Tag: Vlaams Parlement

Brugge

Mercedes in Brussel

BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goedeVandaag stelt ze aan Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, een vraag omtrent Tiny houses.

Veel jonge mensen en starters blijven bij de ouders wonen (in hun kamer) maar recent doet zich toch ook een trend voor waarbij jonge mensen of gezinnen graag ook in een bijgebouw willen wonen in de groene tuin van de ouders.  Vandaag bestaat deze mogelijkheid in woongebied als een BPA of RUP of verordening dit niet verhindert.  In het landbouwgebied mag er geen extra functie gecreëerd worden in de bijgebouwen en mag er ook geen Tiny House worden bijgezet.  Je mag wel zonder vergunning een bijgebouw plaatsen maar zonder woonfunctie.

Velen zien het als iets romantisch.  Een zorgwoning mag daarentegen wel maar de omgekeerde was om de jongere in de tuin te laten wonen is vaak iets waar de wetgever, het beleid nog niet voor openstaat hoewel velen daarin creatief wensen te zijn.  Roulottes, pippowagens, moderne verplaatse caravans doen vele jonge mensen dromen van een mini-huisje in het groen.

De wetgeving laat het vandaag niet toe, tenzij je met de pop up wetgeving vier maand terplaatse blijft en dan je huisje op willen opnieuw voor 4 maanden verplaatst..

In andere landen en op instagram zie je tal van leuke Tiny houses in de stad en in het buitengebied.

Aangezien de helft van de huishoudens bestaat uit 1 persoonsgezinshuishouden en het wonen ook onder druk staat én er een grote vraag is naar deze vorm van wonen in het groen, landbouwgebied en zelfs natuur (dat laatste is heel moeilijk). Vandaag kan je afwijken van bestemming of wonen in bijgebouwen van een landbouwwoning als guesthouse (b en b) maar niet voor vaste bewoning, je kan ook wonen in bijgebouwen als je een afwijking bekomt in een pand op het bouwkundig erfgoed.

Vraag aan de minister :

  1. Is het niet aangewezen meneer de minister gelet op het gebrek aan aanbod, de hoge bouwkosten, de hoge energiekosten om Tiny Houses in de markt te zetten en de wettelijke barriéres om te vormen naar regelluwe zones voor Tiny Houses?
  2. Waarom mag je in buitengebied bij een bestaande woning in landbouwgebied geen Tiny house plaatsen met woonfunctie, maar wel tijdelijk 4 maand er verblijven in de vorm van een pop up?
  3. Zal de minister overleg plegen met minister Demir om de mogelijkheden voor Tiny Houses te verbeteren?
  4. Waarom de definitie van zorgwoning niet worden uitgebreid naar betaalbaar wonen (zonder facet zorg) en een masterplan Tiny Houses in steden en landbouwgebied uitrollen zodat vele betaalbare en duurzame woningen met lage energieprijs op de markt komen?
Brugge

Mercedes in Brussel

BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goede. Vandaag stelt ze aan Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, een vraag omtrent hamsterhuren / onroerende leasing. Een opstap voor kinderen die geen duwtje in de rug krijgen.

Het bezit van een eigen huis is op lange termijn de meest solide vorm van sparen. Volgens cijfers van van de POD Maatschappelijke integratie is het risico om in armoede te belanden vandaag vier keer groter voor huurders dan voor eigenaars. De voorbije tien jaar is dat verschil enkel toegenomen. Het is dan ook goed nieuws dat het aandeel huiseigenaars in Vlaanderen een stuk hoger ligt dan in de omringende landen. Volgens de laatste meting in 2018 was 72% van de Vlaamse huishoudens eigenaar van de woning waarin ze wonen. Het aandeel private huurders bedraagt 19% en het aandeel sociale huurders 7%. Toch betekent die gunstige verhouding niet dat we op onze lauweren mogen rusten. Eigenaars kennen verhoudingsgewijs een hogere welvaart doordat de lening met de tijd wegvalt en ze zo kapitaal opbouwen. Het is dan ook een nobele doelstelling om zoveel mogelijk mensen in Vlaanderen de kans te geven een eigen woning te verwerven.

