Vlaams Parlement

Studenten hoger onderwijs kiezen steeds vaker voor opleiding in Engels

Steeds meer studenten in Vlaanderen kiezen voor een opleiding in het Engels. Dat blijkt uit een rondvraag van De Tijd. Vlaamse scholen en universiteiten verwelkomen tot wel 200 procent meer studenten in hun Engelstalige programma’s. Een trend die zowel internationale, maar ook meer Belgische studenten aantrekt.

Vooral bedrijfsgerichte opleidingen zien een stijging in populariteit. Universiteiten melden eveneens een toename in inschrijvingen voor opleidingen als bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen, ingenieursrichtingen en literatuurstudies.

Waarom zijn anderstalige opleidingen zo belangrijk? Het antwoord ligt in de noodzaak om zich voor te bereiden op de werkplek van morgen die steeds diverser en internationaler wordt. Studenten begrijpen dat het beheersen van het Engels een essentiële troef is in een geglobaliseerde wereld en ze willen zich hierop voorbereiden.

Echter, er zijn beperkingen opgelegd aan de verengelsing van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Momenteel vereist de wet dat voor elke Engelstalige opleiding een Nederlandstalige variant beschikbaar is en er is een plafond ingesteld dat bepaalt hoeveel opleidingen in een andere taal dan het Nederlands mogen worden gegeven. Voor bacheloropleidingen is dit plafond 9 procent en voor masteropleidingen 35 procent.

Deze beperkingen leiden tot de discussie en oproepen om uitzonderingen toe te staan. De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) pleit bijvoorbeeld voor “regelluwe pilootprojecten” waar taalregels niet gelden en experimenten kunnen plaatsvinden. Dit voorstel is gebaseerd op de overtuiging dat het aantrekken van wetenschappelijk toptalent en het voldoen aan de vraag van het bedrijfsleven naar Engelstalige opleidingen van vitaal belang zijn voor de toekomst van Vlaanderen.

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts is echter terughoudend. Studenten lopen hierdoor echter het risico dat ze zich onvoldoende voorbereid op de arbeidsmarkt begeven en dus kansen kunnen missen.

Bron: De Tijd

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.