Brugge

Kosten tijdkrediet, ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking stijgen fors

“De overheid zou net mensen moet belonen die wél blijven werken, door bijvoorbeeld meer te investeren in crèches en kinderopvang.” reageert Mercedes Van Volcem in de weekendkrant van Het Laatste Nieuws. Meer dan een kwart miljoen Belgen krijgen een uitkering om minder te werken via formules als tijdkrediet, loopbaanonderbreking of ouderschapsverlof. Dat kost de overheid liefst 835 miljoen euro. De kostprijs van die verlofstelsels is de jongste 10 jaar ruim verdubbeld. Unizo en Open Vld vinden dat van het goede te veel. “In plaats van mensen aan te moedigen om minder te werken, moet je werken juist aantrekkelijker maken.”


835 miljoen euro. Dat is het duizelingwekkende bedrag dat de overheid vorig jaar heeft uitgetrokken om mensen aan te moedigen om minder te werken. In totaal kregen 272.704 mensen een uitkering van gemiddeld 254,82 euro per maand van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening om al dan niet tijdelijk minder hard te werken. Meer dan de helft – 444 miljoen euro – gaat naar het tijdkrediet voor werknemers in de privésector. Vorig jaar gebruikten 136.391 Belgen die formule om één dag per week, halftijds of zelfs helemaal niet meer te werken. Nog eens 73.167 mensen in overheidsdienst deden een beroep op het vergelijkbare stelsel van loopbaanonderbreking, goed voor 205 miljoen euro. De derde grootste categorie zijn de 50.766 jonge ouders, die tijdelijk minder gaan werken via de formules van ouderschapsverlof. Sinds de invoering van het tijdkrediet door de paars-groene regering in 2002 is het aantal mensen dat een premie krijgt om minder te werken stelselmatig gestegen van 131.895 tot 272.704 in 2012. Dat is meer dan een verdubbeling in tien jaar tijd. Het kostenplaatje is navenant. De uitgaven voor alle premies om minder te werken zijn ruim verdubbeld, van 365 tot 835 miljoen euro. En dat zijn dan nog enkel de uitgaven van de RVA. “Vorig jaar heeft de Vlaamse regering ook nog eens 60 miljoen euro besteed aan ‘aanmoedigingspremies’ om mensen aan te zetten om minder te werken”, zegt Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld). “Daarmee is België uniek in Europa. Ook in Nederland werken veel mensen deeltijds, maar dan zonder extraatje van de overheid.”

Dienstencheques

De ondernemersorganisatie Unizo vindt de bestaande stelsels te gul. “In plaats van dat geld uit te trekken om deeltijds werken met premies aan te moedigen, zou de overheid dat budget moeten investeren om jonge ouders beter in staat te stellen om voltijds te werken”, zegt Caroline Deiteren van de studiedienst van Unizo, zelf een moeder van twee jonge kinderen. “Vandaag spendeert de sociale zekerheid 835 miljoen euro aan premies voor deeltijds werk. Stel je voor wat er allemaal zou kunnen als we dat geld besteden aan meer kinderopvang. Heel wat werkende ouders zouden wat blij zijn dat ze toch een plaats vinden of dat de crèche langer openblijft.” De Vlaamse liberalen zitten helemaal op dezelfde lijn. “Wie vier vijfde werkt, wordt financieel aangemoedigd zodat ze nauwelijks inkomensverlies lijden, de collega’s die voltijds blijven werken draaien daar via hun belastingen voor op. Dat klopt niet”, zegt Mercedes Van Volcem. “Wie hard werkt, moet beloond worden – niet omgekeerd.” Van Volcem pleit voor een afschaffing van de meeste uitkeringen op een paar kleine categorieën na, zoals voor palliatief verlof of medische bijstand aan familieleden. “Ik heb er niets op tegen dat mensen minder werken, maar de overheid moet dat niet aanmoedigen. De overheid zou voltijds werkenden net moeten belonen, bijvoorbeeld door hen vier dienstencheques per maand te geven zodat ze hun strijk kunnen uitbesteden.”