Een recent fenomeen is huren met aankoopoptie/hamsterhuren en of onroerende leasing. Dat houdt in dat iemand een woning of appartement kan huren, waarbij (een deel van) de betaalde huur later in mindering gebracht kan worden van de aankoopprijs van de woning. Huurders zijn evenwel niet verplicht om tot aankoop over te gaan. Dit systeem vergroot de kans voor jonge gezinnen om op termijn een eigen woning te verwerven die niet over een inleg beschikken. Voor de verhuurders zijn er voordelen aan verbonden, ook wanneer uiteindelijk niet tot aankoop wordt overgegaan, want de huurder zal meer geneigd zijn de woning in een zo goed mogelijke staat te houden. Vandaag bevinden er zich in Vlaanderen enkele honderden woningen die via huur met aankoopoptie op de markt werden gebracht.

Huren met aankoopoptie werd een jaar geleden al eens besproken in de commissie Wonen en Onroerend Erfgoed. De minister liet toen optekenen dat hij het een interessante formule vond voor een bepaalde groep – gezinnen met een hoog inkomen, maar zonder startkapitaal – maar dat hij dergelijke initiatieven aan de markt wil overlaten. Ook voor sociale huisvesting achtte hij huren met aankoopoptie niet wenselijk, omdat de woning daardoor uit het patrimonium van de sociale huisvestingsmaatschappij verdwijnt. Wel voegde hij toe dat de formule deel uitmaakt van het onderzoek naar innovatieve woonvormen. Dat onderzoek moet de juridische knelpunten aan het licht brengen.

Ik heb hierover de volgende vragen:

1.           Hoeveel cases maken deel uit van het onderzoek naar innovatieve woonvormen, die specifiek te maken hebben met huren met aankoopoptie? Om welke projecten gaat het?

2.           Is het onderzoek naar innovatieve woonvormen ondertussen afgerond? Welke juridische knelpunten zijn aan de oppervlakte gekomen met betrekking tot huren met aankoopoptie of onroerende leasing ?

3.           De cijfers tonen aan dat de vraag het aanbod ruimschoots overstijgt. Is de minister nog steeds van mening dat we dergelijke initiatieven aan de markt moeten overlaten? Is het geen optie om de verankering van deze formule in de maatschappij te stimuleren, om jonge gezinnen een duwtje in de rug te geven bij het verwerven van een eigen woning?  Kan de minister deze vorm van betaalbaar wonen en eigendomsverwerving aanmoedigen door de bouwer te faciliteren of belastingskorting toe te staan (bijvoorbeeld bij realisatie van betaalbare woning onder 300000 euro) en ook gesprekken daarover aangaan met de banken en of verzekeringsmaatschappijen ? Kan dit ook een woonvorm zijn die woonmaatschappijen straks zullen aanbieden ?

4.           Een verkochte woning verdwijnt uit het aanbod van het sociaal patrimonium, maar de voorbije tien jaar werden er volgens cijfers van de VMSW  gemiddeld 820 gegunde sociale koopwoningen per jaar aangeboden. Deze koopwoningen verdwijnen óók uit het sociale patrimonium. Zou de huur met aankoop niet op gelijkaardige wijze geïntegreerd kunnen worden, als één van de instrumenten voor eigendomsondersteuning binnen het Vlaamse woonbeleid? Kan dat een voorwaarde zijn om woonuitbreidingsgebieden aan te snijden ?

Brugge

Vandaag stelt VOORUIT dat de woonbonus voor tweede en derde woningen moet afgeschaft worden op federaal niveau

REDEN :  de woonbonus  voor de eerste woning is in Vlaanderen afgeschaft sedert 2019

Kleine duiding : De woonbonus werd ingevoerd in 2004 toen was de rente op de markt 5 procent.  Vandaag is de rente ongeveer 1,5 procent. De woonbonus leverde een fiscaal voordeel op van ongeveer 2500 euro per persoon of 5000 euro per gezin. Mensen die een woning kochten voor 2019 kregen dus een mooie fiscale aftrek, mensen die na deze datum kochten niet meer.

Toch zijn de prijzen niet gedaald sedert 2019, integendeel ze zelfs veel meer gestegen.   Persoonlijk was ik voorstander om de woonbonus te behouden, maar ze werd in het regeerakkoord toch afgeschaft.  Het was een mooi belastingsvoordeel voor vele starters op de koopmarkt.

