen.

Onroerend Erfgoed en Monumentenzorg

Naast woonbeleid, zal ons werkbezoek zich ook richten op onroerend erfgoed en monumentenzorg. We zijn benieuwd naar hoe Nederland bepaalt welk erfgoed behouden blijft voor toekomstige generaties. Daarnaast wil ik graag weten of er een classificatiesysteem wordt gebruikt voor overheidssteun.

We zullen specifiek spreken over herbestemming van kerkgebouwen en andere monumenten, en de uitdagingen rond renovaties en toegankelijkheid.

Dit werkbezoek biedt ons de kans om te leren van onze Nederlandse collega’s en ideeën uit te wisselen over deze belangrijke onderwerpen. Ik kijk ernaar uit om te leren hoe deze inzichten kunnen bijdragen aan het beleid en de besluitvorming in Vlaanderen.

Vlaams Parlement

Mercedes aangesteld als commissievoorzitter

BRUSSEL – De start van het politiek jaar bracht heuglijk nieuws voor de Brugse Mercedes Van Volcem. Voor de opening van de plenaire vergadering op woensdag 27 september werd zij aangesteld als voorzitter van de commissie Brussel, Vlaamse Rand en Dierenwelzijn. “Een mooie erkenning”, klinkt het. Open vld levert deze legislatuur twee commissievoorzitters af.

De aanstelling en goedkeuring van de nieuwe commissievoorzitter vond plaats net vóór aanvang van de plenaire vergadering op woensdag 27 september. Mercedes Van Volcem werd door de liberale partij voorgedragen als nieuwe commissievoorzitter en het parlement keurde unaniem goed.

Van 2014 tot 2019 zetelde Van Volcem ook al als commissievoorzitter, toen van de commissie Binnenlands Bestuur. De liberale politica heeft ondertussen al een mooie staat van dienst in het Vlaams Parlement. Al 15 jaar volgt zij er het Vlaams woonbeleid op en ook in de commissie Mobiliteit was zij al twee legislaturen een vast gezicht.

Deze aanstelling volgt op het recente vertrek van Els Ampe uit de partij. Van Volcem is vastbesloten om ook haar nieuwe rol als commissievoorzitter van de commissie Brussel, Vlaamse Rand en Dierenwelzijn met dezelfde toewijding te vervullen.

Vlaams Parlement

Studenten hoger onderwijs kiezen steeds vaker voor opleiding in Engels

Steeds meer studenten in Vlaanderen kiezen voor een opleiding in het Engels. Dat blijkt uit een rondvraag van De Tijd. Vlaamse scholen en universiteiten verwelkomen tot wel 200 procent meer studenten in hun Engelstalige programma’s. Een trend die zowel internationale, maar ook meer Belgische studenten aantrekt.

Vooral bedrijfsgerichte opleidingen zien een stijging in populariteit. Universiteiten melden eveneens een toename in inschrijvingen voor opleidingen als bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen, ingenieursrichtingen en literatuurstudies.

Waarom zijn anderstalige opleidingen zo belangrijk? Het antwoord ligt in de noodzaak om zich voor te bereiden op de werkplek van morgen die steeds diverser en internationaler wordt. Studenten begrijpen dat het beheersen van het Engels een essentiële troef is in een geglobaliseerde wereld en ze willen zich hierop voorbereiden.

Echter, er zijn beperkingen opgelegd aan de verengelsing van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Momenteel vereist de wet dat voor elke Engelstalige opleiding een Nederlandstalige variant beschikbaar is en er is een plafond ingesteld dat bepaalt hoeveel opleidingen in een andere taal dan het Nederlands mogen worden gegeven. Voor bacheloropleidingen is dit plafond 9 procent en voor masteropleidingen 35 procent.

Deze beperkingen leiden tot de discussie en oproepen om uitzonderingen toe te staan. De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) pleit bijvoorbeeld voor “regelluwe pilootprojecten” waar taalregels niet gelden en experimenten kunnen plaatsvinden. Dit voorstel is gebaseerd op de overtuiging dat het aantrekken van wetenschappelijk toptalent en het voldoen aan de vraag van het bedrijfsleven naar Engelstalige opleidingen van vitaal belang zijn voor de toekomst van Vlaanderen.

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts is echter terughoudend. Studenten lopen hierdoor echter het risico dat ze zich onvoldoende voorbereid op de arbeidsmarkt begeven en dus kansen kunnen missen.

