Beleid Ruimtelijke Ordening

Vlaamse bouwinspectie opnieuw almachtig

Woensdag 23 april werd in het Vlaams Parlement het kader voor de omgevingsvergunning (de integratie van de stedenbouwkundige en de milieuvergunning) goedgekeurd. Samen met de omgevingsvergunning wordt ook een volledig nieuw handhavingsbeleid uitgewerkt dat ook op de gewone stedenbouwkundige vergunningen van toepassing is. Mercedes Van Volcem en Dirk Van Mechelen waarschuwen voor een aantal perverse effecten van de nieuwe regels. Zo wordt de administratie almachtig. De Vlaamse bouwinspectie kan met de nieuwe regeling eenzijdig, zonder gerechtelijke uitspraak, sancties opleggen.  “Onaanvaardbaar” reageert Van Volcem.

“Het probleem van het nieuwe handhavingsluik is dat een aantal nieuwe maatregelen bijzonder algemeen en vaag worden voorgesteld. Voor veel niet-ingewijden lijken de voorgestelde regels plausibel en verdedigbaar, maar wie wat meer thuis is in de materie ziet meteen een groot aantal wolfsijzers en schietgeweren”, aldus Van Volcem.

“Meest concreet wordt dat bij de zogenaamde bestuurlijke maatregelen die door de administratie zullen kunnen worden opgelegd. In de Code Ruimtelijke Ordening was duidelijk voorzien dat wanneer een bouwovertreding werd vastgesteld het de rechter was die moest oordelen over de correctheid van die vaststellingen en over de eventuele herstelmaatregelen en dwangsommen die daaraan werden gekoppeld. Met de Hoge Raad voor het Herstelbeleid was er ook een orgaan dat ervoor moest zorgen dat er een evenwicht werd behouden tussen de omvang van de overtreding en de eraan gekoppelde maatregelen. Bij uitvoering van een herstelvordering moest de Hoge Raad altijd een advies geven. Zij zorgde ervoor dat bijvoorbeeld de gevorderde boete in verhouding stond tot de overtreding en dat bijvoorbeeld de boete niet hoger opliep dan de (meer)waarde van de overtreding”, verduidelijkt Van Mechelen.

“Met de nieuwe bestuurlijke maatregelen worden nieuwe procedures gecreëerd die naast of los van de gerechtelijke procedure kunnen verlopen. Wanneer de Inspectie Ruimtelijke Ordening vandaag overtuigd is dat er een bouwovertreding is, moet zij een proces-verbaal opstellen en beslist uiteindelijk de rechter of die visie correct is. Naar de toekomst is dat niet langer het geval. Wanneer Inspectie in de toekomst en langskomt en vindt dat er een bouwovertreding is, zal de bouwheer zelf naar de rechter moeten stappen om zijn gelijk te halen. Zoniet wordt de visie van de Inspectie als enige waarheid aangenomen. Zelfs wanneer de rechter vindt dat het niet om een overtreding gaat en seponeert, kan de Vlaamse overheid toch nog een boete opleggen. De bouwheer wordt echt vogelvrij verklaard”, gaat de vroegere minister verder.

“Ook de Hoge Raad voor het Herstelbeleid wordt vleugellam gemaakt. Samen met een naamsverandering wordt de opdracht van de Raad sterk beperkt. Men mag in feite alleen nog tussenkomen wanneer het de Vlaamse overheid uitkomt.”