Anderzijds kostte het de Vlaamse overheid heel wat middelen. De woonbonus kostte de Vlaamse regering 1,5 miljard op jaarbasis en zou op kruissnelheid oplopen tot 2 miljard op jaarbasis.   De woonbonus zou de prijzen in de lucht duwen (dixit) , hoewel het een maatregel was die gedurende de gehele duur van je hypothecaire lening liep (dus vaak 20 jaar lang).  De begroting zal dus nog zeker tot 2039 met de woonbonus worden bezwaard.

In 2019 werd de woonbonus voor de eigen woning afgeschaft.  Dit zou de prijzen milderen.  We zagen evenwel het omgekeerde.  De prijzen stegen de voorbije twee jaar nooit zo hard.  De reden : de lage rente.

Wel werd in 2021 de registratierechten voor de eerste woning verlaagd naar 3 procent of 1 procent.  Op een  tweede of derde woning of gelijk welk investeringsgoed moet je nu 12 procent registratierechten betalen.  Een starter heeft dus op de koopmarkt een voordeel van 9 procent.  Met andere woorden de starter betaalt voor een woning van 200000 euro een bedrag van 206000 euro of 202000 euro.  De investeerder betaald 200000 euro plus 24000 euro of 224000 euro.  Een verschil dus van 18000 euro met de koper van een tweede woning.  Zo heeft een starter 18000 euro voordeel ten aanzien van de investeerder en zijn er ook minder spaargelden nodig bij de aankoop. 

VERHUURDERS  krijgen geen woonbonus maar wel een intrestaftrek ten belope van hun KI als ze een hypothecaire lening nemen voor het pand (lees geld lenen van de bank). De bewoner van de GEZINSWONING is sowieso vrijgesteld van belasting op het KI in zijn belastingsbrief  (inkomsten uit onroerend inkomen). Deze intrestaftrek van de tweede woning  is beperkt tot het KI van de tweede woning of meerdere woningen. Concreet : Stel dat je een huis koopt om te verhuren en het KI beloopt 1000 euro op jaarbasis, dan mag je de intresten voor het afbetalen van die woning aftrekken van het KI die ongeveer 1000 euro beloopt.  Wie een eerste woning in bezit heeft en er woont is sowieso vrijgesteld van het onroerend inkomen op dat pand in zijn belastingsbrief.

Daarnaast betaalt wel elke eigenaar op gelijke welke woning of vastgoed onroerende voorheffing (is nog iets anders dan de belasting op onroerend inkomen in je belastingsbrief) . De opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn een stedelijke heffing waar de stad zijn begroting mee financiert. Ik stelde een vraag over de intrestaftrek van de niet-eigen woning in de commissie wonen tijdens een hoorzitting over betaalbaar wonen. 

Op eerste zicht denk je misschien dat die aftrek van intresten niet eerlijk is.  Anderzijds motiveert ze mensen om hun spaargeld te investeren in woningen die ze verhuren.   Ook Sien Winters, die als spreker werd gevraagd en onderzoeken doet over betaalbaar wonen stelde dat dit een negatief effect zou hebben op de verhuurmarkt.

Dat kleine fiscaal voordeel afnemen zoals Conner doet zou net de verhuurders (die maatschappelijk een rol betekenen omdat ze 420000 gezinnen huisvesten) naar de beurs kunnen jagen.  Daar wordt veel geld belegd en winsten geboekt, zonder dat er enige belasting wordt betaald.  Bovendien zou het ook kunnen leiden tot hogere huurprijzen omdat de verhuurder het wegvallen van zijn voordeel zou kunnen doorrekenen aan de huurder.

Vraag is of we de zorgzame spaarder willen ontmoedigen te verhuren?  Zij maken immers dat er een aanbod is aan woningen.  Er zijn nu al huurwoningen tekort. Stop met het viseren van verhuurders. Stimuleer net de verhuurmarkt zodat er voldoende woningen op de markt blijven om te verhuren. In plaats van jaloersheid in de hand te werken, zou men vanuit de overheid veel meer moeten focussen op MEER BETAALBARE WONINGEN, zowel koopwoningen als huurwoningen.  HET AANBOD IS NET TE SCHAARS.   Het is de hoogste tijd voor een groot WONINGBOUWPLAN.