Bron: De Tijd

Brugge Vlaams Parlement

Buitengewone zorg: goed nieuws voor Louis en mama Lien !

Louis Verdonck (9), het kind uit Sint-Michiels dat dreigde lange uren in de bus naar een school voor buitengewoon onderwijs in Deinze te moeten zitten, zal uiteindelijk toch met de taxi naar school kunnen gaan. Dit deelde het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) mee. Voorts gaf het kabinet aan dat er een miscommunicatie is opgetreden tussen De Lijn en de school.

In eerdere berichtgeving maakte men melding van verschillende leerlingen in het buitengewoon onderwijs die opnieuw langdurige busreizen naar school dreigden te moeten maken. Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) voorzag extra busritten, taxi’s en minibusjes. Sommige van deze ritten zijn nu echter weer geannuleerd. Dat leidde tot onrust bij verschillende ouders.

Lien Koelman (35) uit Brugge, de moeder van de negenjarige Louis, die vanwege een hersenverlamming in een rolstoel zit, deelde haar verhaal. Louis werd sinds april 2021 met de taxi naar Ten Dries gebracht. Dat is een basisschool voor buitengewoon onderwijs met buitengewone zorg in Deinze. Deze maatregel, inclusief taxi’s en extra minibusjes, was een van de initiatieven die minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) in 2021 had genomen. Hiermee zorgde ze dat leerlingen niet langer dan 90 minuten in de bus naar school hoefden te zitten.

“Op een goed halfuurtje was Louis op school”, vervolgde zijn mama. “Een heel groot verschil qua vermoeidheid. Hij was om 17 uur thuis.” Maar die extra dienstregeling schrapte men plots. Op die manier werd de tocht van en naar school weer een helletocht voor de jongen. “Maar er is blijkbaar toch een miscommunicatie gelopen tussen De Lijn en de school”, klinkt het bij Vlaams minister Lydia Peeters (Open Vld). Op vraag van haar partijgenote Mercedes Van Volcem nam ze het dossier nog eens ter harte.

Volgens Peeters was Louis gedurende een bepaalde periode niet meer met de taxi meegegaan. Het contract was nog steeds van kracht en de school hem niet had afgemeld. De Lijn plaatste Louis weer op de bus bij het opstellen van de planning, maar gezien de buitengewone zorg behoefte van de jongen, verzocht de minister De Lijn vorige week al om het dossier opnieuw te bekijken en maatwerk te leveren.

Dit is goed nieuws voor moeder Lien, hoewel ze nog geen gedetailleerde informatie heeft ontvangen. Ze heeft vernomen via de schooldirecteur dat Louis de taxi kan delen met twee andere kinderen.

Bron: HLN

Vlaams Parlement

Gemeenten vanaf nu ook betrokken bij ontwikkeling van woonreservegebieden

Op 7 juli 2023 trad het nieuwe Decreet Woonreservegebieden in werking dat de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot woonreservegebieden verandert. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de ontwikkeling en het behoud van deze gebieden, die van oudsher dienden als een soort ‘reserve’ voor wonen en aanverwante activiteiten.

Het begrip woonreservegebieden

De term is een verzamelnaam voor verschillende soorten gebieden, waaronder woonuitbreidingsgebieden, reservegebieden voor woonwijken, woonreservegebieden en woonaansnijdingsgebieden. Deze gebieden zijn in beginsel bedoeld voor woningen en daaraan gerelateerde activiteiten. Men kan ze echter alleen op ‘collectieve’ wijze ontwikkelen als de overheid daarvoor groen licht geeft. Dit kan gebeuren als er een actuele behoefte aan woningen is of onder strikte voorwaarden.

Deze gebieden fungeerden als een soort buffer. Men kon ze aansnijden als de behoefte daaraan ontstond. De regels om deze gebieden te ontwikkelen waren echter complex geworden, deels als gevolg van uiteenlopende en strenge juridische uitspraken. Zo konden woonuitbreidingsgebieden alleen worden bebouwd na de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), het verlenen van een omgevingsvergunning voor groepswoningbouw, een principieel akkoord van de deputatie (PRIAK) of op initiatief van sociale huisvestingsmaatschappijen.

Opmerkelijk is dat veel van deze gebieden nog steeds onontwikkeld zijn, waarbij ongeveer 12.200 hectare aan woonuitbreidingsgebied nog braak ligt. In lijn met de ‘bouwshift‘, die beoogt dat er tegen 2040 geen extra ruimte wordt ingenomen, heeft de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement besloten om nieuwe regels in te voeren om deze onbenutte gebieden te behouden.

