Brugge

West-Vlaamse gezinnen betalen fors meer voor ondersteuning zonnepanelen

West-Vlaamse gezinnen betalen fors meer voor de steun die zonnepanelenbezitters krijgen dan gezinnen in de stad Antwerpen. Het verschil kan oplopen tot 68 euro per jaar, schrijft de krant de Tijd. “Via de groenestroomcerti­ficaten (GSC) vloeit vandaag in totaal 520 miljoen euro naar mensen die zonne­panelen hebben geïnstalleerd. Die steun wordt via de elektriciteits­factuur doorgerekend aan de gezinnen. Hoeveel die moeten betalen, verschilt sterk van regio tot regio.” verduidelijkt Van Volcem.


“In het Vlaams Parlement heb ik deze problematiek 3 jaar geleden voor het eerst aangekaart. De ondersteuning via de GSC was veel te hoog in verhouding met de aankoopprijs van de zonnepanelen. Men kon woekerwinsten behalen op kap van de energieconsument. Dat is niet de bedoeling van het groene stroom beleid.  Ik drong er op aan bij de Vlaamse Regering om de ondersteuning zo snel als mogelijk terug te schroeven naar de marktconforme situatie. Na lang talmen heeft minister Van den Bossche uiteindelijk toch ingegrepen. Er is veel tijd verloren gegaan, hetgeen een meerprijs heeft in de elektriciteitsfactuur van elk Vlaams gezin.”

GROENESTROOMCERTIFICATEN, HOE WERKT HET?

Via Elia zou de verdeling van de steun aan groene energie solidair gespreid kunnen worden over alle verbruikers. energiespecialist SIA Partners Bernard Nobels

De verdeling van de kosten voor de steun aan zonnepanelen verschilt sterk per regio. Voor gezinnen in de stad Antwerpen bedragen de meerkosten 17 euro per jaar, terwijl gezinnen in sommige West-Vlaamse gemeenten 85 euro moeten neertellen.

De steun aan de Vlaamse eigenaars van zonnepanelen via de groenestroomcertificaten bedraagt 520 miljoen euro. Dat bedrag wordt uitbetaald door de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Zij rekenen het door aan de gezinnen en kleine bedrijven die aangesloten zijn op het distributienet. Maar de doorrekening via de elektriciteitsfactuur verschilt enorm van regio tot regio. Een standaardgezin dat 3.500 kilowattuur elektriciteit verbruikt, betaalt jaarlijks tussen 17 en 85 euro. Inwoners van de stad Antwerpen en andere gemeenten aangesloten bij de intercommunale IMEA zijn het goedkoopst af en betalen slechts 17 euro per jaar. Inwoners van de zuivere intercommunales PBE (Vlaams-Brabant), Inter-Energa (Limburg) en Infrax-West (West-Vlaanderen) betalen jaarlijks evenwel meer dan 80 euro voor de steun aan zonnepanelen. Infrax-West, de distributiemaatschappij in West-Vlaamse gemeenten als Middelkerke, Torhout en Jabbeke én de Antwerpse gemeente Vosselaar, zijn met 85,47 euro het duurst af. Ter herinnering, de doorrekening gebeurt via de distributienettarieven, een van de grootste posten op de elektriciteitsfactuur. De grote verschillen zijn vooral te verklaren door het succes van zonnepanelen in die regio’s. ‘Eenvoudig gezegd, als je buren veel fotovoltaïsche cellen hebben geplaatst, betaal jij ook meer op de elektriciteitsfactuur’, zegt Bernard Nobels, energiespecialist van het consultancybureau SIA Partners. In landelijke gebieden met grote woningen, boerderijen en KMO’s zijn grotere dakoppervlakken beschikbaar om zonnepanelen te installeren dan in verstedelijkte gebieden met appartementen. Daarnaast worden de kosten die elke intercommunale maakt, verdeeld over het aantal aangesloten verbruikers. Verstedelijkte gebieden kunnen de kosten dus verdelen over veel meer verbruikers dan netbeheerders die actief zijn in gemeenten met minder inwoners.

Leverancier

De Vlaamse regering heeft vorig jaar de steun aan zonnepanelen hervormd. De steun voor nieuwe installaties is flink teruggeschroefd en de kosten worden verschoven van de distributienetbeheerder naar de leverancier. ‘Maar voor alle installaties die voor 2012 zijn geregistreerd, verandert niets. De maatschappelijke kosten blijven groot en zullen nog steeds ongelijk worden verdeeld’, zegt Nobels. De energiespecialist stelt voor de opkoopplicht voor groenestroomcertificaten over te hevelen naar de hoogspanningsnetbeheerder Elia. ‘Dan kan de verdeling van de steun aan groene energie solidair gespreid worden over alle verbruikers.’ De distributienetbeheerder Infrax, die Infrax-West, Inter-Energa, PBE en IVEG overkoepelt, is voorstander van zo’n gelijke verdeling van de kosten, maar dan wel enkel in Vlaanderen. ‘Sinds enkele jaren is er al een gedeeltelijke solidariteit tussen verschillende netgebieden. Maar die solidarisering van de kosten is beperkt: in sommige gebieden zitten we al flink boven deze plafonds’, zegt woordvoerder Jos Liebens.

Hervorming

Ook de grootste Vlaamse distributienetbeheerder Eandis pleit ervoor de kosten gelijk te verdelen over het hele Vlaamse grondgebied. Maar de gedelegeerd bestuurder van Eandis, Walter Van den Bossche, stelde twee weken geleden op een persconferentie wel zijn eisen. ‘Dat kan enkel maar als we een breder akkoord bereiken over een hervorming van de Vlaamse distributiesector’, vindt hij. Eandis is niet te vinden voor een lichte bijsturing van het groenestroomcertificatensysteem, waarmee vooral Infrax zijn voordeel zou doen. De tarieven voor de meeste inwoners van Eandis-gebied zouden immers stijgen, terwijl de inwoners in de Infrax-gemeenten van prijsverlagingen zouden genieten. Eandis vindt dat er beter meteen naar een volledig eenheidstarief in de distributie overgestapt kan worden. Tot eind 2012: wie zonnepanelen installeerde, kreeg 1 groenestroomcertificaat per 1.000 kilowattuur geproduceerde groene stroom. De netbeheerders Eandis en Infrax zijn verplicht die stroomcertificaten op te kopen voor een hoge vaste prijs. Voor panelen die voor 2010 werden geïnstalleerd, gaat het om 450 euro gedurende 20 jaar. Dat bedrag werd geregeld verminderd. Wie eind vorig jaar zonnepanelen installeerde, krijgt slechts 90 euro per certificaat gedurende maximaal 10 jaar. Vanaf 1 januari 2013: de belangrijkste nieuwigheid is dat niet langer automatisch 1 certificaat wordt gegeven bij 1.000 kilowattuur geproduceerde stroom. Momenteel moet een gezin 4.348 kilowattuur produceren om 1 certificaat te ontvangen. Kleine bedrijven krijgen al een certificaat bij 1.587 kilowattuur productie. Die bedragen kunnen worden aangepast. De waarde van een certificaat is vastgelegd op 93 euro.

Bron: De Tijd