Nu zijn er net te weinig betaalbare woningen huurwoningen ook te weinig betaalbare koopwoningen, vooral in de steden waar steeds meer mensen wonen of in studentensteden waar studenten na hun studies blijven hangen. Zo zie je dat de prijzen in Leuven en Gent duurder zijn.

Brugge

“Stop sociale woningbouw : te traag en doe iets voor de wachtenden” – Mercedes Van Volcem (OPEN VLD)

BRUSSEL – De onderbenutte kredieten in de sociale woningbouw tonen aan dat de bouw van sociale woningen een systeem is die achterhaald is om diverse redenen. “In realiteit heeft de helft van de huurders recht op een sociale woning”, klinkt het bij Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem (Open VLD). Voor het onderwerp zet ze zich al jaren in. De politica woonde immers zelf tot haar 22 jaar in een sociale woning. “Sociale woningen vandaag zouden een deel van ons sociaal weefsel zijn. Geen ghetto’s die gebouwd worden. Zelf woonde ik tot mijn 22 jaar in een sociale woning. Op verjaardagsfeestjes was ik altijd beetje beschaamd toen de vriendjes kwamen, hoewel onze taarten en pannenkoeken even lekker waren.”

Vooreerst staan er vandaag 170000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Nog nooit was de lijst zo lang.  Bovendien staan niet alle mensen die recht hebben op een sociale woning ook op die lijst.  Velen schrijven zich niet in of willen niet in een sociale woonwijk wonen ondanks dat de inkomensvoorwaarden zijn verschuldigd.  De echte wachtlijst is dus 300000 huurders van de 600000 huurders op de private markt.

Meer budget maar ze raakt niet op

Het budget om sociale woningen te bouwen werd opgetrokken maar geraakt niet op. Redenen alom : ze worden vaak gebouwd in woonuitbreidingsgebieden, er is protest van de buurt en er komt proces tegen het project.  Vandaag fixeren de maatschappijen zich ook op de fusie.  De aannemers hebben veel werk en de bouwsector kan ongeveer 2500 eenheden per jaar bouwen. 

Sloop en bouwen in open ruimte

Bijbouwen is dus begrensd naar ruimte toe (nog amper 1700 ha) in bezit van sociale huisvestingsmaatschappijen.  Iedereen heeft het over de bouwshift en niet bouwen in open ruimte maar de sociale huisvestingsmaatschappijen zijn vaak onderworpen aan een andere ruimtelijke ordening omdat lokale besturen vaak ook vertegenwoordigd zijn in de sociale huisvestingsmaatschappijen. 

De bouw is ook begrensd naar bouwvolume toe (wat kan de sector aan).  Bovendien leidt bouwen ook veel tot afbraak zodat er netto minder bijkomt dan er gebouwd wordt (men sloopt tien woningen en met zet er 15 bij).  De sloop wordt nooit in rekening gebracht bij communicatie.  Dit maakt ook dat er weinig nieuwe mensen worden geholpen want de mensen die in de sloopwoningen wonen worden ook geherhuisvest.

Levenslange contracten en tijdelijke

Jaren pleitte ik voor de tijdelijkheid van sociale huurcontracten.  Deze werden ingevoerd in 2014 met doel meer rotatie te bekomen, sociale emancipatie te bewerkstelligen en nieuwe behoeftigen te kunnen helpen. 

Oude contracten blijven levenslang, nieuwe zijn tijdelijk maar kunnen ook verlengd.

Ik ben bepleiter om ze sowieso maar 6 jaar toe te wijzen en dat je nadien aan de slag moet.  Zes jaar een gunst bekomen om goedkoop te wonen is een goede zaak maar nadien komen er nieuwe behoeftigen.  Wie ziek is of niet aan de slag kan mag blijven. Wie gezond is moet verhuizen en aan de slag.