Een stolp over de woonreservegebieden

Op 7 juli 2023 trad het nieuwe Decreet Woonreservegebieden in werking, gebaseerd op het decreet van 26 mei 2023 tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot woonreservegebieden.

Het algemene doel van dit nieuwe decreet is om als het ware een ‘stolp’ over de woonreservegebieden te plaatsen. De kerngedachte is dat deze gebieden alleen kunnen worden ontwikkeld wanneer de gemeenteraad besluit het betreffende gebied ‘vrij te geven’.

Het is nu de gemeenteraad die de knoop doorhakt over de eventuele vrijgave van een woonreservegebied. Deze vrijgave kan voor het hele gebied gelden, maar ook slechts voor een deel ervan. De gemeenteraad moet in dat tweede geval echter beargumenteren waarom. Hierbij moet de gemeente aantonen dat het vrijgegeven gedeelte ruimtelijk afzonderbaar is en de ontwikkeling van de rest van het gebied niet belemmert.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of stedenbouwkundige handelingen kan alleen worden verleend op basis van een voorafgaand besluit van de gemeenteraad om het woonreservegebied vrij te geven. De gemeente moet daarbij zorgen voor een kwalitatieve en duurzame ontwikkeling van het gebied, zonder dat het nodig is om een actuele behoefte aan woningen aan te tonen. Dit ‘vrijgavebesluit’ bepaalt daarmee zowel de voorwaarden voor de ontwikkeling van het gebied als eventuele lasten die worden opgelegd. Deze regeling voorkomt dus dat woonreservegebieden rechtstreeks kunnen worden aangesneden zonder betrokkenheid van de gemeente.

Het is opvallend dat niet alleen de gemeente het initiatief kan nemen voor een vrijgavebesluit. Ook eigenaren van gronden binnen de woonreservegebieden kunnen de gemeente verzoeken om een gebied vrij te geven door een concreet project voor te leggen. Dit betekent een belangrijke verandering, omdat sociale huisvestingsmaatschappijen niet langer een voorkeursbehandeling krijgen, zoals voorheen het geval was.

Samengevat, hoewel de bestemming van woonreservegebieden onveranderd blijft, is het in de toekomst niet langer mogelijk om deze gebieden direct te ontwikkelen. De gemeente moet altijd betrokken zijn. Zij beoordelen of het woonreservegebied in aanmerking komt om aan te snijden en bepalen de voorwaarden waaronder dit kan gebeuren.

Wat gebeurt er met reeds aangesneden gebieden?

Voor gronden in woonreservegebieden met een niet-vervallen verkavelingsvergunning of eerdere omgevingsvergunningen voor groepswoningbouwprojecten gelden voortaan de voorschriften van ‘gewoon’ woongebied. De verkavelingsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden blijven echter van kracht. Deze kan men aanpassen via een bijstellingsprocedure.

Hoewel er in principe geen bestemmingswijziging plaatsvindt, gelden nu de voorschriften van gewoon woongebied. Bovendien voorziet het decreet niet langer in een aparte regeling voor individuele woningen of restpercelen, zoals in een eerdere ontwerpwet wel het geval was.

Het decreet is al in werking getreden

Het decreet werd oorspronkelijk goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 26 mei 2023 en trad in werking op 7 juli 2023. De nieuwe regeling voor woonreservegebieden is nu van kracht.

Bovendien keurde de Vlaamse Regering op 30 juni 2023 een uitvoeringsbesluit bij dit decreet principieel goed. Dit markeert een belangrijke stap in het realiseren van de nieuwe regels omtrent woonreservegebieden. Ongetwijfeld zal dit invloed hebben op de toekomstige ontwikkeling van deze gebieden in Vlaanderen.

Vlaams Parlement

Bijna 15.000 sociale woningen voldoen niet aan dakisolatienorm of hebben enkele beglazing

Bijna 15.000 sociale woningen in Vlaanderen hebben ontoereikende dakisolatie of enkele beglazing. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem (Open VLD) heeft opgevraagd bij minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA). Van Volcem noemt de cijfers zelf “onrustwekkend”. “Een overheid zou zelf het voorbeeld moeten geven om daadwerkelijk een versnelling in de renovatie van het Vlaams woonpatrimonium te bewerkstelligen”, aldus Van Volcem.