Geen stimulans tot werken

In ons systeem vandaag wordt je huur berekend op je inkomen alsook de huurpremie.  Wie aan de slag gaat, zal meer huur moeten betalen zodat er een dubbele huisvestingsval ontstaat voor de bewoner van een sociale woning.  Hetzelfde geldt voor huurders op de private markt die een huurpremie ontvangen.  Wie gaat werken en meer verdient, verliest de huurpremie.

Sowieso moet de huur hoger en vast zijn en tijdelijk zodat werken ook loont. Wie werkt moet vooruitgaan en niet omgekeerd.

Definitie sociale woning

Een sociale woning is een woning die dient voor iemand die geen normale huur kan betalen.  Voor mij moet ze al zeker niet in eigendom zijn van de huisvestingsmaatschappij. 

Een sociale woning is voor mij beter gelegen in het weefsel zodat er ook meer sociale mix aanwezig is.   Waarom kunnen de sociale huisvestingsmaatschappij niet op de private markt inhuren ?  Dit gaat snel, eenvoudig en zo kan je met dezefde middelen veel meer doen voor de wachtenden.  De mensen in een sociale woning en de mensen die wachten zouden immers dezelfde voordelen moeten kunnen hebben.  Nu sluit men de ogen voor 170000 wachtenden en die worden door private particuliere verhuurders opgevangen. 

Bouwen duurt zes tot zeven jaar en brengt voor de overheid ook infrastructuurkosten met zich mee.  Huren is snel en brengt geen infrastructuurkosten met zich mee. 

Huurbonus

Omdat huurpremies niet emanciperend werken denk ik dat de huurbonus een beter systeem is.  Je trekt een deel van je huur fiscaal af.

Vroeger bestond dit ook voor je eerste woning die je leende.  Helaas werd deze fiscale korting afgeschaft. 

Ze invoeren voor huurders maakt dat ze adem krijgen en maakt ook dat ze misschien kunnen sparen om een eigen woning te verwerven.

Geen wijken maar in het weefsel, geen stempel

Bovendien heeft huur ook het voordeel dat niemand ziet dat je minder inkomen hebt.  In een sociale woonwijk weet iedereen dat je niet veel verdient. 

Zelf woonde ik tot mijn 22 jaar in een sociale woning.  Op verjaardagsfeestjes was ik altijd beetje  beschaamd toen de vriendjes kwamen, hoewel onze taarten en pannenkoeken even lekker waren?

Het geen a sociaal pleidooi maar een pleidooi om een na oorlogssysteem te evalueren.  Het is te traag, helpt niet en we moeten meer doen met dezelfde middelen. Sowieso als de grond op is, zal men het systeem moeten herdenken.

Brugge

Vlaams minister Lydia Peeters rolt 2195 laadequivalenten uit aan ultrasnelladers langs de grote verkeersassen in Vlaanderen

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters zal op 49 locaties (langs autosnel- en gewestwegen) in Vlaanderen ultrasnelladers (≥150kW) uitrollen. Concreet komt er op 8 locaties in Antwerpen, 7 in Limburg, 13 in Oost-Vlaanderen, 13 in Vlaams-Brabant en 8 in West-Vlaanderen ultrasnellaadinfrastructuur voor juni 2024. Het gaat specifiek om meerdere dienstenzones, carpoolparkings, Hoppinpunten en Park & Rides. De locaties werden gekozen via de projectoproep ultrasnelladers gelanceerd op 9 juli 2021. “De parkings langs grote en drukke verkeersassen zijn belangrijke en strategisch gelegen locaties om de laadinfrastructuur uit te breiden. Zo wordt er gezorgd dat er langs grote verkeersassen om de 25 kilometer laadinfrastructuur wordt aangeboden. Er wordt hiervoor 5,4 miljoen euro voorzien van de minister”, zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem.

Stimuleren en faciliteren

In Vlaanderen staan we voor ingrijpende maatschappelijke, economische, technologische en klimatologische uitdagingen die onze mobiliteit en ons verplaatsingsgedrag sterk zullen veranderen. “Met het oog op de omschakeling naar zero-emissievoertuigen, zoals ook opgenomen in het Vlaams Klimaatplan, is een versnelde uitbouw van laadinfrastructuur noodzakelijk”, stelt Van Volcem. ”Laadinfrastructuur langs onze autowegen geeft het vertrouwen aan de bestuurders van elektrische wagens om altijd nabij te kunnen ‘laden’, zo stimuleren we de transitie naar zero-emissiewagens.”

Een andere projectoproep van minister Peeters, de semi-publieke call, leverde 9798 laadequivalenten op. Samen met de resultaten van de projectoproep ultrasnelladers komen er binnen dit en twee jaar minstens 12.600 laadequivalenten bij in Vlaanderen. De volgende projectoproep voor ultrasnelladers komt er in januari 2022 waardoor tegen het einde van deze legislatuur om de 25 km langs snelwegen en drukke verkeerassen er snellaadinfrastructuur aanwezig zal zijn. Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem: “Mensen die elektrisch rijden, zullen in de eerste plaats thuis en op het werk opladen, maar bestuurders moeten ook onderweg altijd kunnen laden. Nabijheid, bereikbaarheid en vertrouwen zijn hier de kernwoorden: mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat er overal snel en dichtbij geladen kan worden.”

Brugge

282,4 hectare extra bos van de 4.000 hectare al gerealiseerd sinds 1 oktober 2019

  • Provincie Oost-Vlaanderen doet 5 keer beter dan Limburg
  • Gent beste centrumstad van de klas met 17,2 hectare extra bos

BRUSSEL – Na 1,5 jaar is er 282,4 hectare bos gevonden van 4.000 hectare die de minister tegen het einde van deze legislatuur wil planten. “Het vooropgestelde doel van de minister was vorige plantseizoen 420 hectare. Met 284 hectare zit de minister daar 1/3 van nog. De minister vond daarentegen wel 1.000 hectare bebosbare grond”, aldus Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem. Dat blijkt uit een schriftelijke vraag van Van Volcem aan minister Zuhal Demir. Oost-Vlaanderen scoort het best met 101,5 hectare extra bos. Limburg scoort 19,3 hectare extra bos. Dat cijfer staat in groot contrast met de centrumstad met het meest extra bos 17,2 hectare: Gent.

“1.000 hectare op een anderhalf jaar is absoluut niet slecht”, klinkt het bij de minister. Toch is er na anderhalf jaar slechts 7,1 procent gerealiseerd van het totaal aantal hectare bos tegen het einde van 2024. Ze haalt ook aan dat de nieuwe subsidies voor bebossing en de subsidie voor de aankoop van gronden door lokale besturen nog maar recent in voege gingen, respectievelijk 1 november 2020 en 1 december 2020. “De minister mag dan wel blijvend inzetten op de bekendheid van die maatregelen. Veel levert het voorlopig nog niet op op dat ene jaar. Zo leverde de eerste maatregel 24 aanvragen op, goed voor 18,59 hectare en een subsidiebedrag van 362.816,17 euro”, klinkt het bij Van Volcem. “Nu is het wel zo dat er bijkomend personeel ter beschikking werd gesteld bij Natuurpunt, Agentschap Natuur en Bos, Bosgroepen en BOS+ om potentiële bebossers beter te begeleiden. “De minister hoopt dus op een beter resultaat bij een grotere bekendheid van de initiatieven”, aldus de Vlaams Volksvertegenwoordiger.

JaartalAantal hectare bos
2019-202078,1 hectare
2020-2021202,3 hectare
2021-20222 hectare
TOTAAL282,4 hectare

Blue Deal

De Blue Deal is een plan van de Vlaamse regering in de strijd tegen waterschaarste en droogte en die structureel aan te pakken. “Ook bomen kunnen hier een grote factor spelen”, stelt Van Volcem, “de minister kan echter nog geen concrete voorstellen toelichten omdat deze zich nog in de opstartfase of voorbereidingsfase bevinden.”

Provincies

Tussen de provincies onder één zijn er grote verschillen. De provincie die minst bos creëerde is de provincie Limburg: 19,3 hectare. Oost-Vlaanderen scoort 5 keer zoveel met 101,5 hectare. “Als tweede, derde en vierde provincie volgen respectievelijk: Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Antwerpen met 63,2 hectare, 55,1 hectare en 38,3 hectare”, aldus Van Volcem.