BRON: HLN

Van alle geïnventariseerde sociale woningen in Vlaanderen blijken er 4.637 woningen niet te voldoen aan de dakisolatienorm. Die norm bepaalt dat alle zelfstandige woningen in Vlaanderen over de nodige dakisolatie moeten beschikken. Het zijn volgens de gegevens van minister Diependaele vooral eengezinswoningen die niet voldoen aan de norm. Ontoereikende dakisolatie betekent automatisch energieverlies en verhoogde energiekosten.

Daarnaast zijn er bijna 10.000 sociale woningen, 9.862 om precies te zijn, die deels of overwegend enkele beglazing hebben. Ook daar is meteen sprake van warmteverlies, hoger energieverbruik en dus hogere energiekosten.

“Verontrustende situatie”

Open VLD-parlementslid Mercedes Van Volcem spreekt van een “verontrustende situatie”. Die situatie legt volgens haar ook “een zware last op de schouders van de sociale huurders, die al in moeilijke tijden verkeren en geconfronteerd worden met hoge energiekosten”.

Van Volcem doet een oproep om de betrokken woningen snel te renoveren en dringt er bij minister Diependaele op aan een versnelling hoger te schakelen.

De Open VLD-politica wijst er daarbij ook op dat een op de vijf sociale woningen nog een EPC-label van D of lager heeft. Een versnelde aanpak is daarom nodig, meent de Brugse. “De verouderde staat van ons sociaal woonpatrimonium in Vlaanderen vraagt om een actief renovatiepad. Het is van cruciaal belang dat we hier snel stappen ondernemen om onze huurders te voorzien van kwalitatieve, energiezuinige woningen die tegelijkertijd bijdragen aan het behalen van onze klimaatdoelstellingen tegen 2050.”

“Bewust eenzijdige” interpretatie

Volgens Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele interpreteert Van Volcem de cijfers “bewust eenzijdig”. “Wanneer we ons sociaal patrimonium bekijken, stellen we vast dat we ver vooruit lopen op de reguliere woningmarkt. Maar liefst 53 procent van onze sociale woningen hebben EPC label A of B, tegenover 28 procent voor diezelfde labels op de private woonmarkt. Spreken van verouderd en een verontrustende situatie, is dan ook manifest onwaar”, reageert Diependaele.

Nog volgens Diependaele hanteert Vlaanderen net een “versnelde en overkoepelende aanpak” om het woningpark tegen 2050 op EPC label A te krijgen. Er is daarbij ook een aanzienlijk budget uitgetrokken om ingrijpende renovaties te financieren en Vlaanderen mikt met het Aster project ook op 395.000 zonnepanelen op sociale woningen.

Brugge

Lachgasverbod in Groot-Brittannië en Nederland: wanneer volgt Vlaanderen?

In 2020 stelde ik de problematiek van lachgas in het verkeer tijdens de commissie in het Vlaams Parlement aan de kaak. Ik vroeg de minister hierover samen te zitten met haar collega’s van het federale niveau om op die manier snel tot maatregelen, en een lachgasverbod in het verkeer, te komen. In 2021 herhaalde ik diezelfde oproep aan de minister.

Herhaaldelijk vroeg ik reeds aandacht voor het gebruik van lachgas in het verkeer in Vlaanderen. In Groot-Brittannië pleitte minister Michael Gove recentelijk ook voor beperkingen op de verkoop van lachgas, waarbij hij stelt dat het alleen voor beoogde doeleinden moet worden verkocht. In Nederland is lachgas sinds 1 januari 2023 verboden, wat inhoudt dat bezit en verkoop ervan illegaal zijn.

Minister Lydia Peeters reageerde op mijn schriftelijke vragen over het verbod op lachgas in het verkeer. Ze gaf aan dat ze haar federale collega, minister Gilkinet, hierover heeft aangesproken tijdens de interministeriële conferentie (IMC). Een nieuwe IMC vond plaats op 7 februari. Minister Gilkinet zal initiatieven nemen om het gebruik van lachgas in het verkeer te verbieden. Concrete informatie over de timing hiervan is echter nog niet beschikbaar.

Vanuit haar Vlaamse bevoegdheid zal minister Peeters de problematiek aanpakken door het opnemen van lachgasgebruik in de doelgroepgerichte sensibiliseringscampagne rond drugs in het verkeer. Ze benadrukte dat rijden onder invloed een belangrijke oorzaak is van verkeersongevallen. Deze problematiek wil ze breder aanpakken, niet beperkt tot één drug. De minister verwijst in haar antwoord naar de recent gelanceerde campagne “groot gelijk dat je drugsvrij rijdt“. Er is ook een geplande verkeersveiligheidscampagne over drugs in juni.

Overleg met sector

Wat een potentieel lachgasverbod betreft, zat de minister nog niet samen met de sector. Men gebruikt lachgas onder meer in de medische sector en als voedingsadditief. Een potentieel verbod mag echter niet nefast zijn voor de sector. Minister Peeters stelt in haar antwoord dat dit voornamelijk een federale aangelegenheid is en dat zij zich vanuit haar bevoegdheden richt op sensibilisering.

Vind hier mijn vragen en de antwoorden van de minister:

Brugge

Onderzoek en herstel middendijk Afleidingskanaal en Leopoldkanaal

De herstellingen van de middendijk tussen het Afleidingskanaal en Leopoldkanaal verlopen gefaseerd. De werkzaamheden kunnen enkel plaatsvinden tussen september en januari omwille van milieuredenen. Broedperiodes, wild, vleermuizen en andere ecologische randvoorwaarden sluiten werken op andere momenten tijdens het jaar uit. De werkzaamheden verspreiden zich op die manier over meerdere jaren.  

Het budget dat in het GIP van 2022 voorzien was, is bestemd voor de uitvoering van de eerste herstellingsfase. In deze fase ligt de focus aan de zijde van het Leopoldkanaal van de Oostkerkebrug tot de Zelzatebrug. Alles samen ongeveer 2,5 kilometer.

Het budget voor 2023, zo’n 2,5 miljoen euro, met daarnaast een reservebudget van 2,5 miljoen euro is bestemd voor de uitvoering van de volgende herstellingsfase.

In een optimale fasering van de werken wordt volgende timing gehanteerd:

  • augustus 2023 tot en met januari 2024 :
    • Leopoldkanaal van Oostkerkebrug tot Zelzatebrug (ca 2,5 km);
    • Leopoldkanaal van Sifonbrug tot Oostkerkebrug (ca 1,15 km).
  • augustus 2024 tot en met januari 2025:
    • Leopoldkanaal van Zelzatebrug tot uitwateringskokers Heist (ca 4 km).
  • augustus 2025 tot en met januari 2026:
    • Afleidingskanaal van Oostkerkebrug tot Zelzatebrug (ca 2,5 km).
    • Afleidingskanaal van Sifonbrug tot Oostkerkebrug (ca 1,15 km).
  • augustus 2026 tot en met januari 2027:
    • Afleidingskanaal van Zelzatebrug tot uitwateringskokers Heist (ca 4km).

Naast de reeds gebudgetteerde bedragen voor 2022 en 2023 (telkens 2,5 miljoen euro) maakt men de komende jaren in 2024, 2025 en 2026 idealiter respectievelijk 2 miljoen, 3 miljoen en 3 miljoen euro vrij om de planning te kunnen aanhouden.

Lees hier mijn vragen en de antwoorden over het onderzoek en herstel van de middendijk van het Afleidingskanaal en Leopoldkanaal:

Brugge

Studie herinrichting Spoorwegstraat – N342 Brugge

De studie betreft de verkeersmatige herinrichting van de stationsomgeving, kant Sint-Michiels, specifiek het kruispunt Spoorwegstraat met de K&R-zone/voetgangerszone voor het Kamgebouw. De minister trekt hiervoor 150.000 euro uit. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) voorzag hier reeds een studiebudget voor in het GIP 2022. Het budget werd echter niet besteed en daarom opnieuw ingeschreven voor 2023.

“Om een goede oplossing voor de ontsluiting op de N342 te vinden, dient de samenhang te worden bekeken tussen de ontsluiting van de verschillende scholencampussen (Syntra West, Ter Groene Poorte, Howest) en de ondergrondse parking van het station met de  verkeersstromen langs de N342 en dat dus over grotere afstand. Er diende dus te worden geconcludeerd dat een studie voor een volwaardige herinrichting van de N342 zich opdringt”, klinkt het op het kabinet van minister Peeters.

De studieopdracht herinrichting Spoorwegstraat is nog niet gegund en er is nog geen gedetailleerde planning. De uitvoering van de werken en de bijhorende kostenraming zullen blijken tijdens de loop van de nog te plaatsen studieopdracht. Het is niet realistisch om de werken af te ronden voor de nieuwe campus van 5.000 studenten zijn deuren opent in midden 2024.