ProvincieAantal hectare einde plantseizoenAantal bomen
Antwerpen38,3 hectare107303
Limburg19,3 hectare39262
Oost-Vlaanderen101,5 hectare226052
Vlaams-Brabant63,2 hectare140357
West-Vlaanderen55,1 hectare153915

Centrumsteden

De centrumsteden kunnen ook hun steentje bijdragen. “Voor Antwerpen, Genk, Hasselt, Leuven en Oostende bleef het aantal op 0 staan dit plantseizoen. Zij plantten niets van bos bij. Koploper bij de centrumsteden is Gent met 35353 bomen over 17,2 hectare. Tweede in de rij is Brugge met 5,3 hectare en 27142 bomen”, duidt Van Volcem. Alle andere centrumsteden hangen met hun aantal hectare bos om en bij de 1 hectare. Samen tellen ze 9,7 procent van het aantal hectare bos in Vlaanderen op dit moment.

StadAantal hectare einde plantseizoenAantal bomen
Aalst1,12200
Antwerpen00
Brugge5,327142
Genk00
Gent17,235353
Hasselt00
Kortrijk0,3380
Leuven00
Mechelen13110
Oostende00
Roeselare0,82000
Sint-Niklaas1,12387
Turnhout0,92100
TOTAAL27,7 hectare74,672 bomen

Werk aan de winkel

“Er is dus nog werk aan de winkel, maar de minister verzekert dat haar doelstellingen zeker nog haalbaar zijn”, sluit de volkvertegenwoordiger af.

Brugge

Mercedes in Brussel

BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goede.

Mercedes heeft vandaag 2 vragen in de commissie Openbare Werken en Mobiliteit. Ze ondervraagt de minister over de nieuwe sluis in Zeebrugge maar ook over de verkeerslijst van de minister met zwarte punten. Volg de commissie vanaf 14 uur hier. Of lees nu al haar vragen aan de minister.

Brugge

1 op de 3 aangevraagde laadequivalenten komt in West-Vlaanderen

BRUGGE – In mei 2021 werd een projectoproep voor (semi)-publieke laadinfrastructuur gelanceerd. Er was een indrukwekkende respons, vooral om in West-Vlaanderen te realiseren. Als alle aangevraagde laadequivalenten ook effectief geïnstalleerd worden bevinden 3.389 van de in totaal 9.682 equivalenten zich in die provincie. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Mobiliteit Lydia Peeters op een schriftelijke vraag van Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld). “Het is fantastisch dat deze projectoproep zo’n grote interesse opwekt, en dan vooral om in mijn eigen provincie te realiseren. Met 35 procent van de laadequivalenten doen we dubbel zo goed als Oost-Vlaanderen”, zegt Van Volcem.

Met het oog op de omschakeling naar zero-emissievoertuigen, voornamelijk aangedreven door oplaadbare batterijen, is een versnelde uitbouw van laadinfrastructuur noodzakelijk. Vandaag zijn er al meer dan 5.000 publiek toegankelijke laadpunten in Vlaanderen. Zo waren er op 21 september 5.137 laadpunten met een vermogen kleiner dan 23 kW, 164 laadpunten met een vermogen groter dan 23 kW en tot slot 52 ultrasnellaadpunten met een vermogen groter dan 150 kW. De provincie Oost-Vlaanderen scoort hier het best met 1.495 van de in totaal 5.353 laadpunten. Ook West-Vlaanderen (1.138) doet het in verhouding met Antwerpen (1.255) heel goed wanneer je het inwonersaantal in rekening brengt.

ProvincieAantal publieke laadpunten (≤23 kW)Aantal publieke snellaadpunten (> 23 kW)Aantal publieke ultrasnellaadpunten (>= 150 kW)
Antwerpen1.216372
Limburg613134
Oost-Vlaanderen1.4255020
Vlaams Brabant7813618
West-Vlaanderen1.102288
Totaal Vlaanderen5.13716452

Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters heeft een ambitieus laadinfrastructuurplan en wil dat er in Vlaanderen tegen 2025 30.000 laadequivalenten bijkomen. Vandaar dat ze in mei van dit jaar een projectoproep lanceerde waarmee financiële ondersteuning geboden wordt voor (semi)-publieke laadinfrastructuur. Elektrisch rijden zit in de lift. Dat blijkt ook uit de eerste resultaten van deze projectoproep. Het was een onverhoopt succes met in totaal maar liefst 9.682 aangevraagde laadequivalenten.

Provincie Som van laadequivalenten traag (≤23 kW)Som van laadequivalenten snel (> 23 kW)Som van laadequivalenten ultra (>= 150 kW)
Antwerpen 1.297,5 108 445 
Limburg 630 90 788 
Oost-Vlaanderen 935 135 620 
Vlaams-Brabant 732 100 268 
West-Vlaanderen 2.150 210 1.029 
Nog te bepalen 144 
Totaal Vlaanderen 5.888,5 643 3.150 

Open Vld-parlementslid Van Volcem: “Met de resultaten van deze eerste projectoproep voor bedrijven verdriedubbelt minister Peeters straks het totale aantal. Ook de komende jaren zal ze verder laadequivalenten uitrollen zodat de ambitie om tegen 2025 35.000 laadequivalenten te hebben in Vlaanderen, realiteit wordt. Dat is een goede zaak. Zo zetten we verdere stappen richting een duurzamere mobiliteit. Ik ben tevreden dat er in West-Vlaanderen straks overal op (semi)-publieke plaatsen laadinfrastructuur zichtbaar bijkomt. Dat is niet onbelangrijk. Enkel zo kunnen we mensen overtuigen om de switch te maken en over te schakelen op elektrisch rijden.”

Vlaams minister Lydia Peeters: “Mensen die elektrisch rijden, zullen in de eerste plaats thuis en op het werk opladen. Bestuurders moeten echter ook onderweg kunnen laden. Nabijheid, bereikbaarheid en vertrouwen zijn hier de kernwoorden. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat er overal snel en dichtbij geladen kan worden. Om de versnelde uitrol van publieke laadpalen over Vlaanderen mogelijk te maken, heb ik dertig miljoen euro relancemiddelen vrijgemaakt. Het grote succes van deze call is voor mij hét signaal: de trend is gezet. De versnelde uitrol van laadequivalenten zal de volgende jaren zichtbaar zijn in het straatbeeld. Zo werken we allemaal samen mee aan de vergroening van het wagenpark. Dat is broodnodig om ook de
CO2-uitstoot drastisch te verminderen.”

Meer lezen kan je in het artikel van HLN: https://www.hln.be/brugge/een-op-drie-aangevraagde-elektrische-laadpunten-komt-uit-west-vlaanderen-en-dat-is-dubbel-zoveel-als-de-nummer-twee~ac09dd38/

Brugge

Mercedes in Brussel

BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goede.

Mercedes doet stof opwaaien in het Vlaams Parlement. “Als de minister de factuur voor de mensen wil verlagen, dan heeft ze aan mij een partner. Toch is ook een visie op langetermijn nodig om meer mensen te mobiliseren te isoleren en te investeren in hernieuwbare energie. Die stimulansen blijven voorlopig uit”, aldus de Vlaams Volksvertegenwoordiger. Bekijk hier het filmpje van haar tussenkomst over Energie.

Beleid Beleid Parlementair werk Ruimtelijke Ordening Steden Vlaams Parlement

Mercedes in Brussel

BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goede.

In de commissie Wonen & Erfgoed diende Mercedes Van Volcem (Open VLD), samen met haar collega’s: Nadia Sminate, Tinne Rombouts, Maaike De Vreese, Kurt Vanryckeghem en Allessia Claes, een voorstel tot decreet in. Het voorliggende voorstel van decreet wil aan gemeenten de mogelijkheid geven om winkels en andere gebouwen met economische activiteit op te nemen in hun leegstandsregister na een kortere termijn dan de huidige twaalf opeenvolgende maanden. De huidige regeling is heel restrictief voor lokale besturen die  maatregelen te nemen die het gebruik stimuleren. Het werkt verloedering in de hand en door de algemene maatregel van 12 maanden is er geen maatwerk mogelijk van de lokale besturen zelf. Daarom stellen we voor dat de stad of gemeente zelf over de bevoegdheid beschikt om deze termijn te bepalen, zonder hen ertoe te dwingen om deze termijn direct aan te passen. Je kan het voorstel tot decreet die Mercedes voorstelt, hier al lezen: